Pakweg 3 miljard mensen koken nog altijd op open vuur. Hoe verander je dat?

Waar Nederland van het aardgas af wil om de CO2-uitstoot te beperken, is een groot deel van Afrika niet eens aangesloten op een gas- of elektriciteitsnet. In landen als Kenia, Ghana en Mali worden nog dagelijks kampvuren gemaakt om eten op te bereiden. Koken op open vuur kent een hoop schadelijke gevolgen voor mens en milieu. Maar hoe verander je de manier van koken van een heel continent?

Adobe Stock 223508315
Grootschalige houtkappingen, luchtvervuiling: koken op open vuur is nadelig voor mens en milieu. Maar hoe verander je een manier van koken van een heel continent? | Credit: Adobe Stock

Eigenlijk was Anne Osinga in Tanzania om een product tegen malaria te ontwikkelen. Eenmaal daar stuitte hij op een ander probleem: hoe mensen daar koken. “Ik zag nog steeds drie stenen op de grond liggen met daartussenin wat takjes. Ik was op de hoogte van het aantal malariaslachtoffers per jaar, namelijk 600.000. Wat ik niet wist, is dat koken op open vuur veel meer slachtoffers maakt.”

Waarom koken op open vuur een probleem is

Koken op open vuur is slecht voor de gezondheid. Jaarlijks sterven zo’n 4,3 miljoen mensen aan de effecten van luchtvervuiling in huis, blijkt uit cijfers van de World Health Organisation. Bovendien kost het verzamelen van hout en het koken zelf zoveel tijd, dat voornamelijk vrouwen er een dagtaak aan hebben en daardoor niet kunnen werken.

Ook voor het milieu is koken op open vuur problematisch. Tijdens het bereiden van maaltijden komt veel fijnstof vrij. Doordat mensen hout gebruiken om op te koken, is er sprake van grootschalige houtkap in veel Afrikaanse landen. In de grotere steden, waar mensen geen hout kunnen sprokkelen, wordt op iedere hoek van de straat houtskool verkocht. Houtskool is zeer inefficiënt: voor één kilogram houtskool is 8 tot 10 kilogram hout nodig. Bovendien is het voor veel mensen onbetaalbaar, zeker nu overheden deze vervuilende brandstof aan banden willen leggen.

Kookstoof op biomassa

En zo kwam Osinga vanuit Tanzania terecht in de wereld van kooktoestellen. Hij richtte het bedrijf Mimi Moto op, wat ‘mijn vuur’ betekent in het Swahili. Met het team in Amsterdam ontwierp hij een kookstoof, geïnspireerd op een kooktoestel van Philips. Het toestel van Mimi Moto werkt op biomassa. Dit kan van alles zijn, licht Osinga toe. “Bijvoorbeeld gepelletiseerde biomassa, dat is zaagsel wat is samengeperst tot kleine brokken. In de kookstoof kunnen ook afvalstromen zoals de schillen van kokosnoten, hazelnoten en palmolie. Als het maar hard is en er gassen inzitten.” De Mimi Moto verwarmt en vergast de gassen die in de biomassa zitten. Wordt er genoeg zuurstof toegevoegd, komt het tot ontbranding. Door zogenoemde hitteschilden gaat de warmte niet opzij, maar omhoog. Dit maakt de Mimi Moto efficiënt. Een kleine ventilator in het toestel zorgt voor een schone verbranding. De ventilator werkt op een batterij die kan worden opgeladen met zonne-energie. In vergelijking met een traditioneel vuurtje bespaart de kookstoof zo’n 5.000 kilogram CO2-uitstoot per jaar.

Osinga vertelt waarom de keuze voor een kookstoof op biomassa een makkelijke was. “Landen zoals Bangladesh, India en Afrika hebben één ding niet, en dat is gas in de grond. Dit moet geïmporteerd worden en zal altijd duur blijven. Onze drijfveer is om iets te bedenken waarbij ze hun lokale biomassastromen kunnen gebruiken. Importeren is dan niet nodig. De valuta blijft zo in de lokale economie, waardoor er in zo’n land geldstromen en banen kunnen ontstaan.”

