Tjeerd, kun je kort vertellen wat ISPT precies doet?
Jongsma: “Het ISPT is een organisatie opgericht door en voor bedrijven die willen verduurzamen in de procesindustrie. Wij verbinden bedrijven aan elkaar en aan kennisinstellingen. Grote bedrijven zijn meestal gefocust op de eigen productinnovatie, want als je de procesinnovatie onder handen neemt betekent dat vaak dat je afscheid moet nemen van de assets die je hebt. Voor procesinnovatie moet je namelijk je fabriek ombouwen. Dat is een risico, want de kwaliteit van een product kan minder worden.
Daarom vernieuwen wij als ISPT gezamenlijk die processen. Als één bedrijf het al gedaan heeft zijn de risico’s voor andere bedrijven kleiner. Daarbij is de kern en know how over processen bij bedrijven als Shell, DSM, Unilever en Akzo eigenlijk vergelijkbaar. Of je nou olie produceert of boter maakt, bij allebei de processen scheid je de vetten van water.
Omdat we nu midden in de energietransitie zitten is er steeds meer behoefte om die processen te verduurzamen. Van olie en gas als energiebron, moeten we naar elektriciteit en waterstof. We merken dat de meeste bedrijven intern kijken hoe ze dat het beste kunnen doen. Daarom creëren wij een veilige omgeving waar de bedrijven met elkaar kunnen praten en gezamenlijk hun processen kunnen verduurzamen. Bovendien is het makkelijker om in samenwerkingsverband subsidie te krijgen.”
En Christa, wat is jouw rol binnen het instituut?
De Ruyter: “Sinds maart ben ik trainee bij ISPT. Daar ben ik actief binnen een Europees project waar ik kijk hoe verschillende bedrijven, overheden en organisaties binnen een regio kunnen samenwerken om energie te besparen. Bijvoorbeeld door het gebruik van zonnepanelen en warmtenetten.”
Lees ook: Eerste inzendingen groeifonds zijn weinig groen
Hoe vinden jullie dat Nederland het doet in de energietransitie?
De Ruyter: “Nederland heeft natuurlijk een achtergrond met aardgas. Als klein land zonder waterkracht en met die achtergrond heeft Nederland een moeilijke startpositie. Maar er zijn veel projecten gaande, er worden discussies gevoerd. Men heeft door dat er iets moet gebeuren en er ontstaat een drive om de volgende stappen te zetten. Vaak wordt er gezegd dat de jongere generatie duurzamer bezig is. Die eten minder vlees en hebben geen auto. Om mij heen merk ik dat als er eenmaal kinderen komen die auto er ook wel komt, haha. Maar jongeren voelen denk ik wel meer urgentie dat er iets moet gebeuren, omdat klimaatverandering uiteindelijk impact gaat hebben op hun levens.”
Jongsma: “De cijfers in Europees verband zijn inderdaad niet zo goed. We focussen in Nederland erg op de eigen opwek van duurzame energie, terwijl dat hier alleen op de Noordzee nog kan. De overheid vergeet dat we hier import- en exporteur van energie en halffabrikaten zijn, het doorgeefluikje, wij zetten olieproducten en gas door naar ons achterland Europa. Nederland heeft daarom ook veel meer energie nodig per capita dan de Duitsers. Toch blijft de focus van de regering om alle energie zelf op te wekken, terwijl dat nooit gaat lukken. We moeten accepteren dat de opgewerkte energie niet allemaal uit Nederland gaat komen. Zonnepanelen in Saudi Arabië en Marokko wekken veel meer energie op, die ook goedkoper is dan energie die uit Nederland. Uit een progonse van een grote windmolenexploitant blijkt bijvoorbeeld dat energie uit een windmolen op de Noordzee tot 3 eurocent per kWh kan zakkken; dat is dan nog drie keer duurder dan bijvoorbeeld zonneenergie in Saoudi Arabië. Je moet je afvragen of je daarmee moet willen concurreren.
