De erfenis van Urgenda: hoe één klimaatzaak honderden nieuwe ontketende

De overwinning van Urgenda op de Nederlandse staat veroorzaakte in 2015 een aardverschuiving in het klimaatrecht. Tien jaar later lopen er tientallen zaken in Europa en honderden wereldwijd. Puur juridisch spierballenvertoon of levert het de planeet ook daadwerkelijk wat op?

Klimaatzaak credit Chantal Bekker Urgenda 06 1440px
Advocaat Roger Cox is geëmotioneerd na de historische Urgenda-uitspraak in 2015. | Credit: Urgenda/Chantal Bekker

In een hoek van de Haagse rechtbank is advocaat Roger Cox het gevecht tegen zijn tranen aan het verliezen. Hij slaat zijn handen voor zijn mond, zijn gezicht staat strak van ongeloof. Cox had gehoopt even rustig op adem te kunnen komen, maar het moment is zo historisch dat een kluit journalisten hem die rust niet gunt.

Het is 2015 en de rechtbank heeft zojuist onder luid gejuich van milieuactiegroep Urgenda besloten dat de Nederlandse overheid meer actie moet ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. De staat heeft de plicht om burgers te beschermen tegen gevaarlijke klimaatverandering, luidt het oordeel. Het reductiedoel voor 2020 zal dus een flinke sprong moeten maken: van 17 naar 25 procent. Het geluk van Urgenda kan niet op.

Cox, die de staat namens Urgenda voor de rechter sleepte, beseft terdege wat voor impact deze uitspraak zal gaan hebben. Met trillende stem staat hij de journalisten te woord. “We hebben zó hard gewerkt aan deze zaak en het gaat om zo’n groot maatschappelijk belang, dat ik er niets aan kan doen dat ik mijn professionaliteit even verlies.”

Stroomversnelling

Maar dat de Urgenda-zaak, inmiddels verworden tot fenomeen binnen het klimaatrecht, zóveel teweeg zou brengen, zag Cox in 2015 misschien ook niet aankomen. Tien jaar later is het klimaatrecht - ook wel climate litigation genoemd - in een stroomversnelling geraakt. Waar voor de Urgenda-case hooguit een paar zaken per jaar werden aangespannen in Europa, is dat aantal nu flink opgelopen. In recordjaar 2021 werden ruim zestig overheden en bedrijven voor de rechter gesleept wegens het schenden van milieu- en klimaatafspraken, blijkt uit data van het gerenommeerde Sabin Center for Climate Change Law, een onderdeel van de Columbia Law School.

Jaartallen klimaatrechtszaken
Op basis van data van het Sabin Center for Climate Change Law.

Volgens Margaretha Wewerinke-Singh, universitair hoofddocent duurzaamheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, heeft het Klimaatakkoord van Parijs een grote rol gespeeld. Daarin spraken alle landen binnen de Verenigde Naties af om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius, en het liefst nog tot 1,5 graad. “Het akkoord liet zien dat het internationale klimaatbeleid tekortschoot en bood juridische haken om ambitieuzer beleid af te dwingen”, zegt Wewerinke-Singh. Met de Urgenda-zaak werd meteen duidelijk hoe je die haken kunt gebruiken. Hoewel het Parijsakkoord pas getekend werd na het vonnis van de rechter in 2015, gaf het wel extra steun aan Urgenda’s standpunt dat het klimaatbeleid van Nederland niet ambitieus genoeg was.

Daar werd door andere organisaties gelijk op doorgepakt. Climate litigation heeft namelijk een enorm sneeuwbaleffect, ziet Wewerinke-Singh. “Een Ierse advocaat ziet bijvoorbeeld wat er in Nederland gebeurt en denkt: dat kan hier ook.” Lang niet iedere rechtszaak wordt in het voordeel van de aanklagers beslecht. Maar in haar onderzoek naar de verspreiding van klimaatzaken zag Wewerinke-Singh dat het sneeuwbaleffect kan ontstaan bij het alleen al voeren van een zaak. “Winnen blijkt geen vereiste. Urgenda inspireerde al tot het procederen voor het klimaat voordat er een uitspraak was. Alleen al het initiëren van de zaak bracht een effect teweeg.”

