“Het klimaatprogramma is cruciaal voor het voortbestaan van de Rotterdamse haven”
De Rotterdamse haven is al tientallen jaren een icoon van de Nederlandse economie. Ook gedurende en na de transitie van een fossiele naar een duurzame economie, wil ‘Rotterdam’ de belangrijkste logistieke draaischijf en industrieel cluster binnen Europa blijven.
Al vele decennia draait de Rotterdamse haven op fossiele brandstoffen. Olie en gas dienen als grondstof voor de chemische industrie in het havengebied. Vloeibaar aardgas en kolen komen de haven binnen om per trein of pijpleiding naar het achterland getransporteerd te worden.
Duurzame transitie noodzakelijk
Die trots op de status van de Rotterdamse haven is voelbaar als Alice Krekt, directeur van het Deltalinqs Climate Program, aan het woord is. Maar er is ook een zorg. “Hier is niet alleen de haven met haar containeroverslag, bulk overslag en dienstverlening. Het is ook een industrie met raffinaderijen en chemische bedrijven. En enorm veel dienstverlening, zoals loodsen en zakelijke dienstverlening er omheen. Het hele economische cluster is gebaseerd op fossiele brandstoffen, en dat moet anders.”
Als programmadirecteur werkt Krekt hard aan de duurzame transitie. De missie? “De haven en de industrie helpen verduurzamen”, is de beknopte formulering van Krekt.
Meer dan belangenbehartiging
Deltalinqs is de ondernemersvereniging van de Rotterdamse haven en industrie. De vereniging is opgericht als belangenbehartiger. “Ik zeg weleens met een knipoog dat wij de ANWB van het Rotterdamse haven- en industrieel cluster zijn. We lobbyen bij het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente en bij de provincie, en ook in Den Haag en Brussel.”
“Maar wij doen meer dan belangenbehartiging. We organiseren een groot aantal inhoudelijke kennissessies in de vorm van webinars, workshops, masterclasses en trainingen. Daarnaast organiseren we veel netwerkbijeenkomsten, om de bedrijven in het cluster met elkaar te verbinden. Bovendien hebben wij een klimaatprogramma, waarbinnen we samen met onze leden en partners werken aan het realiseren van de klimaatdoelen.”
Als de transitie hier lukt, kan het overal
“Dit klimaatprogramma is cruciaal voor het voortbestaan van de Rotterdamse haven”, zegt Krekt beslist. “Alle bedrijven hebben natuurlijk hun eigen verantwoordelijkheid en starten ook projecten op, maar binnen Deltalinqs kunnen we de krachten bundelen. Het cluster is enorm verweven. Het product van de ene fabriek, is een halffabricaat voor de volgende. Veel innovaties vereisen samenwerking. De samenwerking is vaak complex, maar is er meestal al. Alle oplossingen kunnen en moeten hier worden toegepast. Daarom zeg ik altijd: als we hier de transitie voor elkaar krijgen, dan kan het overal.”
In de verschillende klimaatakkoorden wordt gekeken naar de situatie in 2030 en 2050. Die termijn is ver weg, vindt Krekt. “Het gevaar van die termijnen is uitstelgedrag. Prima als een bedrijf in 2050 circulair wil zijn. Maar ik wil kijken wat we nú kunnen doen, de komende vijf tot zeven jaar. Voor 2030 zijn er nog maar twee grote onderhoudstops bij de industrie. Tijdens zo’n stop kunnen wijzigingen in het productieproces worden doorgevoerd. Beslissingen over aanpassingen moeten daarom nu worden genomen.”
H-vision
De Deltalinqs-programmadirecteur heeft een budget beschikbaar van circa 3 miljoen euro voor het klimaatprogramma, afhankelijk van het aantal projecten dat loopt. Het klimaatprogramma is een publiek-private-samenwerking die wordt gefinancierd door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, Deltalinqs en de bedrijven die participeren in de verschillende projecten.
Het grootste project dat daarvoor wordt opgezet, H-vision, heeft betrekking op de inzet van waterstof in een raffinaderij. “Ik ben er zelf projectleider van”, vertelt Krekt. “We gebruiken restgassen uit fabrieken om waterstof te maken. Die waterstof gebruiken we dan om warmte te produceren waar voorheen aardgas voor werd gebruikt. Dat levert een enorme reductie aan aardgasgebruik op, en dus ook een enorme CO2-reductie.”
Energiebesparingsfonds
Daarnaast heeft Deltalinqs samen met de provincie Zuid-Holland een energiebesparingsfonds opgezet. Bedrijven kunnen via dat fonds een scan laten uitvoeren. Experts lichten het bedrijf dan door en geven de directie advies hoe ze energie kunnen besparen. “Daar komen goede projecten uit. Vaak zijn er voor besparingsmaatregelen subsidies te krijgen, daar helpen wij die bedrijven dan mee.”
Energiemix van de toekomst
Ook heeft Deltalinqs samen met TNO een energiemix-studie opgezet, waarbij ze per bedrijf inschatten hoe hun energiemix van de toekomst er uit zal zien. De verzameling van deze (geanonimiseerde) data kunnen netbeheerder Stedin en Havenbedrijf Rotterdam gebruiken om de juiste infrastructuurkeuzes te maken. “We willen dit uitbouwen tot een safehouse waarmee de verwachte vraag en aanleg van energienetwerken aan elkaar worden gekoppeld.”
Verder zet Krekt in op samenwerking en communicatie. “Toen het eerste bedrijf de energiebesparingsscan had gedaan, hebben we een klein symposium georganiseerd om het project en de resultaten te presenteren aan andere bedrijven.”
Ook is er een intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam. “De gemeente heeft bijvoorbeeld geld beschikbaar gesteld voor walstroom, zodat er minder vervuilende aggregaten hoeven te draaien.”
Investeren in infrastructuur van de toekomst
De lobbyactiviteiten, die Deltalinqs momenteel ontplooit, zijn er vooral op gericht dat bedrijven in staat worden gesteld om de klimaatdoelstellingen te halen. “Wij willen graag dat de doelstellingen, die worden opgelegd, in de pas lopen met de regelgeving. Ook moeten er voorzieningen en infrastructuur komen. Zo kan een bedrijf wel overschakelen op waterstof, maar dan moet er wel een pijpleiding zijn om die waterstof aan te voeren.”
Dat brengt Krekt bij een breder punt. “Als we daadwerkelijk met een groen herstel uit de coronacrisis willen komen, dan moet de overheid vooral investeren in de infrastructuur van de toekomst. Dat is voor bedrijven vervolgens een impuls om te verduurzamen. Als de overheid zorgt voor een waterstofinfrastructuur, dan gaan bedrijven op enig moment echt wel van het aardgas af.”
Voor de elektrificatie van transport is het belangrijk dat er voldoende innovatie- en opschalingsbudgetten zijn. “De voertuigen moeten goedkoper worden. Voor veel ondernemers in de transportsector zijn de marges klein, evenals de verduurzamingsmogelijkheden. Een elektrische truck is drie keer duurder dan een dieseltruck. Dat verschil kunnen ondernemers op dit moment niet overbruggen.”
Overheid moet daadkrachtig optreden
“We hebben in de coronacrisis een super daadkrachtige overheid gezien”, observeert Krekt. “Terwijl eerder over het klimaatakkoord lang moest worden gediscussieerd. Ik hoop dat er voor het klimaat nu eenzelfde gevoel voor urgentie ontstaat. Het lijkt me goed als er naar analogie van de deltacommissaris een klimaatcommissaris komt, die over de ministeries heen kan optreden. De opdracht: alle obstakels overwinnen om het klimaatakkoord op tijd uitgevoerd te krijgen.”