Wij kunnen in Nederland dus niet veel op het gebied van duurzame opwek, maar wél op het gebied van duurzame productie in de industrie. Alle bedrijven die bij ons aangesloten zijn willen dat graag. En we moeten investeren in het verwaarden van energie en waterstof in ketens die we al hebben. Dan kunnen we daar gidsland in zijn en met die energie groene producten maken.”
De Ruyter: “Daar sluit ik mij bij aan. Natuurlijk is de Nederlandse overheid gericht op de situatie in Nederland, maar dat doet geen recht aan de complexiteit. Want als we een bedrijf alleen in Nederland circulair maken, is dat slechts een stukje van de keten.”
De Europese doelstelling is ook om in 2050 een CO2-neutraal en circulair continent te zijn. Dan moet de rest van Europa toch ook meedoen?
Jongsma: “Dat klopt, maar doelstellingen zijn geen beleid. Het is een wensenlijstje om in dertig jaar te verwezenlijken. En hoe we dat gaan doen, welke concessies je moet doen, dáár zit de crux.”
De Ruyter: “In mijn Europese project merk ik ook dat het lastig is om die samenwerking tot stand te brengen. In de regio moet energiesamenwerking ontstaan, maar bedrijven zijn vaak naar binnen gekeerd. Zo wil een bedrijf restwarmte aanbieden, maar dat moet geregeld worden met andere partijen. En dan komen er problemen, want ze moeten contracten opstellen en het is nieuw en dus onduidelijk. Dan laten ze het toch maar zitten. Als het makkelijk zou zijn nemen bedrijven eerder die stap.”
Lees ook: Data over groene energie is goud waard, weet dit bedrijf
Want hoe lang duurt bijvoorbeeld een totale procesvernieuwing?
Jongsma: “Als het plan er na één jaar is, duurt het gemiddeld zeven jaar voordat het getest wordt als pilot, en dan nog een keer tien jaar voordat het echt is ingeregeld. En meestal duurt het nog langer, wat natuurlijk frustrerend is. Voordat ik bij ISPT kwam, werkte ik bij Friesland Campina. Toen ik er begon wist ik al wat ik wilde doen, namelijk direct kindervoeding uit melk maken in plaats van uit de resttromen van de kaasproductie. Het heeft ruim tien jaar geduurd voordat we de eerste demo hadden. Bij een techstartup gaat zo’n proces veel sneller, maar dat komt omdat het geen fysieke infrastructuur nodig heeft, en het heeft dus ook geen minder grote impact. Met grote procesvernieuwingen hangen grote investeringen samen, denk aan 100 miljoen euro. Want je moet fabrieken (om)bouwen. Daarom zitten er ook zoveel stappen tussen.”
Welke rol speelt de jongere generatie in het versnellen van de energietransitie?
De Ruyter: “Omdat je als jongere nog niet helemaal onderdeel van het systeem bent, kun je makkelijker reflecteren. Je loopt tegen dingen aan en vraagt je af waarom mensen dat zo doen, want het kan tien keer sneller. Als je daar iemand met ervaring naast zet, kan dat worden versterkt en kun je samen tot mooie dingen komen.”
Welk advies zouden jullie elkaar willen geven?
De Ruyter: “Ik wil graag iets onderstrepen waar Tjeerd al mee bezig is. Je kunt complexe vraagstukken niet oplossen met makkelijke antwoorden, de oplossing moet recht doen aan de complexiteit van het probleem. Daarom heb je veel verschillende invalshoeken nodig binnen je bedrijf: het team moet divers zijn, met mensen van verschillende leeftijden en culturen. Tjeerd moet blijven waarborgen dat we zoveel mogelijk invalshoeken combineren om tot goede oplossingen te komen.”
Jongsma: “Ik vind het belangrijk dat Christa zich uit blijft spreken. Dat ze analyseert en duidt, en dat meeneemt in de discussie en de dialoog. Dat is nodig om de eigen geest te blijven slijpen.”
Lees ook: De energietransitie volgens de CEO van Gasunie en een jong talent
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in