Wetenschappers van de Universiteit van Zuid-Denemarken (SDU) onderzochten een nieuwe methode om biobrandstoffen uit planten en plantenresten te halen. In dit proces kan het gebruik van dure enzymen geheel worden vermeden dankzij een goedkoop zuur-baseproces, zegt het onderzoeksteam.
“Als we bio-ethanol van de stengels van de maïsplant kunnen maken en de maïskolven behouden als voedsel, dan zijn we een eind op weg", zegt professor Per Morgen van het Instituut voor Natuurkunde, Chemie en Farmacie aan de SDU.
Enzymvrij
Het doel is om bio-ethanol te produceren uit cellulose, het hoofdbestanddeel van planten. Cellulose is een polysacharide en wordt door bijna elke plant aangemaakt, voornamelijk in de stengels en bladeren. Cellulose is lastig om te zetten in suikers en daarom niet meteen geschikt voor de productie van bio-ethanol. Er zijn enzymen nodig om cellulose sneller af te breken.
Gepatenteerde enzymen zijn duur. Het onderzoeksteam zegt nu een goedkoper alternatief in handen te hebben. “Wij zijn er trots op onze goedkope en niet gepatenteerde enzymvrije techniek te introduceren,” aldus Morgen.
Rijstkaf
Het zuur RHSO3H staat aan de basis van de techniek. De grondstoffen voor de productie van RHSO3H zijn relatief goedkoop en gemakkelijk te verkrijgen. De onderzoekers maakten het zuur van de verbrande restanten van rijst, het zogeheten rijstkaf. Het silicaat in de as worden gecombineerd met chloorsulfonzuur, waardoor de zuurmoleculen zich hechten met de silicaatdeeltjes. “Het resultaat is een gloednieuw molecule: het zuur RHSO3H – dat dure enzymen kan vervangen in het afbrekingsproces van cellulose naar suiker,” zegt Morgen.
De onderzoekers willen geen patent aanvragen op hun ontdekking. Morgen: “Met onze methode kan iedereen straks zijn eigen bio-ethanol thuis maken.”
Bron: Cleantechnica | Foto: Jonny McCormack via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in