We trappen af in Kopenhagen. De Deense hoofdstad staat bekend om de goede fietspaden. Met een netwerk van 400 kilometer is de hele stad goed bereikbaar per fiets. Dat maakt het een populair vervoermiddel voor de Denen: 62 procent reist ermee naar school of werk. Kopenhagen beschikt ook over zogenoemde Supercykelstier, wat het beste te omschrijven is als snelwegen voor de fiets. De verbindingen tussen de voorsteden en het stadscentrum tellen nauwelijks stoplichten en kruispunten, zodat er lekker doorgetrapt kan worden.
Groene daken
We blijven nog even de hoofdstad, waar groene daken al vanaf 2010 verplicht zijn. Het houdt in dat bouwers van alle nieuwe platte daken verplicht groendaken maken. Dit zorgt voor meer groen in de stad. Ook houden de daken de neerslag vast die erop valt. Dat zorgt voor verkoeling in de zomer, waardoor de stad minder opwarmt. Door de daken te voorzien van groen, gaan ze ook nog eens veel langer mee. De beplanting beschermt namelijk tegen uv-stralen, wind en neerslag. Dat verlengt de levensduur aanzienlijk: Groene daken gaan twee tot drie keer langer mee dan een gewone dakbedekking.
Koeientaks
De kans is groot dat Denemarken als eerste land ter wereld de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw financieel gaat belasten. De nieuwe belasting wordt in 2030 ingevoerd en zal met name melkveehouders raken. Koeien stoten namelijk veel methaan uit – een sterk broeikasgas. Per koe gaan veehouders straks ruim 100 euro per jaar betalen. Dat bedrag moet in 2035 opgelopen tot ruim het dubbele, is het idee. De aankomende maatregel wordt bestempeld als de koeientaks.
Hernieuwbare energie
Denemarken is dé koploper op het gebied van hernieuwbare energie. Het land is de grootste exporteur van windturbinetechnologie en bijna elke grote Deense universiteit heeft een afdeling gericht op onderzoek naar hernieuwbare energie. Denemarken is een grote speler op het gebied van windenergie. Deense bedrijven zoals Vestas en Ørsted zijn wereldleiders in de ontwikkeling, productie en installatie van windturbines. Dit leidt tot nieuwe technologieën, efficiënte energie opwek en een verlaging van de kosten. Daardoor kan hernieuwbare energie goed concurreren met fossiel.
Warmtenetten
Waar de aanleg van warmtenetten in Nederland met horten en stoten verloopt, gaat het in Denemarken een stuk voortvarender. Maar liefst 65 procent van de Deense huishoudens is aangesloten op zo'n net. De warmtenetten in Denemarken zijn aangesloten op diverse bronnen. Kolen en gas spelen nog een rol, maar de mix wordt meer en meer aangevuld met windmolens, zonnewarmte, biomassa en restwarmte afkomstig van bedrijven. Die combinatie van warmtebronnen maakt de Denen niet afhankelijk van één leverancier. De warmtenetten zijn in handen van de gebruikers of de overheid. Er mag geen winst worden gemaakt en alle kosten die worden gemaakt zijn transparant. Hierdoor blijven de kosten bescheiden en groeit het vertrouwen van de Deense bevolking.
In Nederland is het heel anders: hier is stadsverwarming vaak in handen van commerciële partijen. Die zijn niet transparant over de kosten van warmtenetten en welke prijs ze doorberekenen aan de eindgebruiker. Daarom wilde voormalig Klimaatminister Rob Jetten de netten verplicht in handen van de gemeenten geven. Dat plan werkt vooralsnog averechts. Commerciële warmtebedrijven spreken van onteigening en weigeren nog te investeren in warmtemetten. Vattenfall kondigde na het voorstel van Jetten aan geen nieuwe warmtenetten meer te gaan ontwikkelen. Eneco trok onlangs de stekker uit een warmtenet in Utrecht. Uit een rondgang van Nieuwsuur blijkt dat momenteel 90 procent van de aanleg van warmtenetten in Nederland stil ligt.
Energieneutraal eiland
Diep in Denemarken ligt het eiland Samsø. Met een oppervlakte van 114 vierkante kilometer is het nog kleiner dan Schiermonnikoog. Desondanks is het wereldberoemd omdat het eiland energieneutraal is. Eerder had de plek geen eigen energievoorziening. Elektriciteit en fossiele brandstoffen werden oorspronkelijk geleverd vanaf het vaste land. Nu wekt het eiland de eigen stroom op. Dit doet het voor 50 procent met zon en wind. Samsø telt meer dan 20 windmolens, stookinrichtingen en veel zonnepanelen. Het eiland draait deels op fossiele brandstoffen, voornamelijk voor de veerboten naar het vasteland varen en het lokale wegverkeer zoals auto’s. Dat fossiele deel wordt gecompenseerd met de export van groene stroom naar het vaste land.
De groenste gemeente van Denemarken heeft ambitieuze plannen om uiterlijk in 2030 fossielvrij te zijn. Zo komt er een tweede ferry met elektrisch aangedreven schroeven. Vooralsnog wordt de ferry aangedreven door een LNG-motor, waarbij omschakeling naar biogas in de toekomst mogelijk is. Ook pendelt een elektrisch aangedreven voetgangersferry heen en weer. Het overige verkeer moet ook zo snel mogelijk elektrisch gaan rijden. Hiervoor gaat het eiland nog meer groene stroom opwekken.
Biologische voeding
Om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen terug te dringen, heft de Deense overheid een extra belasting op deze pesticiden. Dat maakt de middelen voor telers minder interessant om ze te gebruiken. Er worden er dan ook minder van verkocht. Het geld dat met de belastingen wordt opgehaald, komt in een subsidiepot terecht. Daarmee wordt de belasting op de grond van de boeren verlaagd. De belasting op bestrijdingsmiddelen ondersteunt dus de boeren die op veel land, zo min mogelijk schadelijke middelen gebruiken. Voor hen is deze subsidiepot dus zeer voordelig.
De aanpak lijkt te werken, want Denemarken heeft wereldwijd de grootste markt voor biologisch voedsel. De onbespoten producten zijn de afgelopen jaren gepromoot, mede dankzij de hulp van de overheid. Supermarkten leggen biologische producten prominent in de schappen en communiceren de voordelen.
Reis verder:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in