Ze zijn nét niet gelijk zijn aan gewone brandstoffen. Dat is het probleem wat de onderzoekers van de University of Exeter zagen met de huidige generatie biobrandstoffen. Daardoor kunnen auto’s vaak nog niet op 100 procent biobrandstof rijden, maar kan deze alleen tot enkele procenten bijgemengd worden met gewone benzine of diesel.
Deze week publiceerden de Britse wetenschappers in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences hun biodiesel die volledig identiek is aan gewone diesel. Opmerkelijk: die diesel is geproduceerd door een genetisch gemodificeerde variant van de E.coli-bacterie.
“In plaats van het maken van vervangende brandstoffen zoals sommige biobrandstoffen, hebben we een replica van fossiele brandstoffen geproduceerd,” zei professor John Love van de University of Exeter.
Bio-fossiele-brandstoffen
Het produceren van biobrandstoffen zoals bio-ethanol en biodiesel is de meest directe, praktische oplossing voor het verduurzamen van de transportsector. Maar biobrandstoffen kampen met meer problemen dan het niet-gelijk zijn aan gewone brandstoffen. Zo is het verwerkingsproces om van gewas tot bruikbare brandstof te komen erg intensief. Ook is niet altijd zeker of biobrandstoffen wel voor daadwerkelijk minder CO2-uitstoot zorgen vergeleken met fossiele brandstoffen.
De ideale biobrandstoffen vergen daarmee dus weinig productiecapaciteit en zijn qua structuur en chemische eigenschappen identiek aan hun fossiele tegenhangers die ze dienen te vervangen. Ook zouden ze niet gemaakt moeten worden van, of concurreren met, gewassen die dienen voor voedselproductie.
Een hele lijst aan wensen, maar laat het nu zijn dat wetenschappers hier grote stappen in hebben gemaakt. Door het veranderen van de genen van de E.coli-bacterie zijn ze er in geslaagd om deze beestjes te transformeren in kleine brandstof-producerende fabriekjes. Bacteriën concurreren niet met de voedselvoorziening en kunnen nu dus exact dezelfde moleculen maken als gewone brandstof.
Professor Love: “Wat wij gedaan hebben is brandstoffen produceren die exact dezelfde koolstofketting lengte hebben die vereist zijn voor moderne motoren en ook in dezelfde samenstelling. Je zou ze bio-fossiele-brandstoffen kunnen noemen.”
Verwachtingen
Het onderzoek - dat deels werd gesponsord door Shell - staat echter nog wel in de kinderschoenen. De E.coli-bacteriën produceren nog maar kleine hoeveelheden van de ‘bio-fossiele-brandstof’. Maar de resultaten uit Engeland tonen de mogelijkheid een unieke biologische route te ontwikkelen, en te implementeren in E. coli-bacteriën, die er voor zorgt dat suikers omgezet kunnen worden in industrieel nuttige moleculen.
Volgens professor Love is er nu voor het produceren van één theelepel van deze brandstof zo’n 100 liter aan bacteriemedium nodig. “Onze uitdaging is nu het verhogen van de opbrengst voordat we over kunnen gaan op industriële schaal.”
“We hebben een tijdsbestek van ongeveer twee tot vijf jaar om uit te zoeken hoe we de opbrengst kunnen verhogen en om te zien of het industrieel potentie heeft.” Tot die tijd moeten we het dus nog even uitzingen met de huidige biobrandstoffen.
Foto: Lab Science Career en brionv via Flickr.com
Bron: BBC
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in