Ook Anneloes Kuiper, klimaatrechtonderzoeker aan de Universiteit Utrecht, ziet dat het klimaatrecht in trek is. “Vanaf het jaar 2015 werden er steeds meer wetenschappelijke studies gepubliceerd die menselijk gedrag koppelen aan klimaatschade. Ook wordt het steeds beter mogelijk om de historische en huidige emissies van landen en industrieën te berekenen. Rechters zijn zich steeds meer gaan openstellen voor de zorgplicht die landen en bedrijven hebben om die uitstoot te beperken en te compenseren.”

G3 Verdeling landen en regios optie 2
Op basis van data van het Sabin Center for Climate Change Law.

Overheden in het vizier

Naar het voorbeeld van Urgenda richtten milieuorganisaties hun pijlen in de eerste jaren na Urgenda vooral op overheden. Uit data van het Sabin Center blijkt dat bijna driekwart van de Europese rechtszaken tegen overheidsinstellingen is gericht. Een bekend voorbeeld is de groep ‘klimaseniorinnen’, ruim tweeduizend Zwitserse dames op leeftijd die hun regering aanklaagden wegens het lakse klimaatbeleid. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaf de seniorinnen gelijk.

Bedrijven ontsprongen in eerste instantie de dans. Volgens Daan van Maurik, die aan de Universiteit Utrecht onderzoek doet naar de wereldwijde impact van klimaatrechtszaken, komt dat omdat het makkelijker is om overheden aansprakelijk te stellen voor klimaatschade dan bedrijven. “In het Parijsakkoord stond voor het eerst zwart op wit dat overheden zich moeten inspannen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Het is dus makkelijk om daarin een juridische verplichting te lezen die gebruikt kan worden om overheden voor de rechter aan deze afspraak te houden. Tegen bedrijven zijn zulke zaken veel lastiger in elkaar te draaien.”

Dat veranderde in 2021, toen Milieudefensie niet eenmaal, maar tweemaal bewees dat óók bedrijven op hun verantwoordelijkheid kunnen worden aangesproken. De zegetocht begon in januari van dat jaar met een overwinning op de Nigeriaanse dochtervennootschap van Shell, een zaak die de ngo had aangespannen met vier lokale boeren. Zij eisten compensatie voor de schade die ze hadden geleden nadat ondergrondse pijpleidingen en een boorput in de Nigerdelta begonnen te lekken.

Na dertien jaar procederen werden Milieudefensie en de boeren in het gelijk gesteld. De oliereus moet de boerenfamilies een schadevergoeding van in totaal 15 miljoen euro betalen. Het vonnis bewees dat bedrijven kunnen worden aangesproken op het ‘opruimen van hun eigen rotzooi’, zegt Donald Pols, directeur van Milieudefensie. “En voor het eerst werd ook vastgesteld dat de moederholding verantwoordelijk is voor het gedrag van de dochter-bv’s.”

Die uitspraak effende de weg voor de overwinning die de milieuorganisatie vijf maanden later op Shell zou boeken (zie kader); in mei 2021 oordeelde de rechter dat de energiegigant zijn klimaatdoelen in lijn moest brengen met die van het Parijsakkoord. De uitstoot fors reduceren dus, met 45 procent ten opzichte van ijkjaar 2019.

‘Ongeschreven zorgvuldigheidsnorm’

Milieudefensie beriep zich voor de rechtszaak tegen Shell op de zogeheten ‘ongeschreven zorgvuldigheidsnorm’. Rechters bepalen hierbij of bedrijven een zorgplicht hebben richting de Nederlandse bevolking. Voor hun besluit maken ze een afweging tussen het veroorzaakte risico, de aard en omvang van de schade en de moeite die het kost om voorzorgsmaatregelen te nemen.

“Het is een drietrapsraket”, zegt Anneloes Kuiper, klimaatrechtonderzoeker aan de Universiteit Utrecht. “Bescherming van mensenrechten door de staat betekent ook bescherming tegen gevaarlijke klimaatverandering; bedrijven hebben via de ongeschreven zorgplicht ook de plicht om mensenrechten te beschermen; dus bedrijven hebben via de ongeschreven zorgplicht ook de plicht om te beschermen tegen gevaarlijke klimaatverandering.”

Nieuw was dat het niet alleen over de eigen emissies en die van leveranciers ging (scope 1 en 2), maar ook over de uitstoot in de keten (scope 3). De broeikasgassen die de atmosfeer in worden gepompt zodra benzine of kerosine uit Shell-tankstations wordt verbrand, bijvoorbeeld, en die meer dan 90 procent van de uitstoot van het concern bepalen. Pols: “De rechtszaak heeft niet alleen de individuele verantwoordelijkheid van bedrijven bevestigd, maar ook bekrachtigd dat die doorvoert tot scope 3.”