Whats App Image 2021 06 28 at 09 55 29 2
Het toestel van Mimi Moto werkt op biomassa. Dit kan van alles zijn: van hout tot schillen van kokosnoten. | Credit: Anne Osinga

Omschakelen

Na lang ontwerpen en testen presenteerde het team van Mimi Moto trots hun kookstoof: een toestel met weinig emissies en een efficiënt brandstofverbruik. “We hebben het voor elkaar, dachten we. We gaan impact maken. Maar de orders bleven uit”, vertelt Osinga.

Inmiddels weet hij waarom. Door een nieuw product in de markt te zetten, wordt een bestaand probleem niet zomaar opgelost. Osinga: “De mensen die dat ding moeten gaan gebruiken, gaan niet van de een op andere dag hun gewoontes veranderen. Ze moeten worden geholpen met die ommezwaai.”

De brandstof speelt hierbij een grote rol. “In landen waar koffie en cacao worden verbouwd, moet men weten hoe waardevol die reststromen zijn. Dat daarop gekookt kan worden en het dus niet nodig is om hout te kappen of duur houtskool te kopen. We starten ook projecten waarbij mensen leren om lokaal pellets te maken. Hoe complex dat is, ligt aan het soort biomassa. Het is super eenvoudig om van rijstvliesjes, een bijproduct van de rijstproductie, pellets te maken. Mensen kunnen die pellets weer gebruiken om op te koken en te verhandelen.”

Kookgewoontes

De stap van traditioneel naar een modernere manier van koken is groot en niet zomaar gezet. Een vreemdeling uit Nederland is ook niet de juiste persoon om te vertellen hoe dat moet, vindt Osinga. Daarom werkt hij samen met de lokale distributeurs. “In kooksessies demonstreren mensen die enthousiast zijn over de Mimi Moto hoe het werkt en wat de voordelen zijn. Op deze manier kom ik erachter waar de lokale bevolking nou behoefte aan heeft. Dit verschilt per land. In India bakken ze bijvoorbeeld veel brood. Daar vonden ze de Mimi Moto maar een rotding, omdat het brood nogal eens verbrandde. We hebben toen een accessoire gemaakt waardoor het brood minder dicht op het vuur zat. Toen vonden de mensen het ineens een topuitvinding. In Nepal kan het best koud zijn, dus voor die markt hebben we een heater ontwikkeld zodat het kooktoestel ook een verwarming kan zijn.”

De lokale distributeurs zorgen indien gewenst ook voor de brandstoffen van de kooktoestellen en voor reparatie als er een pootje afbreekt of een onderdeel kapot gaat.

5 client 36 2e16d0ba fill 1127x605
Een vrouw bereidt haar maaltijd op de kookstoof van Mimi Moto. | Credit: Anne Osinga

Niet doneren, maar verkopen

Tot nu toe zijn er zo’n 60.000 kooktoestellen van Mimi Moto in gebruik. Osinga kiest er bewust voor om de kookstoven niet te doneren, maar te verkopen. “Als er geen gezond businessmodel is, dan wordt het niks”, legt hij uit. De kostprijs van de kooktoestellen moet uiteraard betaalbaar zijn. De ervaring leert bovendien dat mensen bereid zijn om voor de Mimi Moto te betalen. Osinga vertelt over een vrouw in Tanzania die voor de eerste keer de kookstoof gebruikte.

“We zetten het toestel neer, staken het aan, en na een paar minuten tijd zei ze al dat ze het wilde kopen. Ze vertelde dat ze geen tranende ogen meer had, dat ze het veel sneller kon aansteken en afvalstromen kon gebruiken. Ze had de voordelen snel in de gaten. De financiering bleek niet zo’n probleem, het geld kon geleend worden bij familie en kennissen. Als mensen overtuigd zijn van het product, is de wil er om te betalen”, aldus Osinga. Zijn de financiële middelen niet beschikbaar, dan kan het kooktoestel ook in bruikleen worden genomen. De mensen mogen er wel op koken, maar zijn geen eigenaar. Of er wordt een constructie opgetuigd waarmee een hoge brandstofprijs wordt gerekend, en op die manier wordt het toestel afbetaald. “Door de verschillende financieringsmogelijkheden kunnen toch veel mensen aanspraak maken op een Mimi Moto en kunnen zij schoner koken. Dat is het uiteindelijke doel.”

Dit schreven we eerder over koken:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu