Op een industrieterrein in Enschede is het hoofdkwartier van Boermarke gevestigd. Het kantoor, de fabriek en het logistieke terrein zitten onder één dak. Het complex is enorm, maar volgens directeur Alexander Varvik wordt het eigenlijk alweer te klein. “Uitbreiden is een mogelijkheid, want er is nog wat grond te koop. Aangezien we onze producen naar vijfentwintig landen exporteren, is het niet ondenkbaar om in de toekomst een productielocatie in het buitenland te openen.”
Boerenroomijs
De producten die vooralsnog in Twente worden geproduceerd, zijn allemaal plantaardig. Boermarke is uitgegroeid tot een van de drie grootste plantaardige zuivelbedrijven wereldwijd, terwijl het familiebedrijf ooit begon met boerenroomijs. In 1987 begon Bertine Varvik, de moeder van Alexander, ijs te maken met het melkoverschot van de koeien van haar man. Er kwamen meerdere smaken en later werden versproducten aan het assortiment toegevoegd, zoals yoghurt, vla en kwark. Het bedrijf professionaliseerde, groeide, verhuisde naar een nieuw pand en verkocht de producten als private label aan supermarkten in Nederland en daarbuiten.
In 2015 kwam een landelijke supermarktketen met een verzoek: kokosyoghurt. “Iemand had het in Engeland gezien en wilde het ook in Nederland proberen”, vertelt verkoopdirecteur Wessel van Setten. “Ik ben met die aanvraag naar onze productontwikkelaars gegaan, er werd een receptuur in elkaar gezet en vier weken later zat ik weer bij deze retailer. Ze vonden het goed smaken en kochten het in. Die kokosyoghurt was ons eerste plantaardige product. Ik heb nog nooit zo snel iets verkocht.”
Ook andere partijen zagen wel wat in zuivel zonder koe. “We gingen langs meerdere retailers en die wilden het ook wel proberen. Ik merkte dat het sentiment anders was. In de gewone yoghurtmarkt moest het altijd goedkoper en scherper op de prijs. We concurreerden met elke zuivelfabriek in Europa. De plantaardige tak is minder prijs gedreven, merkten we. Die producten verkochten we makkelijker.”
Gaspedaal
Binnen Boermarke groeide het idee dat het wel eens wat kon worden met die zuivelalternatieven. Varvik: “We hadden er een goed gevoel bij. De producten werden prima ontvangen. Toch blijft het spannend om af te stappen van iets wat je goed kent en wat anders te proberen. Achteraf is het een goede keuze. Ik heb er geen dag spijt van gehad.”
Van Setten: “Het voordeel van een familiebedrijf is ook dat je snel kan handelen. Die kokosyoghurt hoeft niet twintig tafels langs en niet iedereen hoeft er wat van te vinden.”
Varvik beaamt dat. “Als we ergens een kansje ruiken in de markt, proberen we het gewoon. We kunnen altijd nog op de rem trappen, al zit het gaspedaal in dit bedrijf dichterbij dan de rem. Dat is ook wel eens andersom denk ik.”
Alles plantaardig
Boermarke ging steeds meer op de plantaardige tour en introduceerde naast yoghurt ook alternatieven voor vla, ijs en melk. In 2023 werd bekend dat het bedrijf volledig plantaardig werd. Die rigoureuze keuze was grotendeels markt gestuurd, vertelt Varvik. “We hebben die dierlijke en plantaardige lijn een tijdje naast elkaar gedaan. In de praktijk botst dat met elkaar. Vooral in de plantaardige markt zie ik veel interesse en groei. De traditionele zuivelmarkt verandert. Het wordt reguliere boeren niet bepaald makkelijk gemaakt. De kans is groot dat het melkaanbod in de toekomst schaarser gaat worden. De prijs zal oplopen, met alle gevolgen van dien. Ik ben ervan overtuigd dat zuivelalternatieven op de lange termijn een goede keuze zijn.”
Praktisch
De beslissing had ook een praktisch karakter. Dierlijk en plantaardig in één fabriek is procesmatig een uitdaging. Van Setten wijst in een grote fabriekshal naar metershoge stapels pallets. “Hier liggen alle ingrediënten opgeslagen. Nu staat alles bij elkaar, maar eerder moesten we de dierlijke en plantaardige grondstoffen apart opslaan om kruisbesmetting te voorkomen.”
We lopen verder naar een productiehal waar emmers met sojayoghurt worden gevuld, verpakt en in kartonnen treden worden gezet. “Elke keer als we overschakelden van dierlijk naar plantaardig moesten de productielijnen grondig worden gereinigd. Onze zuivelvervangers konden destijds sporen van melk bevatten. Dat is kwaliteit-technisch niet handig. En er was weinig flexibiliteit. Van zondag tot woensdag produceerden we plantaardig, de overige dagen dierlijk. Als een supermarkt meer pallets sojayoghurt wilde omdat een actie goed liep, was dat niet mogelijk. Dan moesten we zeggen: dat kan pas volgende week, want we zijn nu met een dierlijke stroom bezig. Dat is vervelend.”

Duurzaamheidsoverwegingen
De keuze voor plantaardig werd gemaakt uit bedrijfsoverwegingen, niet per se uit duurzaamheidsoverwegingen. “Daar waren we destijds niet zo mee bezig. We zagen vooral het economische rendement en de procesmatige voordelen. Het hele idee dat we onze CO2-uitstoot flink terugdringen en de eiwittransitie aanjagen, kwam later”, aldus Van Setten.
Boermarke maakt ook alternatieven voor jonge kaas, feta en roomkaas. In Twente werd vorig jaar een nieuwe productielijn geplaatst met grote kook-unit voor blokken plantaardige kaas. Er kwam ook een lijn voor het snijden van plakken en een raspinstallatie. De apparaten zijn gigantisch. Aan het einde van de meterslange productielijn rollen de kaasvervangers in rap tempo van de band. Zo gestroomlijnd als nu was het proces in het begin niet, vertelt Varvik. “Plantaardige kaas heeft een andere structuur dan reguliere kaas. Dat vraagt om andere messen. En aan dierlijke, geraspte kaas wordt vaak zetmeel toegevoegd om te voorkomen dat het in de verpakking gaat klonteren. Dat trucje werkt niet bij plantaardige kaas. Dat zijn allemaal dingen waar we oplossingen voor moesten verzinnen. Maar al doende leren we. De kaasvervangers zijn populair en de productgroep groeit als kool.”
Het bewijs staat in de andere hoek van de hal. De gloednieuwe machines, deels nog in de verpakking, vormen straks een tweede productielijn. Die is nodig om aan de groeiende vraag te voldoen.
Volgens Van Setten kan de populariteit van de kaasvervangers wel eens te maken hebben met de prijs. “De inkoopprijs van dierlijke melk is lager dan van soja- en havervarianten. Bij kaas is dat anders. Daar zijn we veel goedkoper uit qua grondstoffen, waardoor we het ook voordeliger kunnen aanbieden. Onze plantaardige, geraspte kaas ligt voor 1,89 euro in de winkel. Daarnaast ligt een dierlijke variant voor 3,79. Het verschil is aanzienlijk.”
Focus
Afnemers en collega’s omarmden de nieuwe visie van Boermarke al snel. Varvik: “Hier op kantoor was niemand echt verbaasd, want alle collega’s wisten hoe hard de plantaardige productie ging. Bovendien denk ik dat het helpt om intern een duidelijke focus te hebben. Dan weet iedereen wat de stip op de horizon is. Naar mijn mening kan je plantaardige productie er niet even naast doen. Je beconcurreert toch een beetje de bestaande productie en het is lastig om dan écht de knop op te zetten. We hebben nu geen ruis op de lijn. Dat we afgestapt zijn van dierlijke zuivel, is een duidelijk signaal naar de markt. We zijn dé partner voor lekkere, plantaardige producten.”
In de transitie raakte het bedrijf geen grote afnemers kwijt. In de woorden van Varvik schemert de Twentse nuchterheid door. “Wij zijn maar een producent van voedingsmiddelen en dat doen we op onze manier. Wie het wil hebben kan het kopen en anders niet. Zo simpel is het.”
Boermarke verkoopt zijn plantaardige kaas, yoghurt en ijs aan internationale supermarktketens. “Kijk.” Van Setten wijst naar pallets met plantaardige aardbeienyoghurt. “Die gaan naar filialen in Spanje.”
Sinds afgelopen zomer levert het ook aan bedrijfsrestaurants, cateringpartijen en zorginstellingen. Met de stap wil het bedrijf de eiwittransitie in de foodservice aanjagen. Loopt het al storm? Dat verschilt, zegt Van Setten. “Sommige partijen zijn best traditioneel en zitten nog erg op zuivel. Zo zijn de toetjes voor zorginstellingen vaak dierlijk. Het argument is dan: de oudere bewoners zitten in de laatste fase van hun leven en willen de dierlijke producten die ze gewend zijn. Ik zeg dan dat bewoners het verschil tussen dierlijke vanille vla of ons plantaardige alternatief niet zullen merken. Want dat is echt zo.”
Hij ziet een belangrijke rol weggelegd voor inkopers. “Zorginstellingen hebben de Green Deal Duurzame Zorg, die staat voor zorg met een minimale CO2-uitstoot, ondertekend. Voeding is daar een onderdeel van. Wij willen de foodservice helpen om op dat vlak te verduurzamen. Vervang de feta in een Griekse salade voor onze variant en de hele salade is plantaardig. Dat zorgt voor minder CO2-uitstoot, geen gedoe meer met allergenen, iedereen kan het eten en de smaak doet niet onder voor het origineel.”
Momentum
Door afspraken zoals de Green Deal en CSRD hebben plantaardige producten een zeker momentum gekregen. “Retail doen we als private label, dus dat doen we op aanvraag van retailers. Ik zie dat supermarkten druk bezig zijn met de eiwittransitie. Bij foodservice zijn we actief inkopers aan het overtuigen om eens wat anders te proberen dan dierlijke producten. Ziekenhuizen en zorginstellingen moeten ook verduurzamen, onder andere omdat grote verzekeraars dat van ze vragen. Onlangs hebben we een CO2-tool ontwikkeld die inzichtelijk maakt wat de besparingen zijn. Op productniveau kan ik dat inzien en uitdraaien voor onze afnemers”, aldus Van Setten.
Boermarke heeft de ambitie om een totaalleverancier te zijn van plantaardige producten. Naast de eigen producten neemt het ook de verkoop van Vivera in de foodservice voor zijn rekening. Varvik: “We hebben in ons magazijn een voorraad van hun vleesvervangers staan. Onze klanten kunnen dat bestellen en wij nemen dat mee met ons transport. Zo voorkomen we dat we met verschillende vrachtwagens en producten naar hetzelfde adres rijden. Als er in de toekomst een partij aanhaakt waarvan we denken dat het een aanvulling is in ons pakket, dan kan het gewoon mee met onze logistiek.”
Dat past in de duurzame gedachte, vindt hij. “We werken ook samen met start-ups en scale-ups met dezelfde missie. Denk aan een Duits bedrijfje dat zich richt op plantaardige mozzarella. Na de productontwikkeling begint het eigenlijk pas: het opschalen, de certificering. Wij weten hoe dat werkt en kunnen daarbij helpen.”
Opwaarderen
Die innovatiedrang is onderdeel van het bedrijf, zegt Van Setten. “We ontwikkelen nieuwe recepturen en verbeteren die constant. Onze eerste plantaardige kaas is niet meer de kaas die we nu maken. Om eerlijk te zijn, waren we in het verleden bezig om zuivel steeds verder af te waarderen. Het moest steeds weer goedkoper. Het resultaat was melk, yoghurt en ijs met weer een gram minder eiwit of vet. Nu zijn we bezig om onze producten steeds verder op te waarderen met meer smaak en meer voedingswaardes. Intern leeft iedereen ervan op.”
Varvik: “Smaak staat op één, maar het moeten naast lekkere ook gezonde producten zijn. Het liefst nog gezonder dan het origineel. We hebben nu een kaasalternatief ontwikkeld met Nutri-Score B. Gewone kaas haalt dat niet.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in