De schrik van Shell

Daar houdt het voorlopig op. Wetenschappelijke consensus over welk reductiepercentage er bij scope 3 hoort, is er nog niet. Shell ging tegen de uitspraak in beroep, en won. De rechter oordeelde dat er geen getal op de scope 3-emissies te plakken valt en dat het bovendien weinig effectief is om slechts één partij op te leggen om bijna de helft minder uit te stoten; dan zouden concurrenten in dat gat springen.

Desondanks schrokken ze in 2021 nogal, bij Shell. Niet dat ze de rechtszaak niet serieus namen, zegt Pols. ‘Dat deden ze absoluut. Ze zaten daar met een team van vijf advocaten van een van de duurste kantoren ter wereld, De Brauw Blackstone Westbroek. Maar ze waanden zich zo onaantastbaar, waren ervan overtuigd dat ze niet konden worden aangesproken op hun gedrag.’

Klimaatwaakhond Carbon Majors berekende recent dat meer dan de helft van de jaarlijkse wereldwijde CO2-uitstoot tot slechts 36 bedrijven te herleiden is, waaronder alle grote olie- en gasbedrijven. Die partijen hebben volgens Pols een stevige vinger in de pap in de landen waar ze actief zijn. “Ze vertalen hun economische macht naar politieke macht”, zegt hij. “Door te dreigen met een vertrek bij regulering op het gebied van duurzaamheid bijvoorbeeld, zoals Boskalis en Shell recent deden. De nationale CO2-heffing voor de industrie die door het vorige kabinet werd ingevoerd, loopt ook alweer gevaar.”

De rechtbank is een van de weinige plekken in de samenleving die nog niet is overgenomen door multinationals, stelt de directeur. “Dus beroepen wij ons op het recht.” Het is een weg die ook andere ngo’s zijn ingeslagen en waarvoor ze elkaar steeds beter weten te vinden. Een voorbeeld is het Climate Litigation Network (CLN), dat Urgenda opzette om organisaties elders op de wereld te ondersteunen bij klimaatacties. Ook zijn er samenwerkingsverbanden rondom klimaatzaken met een thematische focus (zoals mensenrechten) en worden er regionale netwerken opgezet.

Wewerinke-Singh: “Het klimaatrecht werkt per land verschillend, maar tegelijkertijd zijn er tussen verschillende klimaatzaken ook veel overeenkomsten. Het uitwisselen van kennis onder betrokken organisaties kan dus erg nuttig zijn. Het gaat hierbij niet alleen over juridische kennis maar ook over de kennis en communicatie van klimaatwetenschap. De feitelijke en juridische grondslagen van een klimaatzaak moeten zowel up to date als robuust zijn om de zaak te doen slagen.”

Milieudefensie is een van de bij het CLN betrokken organisaties. De milieuclub werkt ook op andere manieren met collega-ngo’s samen. “Wij vertalen bijvoorbeeld al onze juridische documenten in het Engels”, vertelt Pols. “We hebben een tool ontwikkeld waarmee anderen die stukken met een paar aanpassingen kunnen tweaken en afstemmen op de nationale jurisdictie. Zodat niet iedereen afzonderlijk het wiel hoeft uit te vinden. Want dat kost enorm veel geld. Met een jaaromzet van 30 miljoen zijn we geen kleine speler, maar dat staat niet in verhouding tot de bedragen die het bedrijfsleven tot zijn beschikking heeft.”

Klimaatzaak credit Chantal Bekker Urgenda 03 1440px
Blijdschap na de Urgenda-zaak in 2015. | Credit: Urgenda/Chantal Bekker

‘Juridificering’

En dat bedrijfsleven slaat terug. Zo sleepte een Amerikaans olietransportbedrijf Greenpeace voor de rechter wegens laster, na protesten tegen de aanleg van een pijpleiding door een reservaat. Voor de actiegroep dreigt een miljoenenclaim. In Nederland zijn de tegenkrachten een stuk minder grimmig. Hier valt juist de verzoenende toon op. Na de gevoelige tik die Shell in 2021 van Milieudefensie kreeg, besloot het bedrijf de klimaatambities aan te scherpen. Ook ING, het volgende bedrijf waarop de ngo zijn pijlen richt, heeft aangekondigd de investeringen in olie en gas versneld af te bouwen. Daarnaast heeft de bank de klimaatdoelen recent laten toetsen door het Science Based Targets-initiatief (SBTi).

De bedrijven zijn het met Milieudefensie eens over het eindpunt, stellen ceo’s Frans Everts (Shell Nederland) en Steven van Rijswijk (ING). “Maar over het hoe en over de rol van de verschillende actoren verschillen we wel fundamenteel van mening”, zei Everts recent tegen MT/Sprout. Zijn telefoon ontplofte toen het Hof de scope 3-eis van Milieudefensie vorig jaar november van tafel veegde. Allemaal berichten van opgeluchte bestuurders, die ook worstelen met wat Everts ‘juridificering’ noemt: “Het toenemende gebruik van gerechtelijke middelen om uitspraken te krijgen die relevant zijn voor het maatschappelijke debat.”

Ingrid Thijssen, de voorzitter van werkgeversvereniging VNO-NCW, uitte hier een paar jaar geleden in het Financieele Dagblad scherpe kritiek op. Nederland staat voor een enorme transitieopgave en de ‘toenemende neiging’ om naar de rechter te gaan vertraagt die omslag alleen maar, stelt de topvrouw. ‘Nederland dreigt in een situatie te komen waarin niet onze regering en gekozen volksvertegenwoordiging aan het stuur zitten van de grootste hervorming van onze samenleving sinds de Tweede Wereldoorlog, maar de rechter.’

Pols vindt dat een ‘onzin-argument’. Volgens hem doet de rechter niets anders dan politiek en het bedrijfsleven aan bestaand beleid houden. “De politiek heeft al gehandeld, heeft tijdens de klimaattop in Parijs een akkoord opgesteld en ondertekend. Wij doen niets anders dan de rechter vragen die doelen te toetsen aan het beleid van Shell.”

En nee, pareert hij een ander veelgehoord punt van kritiek: Milieudefensie is niet doelbewust het vestigingsklimaat aan het slopen. “Het is precies andersom”, zegt hij. “Fossiele bedrijven staan verandering in de weg door vast te houden aan de status quo en zetten daarmee het vestigingsklimaat onder druk. We willen ook geen bedrijven het land uit pesten; integendeel, we willen juist meer schone bedrijven in Nederland.”

Die boodschap vindt weerklank. Milieudefensie is in korte tijd benaderd door vijf grote organisaties die ‘Paris-proof’ willen worden, waaronder pensioenfonds ABP en Albert Heijn. Uit angst om zelf in het beklaagdenbankje te eindigen? “Ik ga liever uit van een positieve motivatie’, zegt hij. “Ook zij zien dat een CO2-arme economie de toekomst is.”

Wel of geen effect

Voor de planeet is uiteindelijk maar één kwestie van belang: leiden de rechtszaken ook tot klimaat- en milieubewuster gedrag, zoals een lagere uitstoot van broeikasgassen of minder ontbossing? “Dat is een zeer complexe vraag”, zegt onderzoeker Van Maurik (Universiteit Utrecht). “Daarvoor zou je klimaatrechtszaken direct aan de reductie van CO2 moeten koppelen. Dat is onmogelijk omdat er zo veel verschillende factoren tegelijk spelen. Denk aan economische ontwikkelingen, wetgeving die CO2-reductie verplicht stelt of de technologische innovatie van bedrijven.”

Wel is het volgens onderzoeker Kuiper wetenschappelijk aangetoond dat rechtszaken vaak tot nieuwe of aangepaste wetgeving kunnen leiden. “In de jaren tachtig en negentig zijn er in de Verenigde Staten veel rechtszaken gevoerd tegen bedrijven in de wapenindustrie. Die zaken waren niet allemaal succesvol, maar creëerden wel bewustzijn dat er in die industrie iets flink mis ging en dat er maatregelen nodig waren, van politici of de bedrijven zelf. De politiek dacht toen: hier moeten wij iets mee. Je ziet dus dat rechtszaken bewustzijn en nieuw beleid agenderen. Op het gebied van klimaat geldt dat ook. Sinds Urgenda is het thema klimaat veel vaker besproken in de Tweede Kamer dan ervoor.”

Urgenda-effect

Roger Cox weet nog precies wat collega-juristen in 2015 van zijn gang naar de rechtbank dachten, zegt hij tegen de Volkskrant. “Sympathiek idee, maar dit gaat natuurlijk nooit lukken.” Een gedachte die hij ook bij de rechter vermoedde. En kijk waar we nu staan, zeggen deskundigen. Lukken deed het wel degelijk en na Cox volgden vele anderen. Wewerinke-Singh: “Noem het het Urgenda-effect.”

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu