Als directeur van het klimaatprogramma van ondernemersvereniging Deltalinqs bevindt Alice Krekt zich op een sleutelplek in de energietransitie in de haven van Rotterdam. Ze stond aan de wieg van het Rotterdamse Klimaatakkoord en helpt het Rotterdamse industriële cluster met concrete projecten te verduurzamen. De 50-jarige Krekt studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Utrecht. Vervolgens maakte zij carrière in de Nederlandse en internationale haven-sector. Voordat Krekt bij Deltalinqs begon, was ze werkzaam bij ingenieursbureau Arcadis.
Visie
“De transitie waar we voor staan is een energie- èn grondstoffentransitie. Er hangt veel vanaf. Niet alleen onze welvaart, maar ook ons levensgeluk. Hoe we werken en wonen, maar ook zaken als natuur en biodiversiteit. Het is allesomvattend. En de kern van deze transitie speelt zich grotendeels af bij de bedrijven die de basisgrondstoffen maken voor de producten die we allemaal gebruiken. Brandstoffen voor transport, verpakkingsmateriaal, de grondstoffen voor de stoel waar je op zit. Dat komt bij de industrie vandaan en dat moet verduurzamen.”
“Als ik denk aan een duurzame toekomst, dan hebben de industrieclusters zoals die van Rotterdam zich opnieuw uitgevonden. Wel zijn energie en grondstoffen nog steeds verweven maar het grote verschil is dat ze duurzaam zijn en hernieuwbaar. De energievoorziening van de processen zal op waterstof en elektriciteit gebaseerd zijn, met een beetje CO2-afvang waar nodig. Op dit moment wordt nog olie gebruikt voor brandstof en grondstof in chemische processen. In de toekomst zullen in plaats daarvan waterstof, koolstof en elektriciteit worden omgezet naar basischemicaliën waarvan we brandstoffen en gebruiksvoorwerpen maken. Want ook in die duurzame toekomst is veel chemie nodig. “
Leiderschap
“Ik ben resultaatgericht en mijn leiderschapsstijl is gericht op verbinding. Ik vind het belangrijk om constructief en coöperatief alle maatregelen die nodig zijn in te voeren. Helaas worden in het maatschappelijke debat tegenstellingen aangezet en steeds oplossingen ter discussie gesteld. Die luxe hebben we niet, als we de klimaatdoelen willen halen.”
“Een vergezicht zoals het Parijsakkoord is belangrijk, maar ik geloof dat een heldere visie op het benodigde resultaat het meest inspireert en motiveert. Iedereen heeft een rol te spelen en moet mee naar de nieuwe economie. Door met elkaar stappen te zetten behalen we resultaten én leren we wat niet werkt.”
“Succesvol leiderschap vraagt om drie zaken: ten eerste moet je koers bepalen en inspireren. Daar hoort ook bij dat je eerlijk bent over wat haalbaar is en wat niet. Ten tweede moet je de kracht van mensen en partnerorganisaties benutten en hen de ruimte geven. Zo haal je de beste innovaties boven, maar dat betekent ook dat je anderen successen gunt. Ten derde: resultaat boeken. Want dat inspireert. Ik probeer elke keer kleine stappen te zetten die uiteindelijk leiden tot een groot resultaat. Daarom staan er in het klimaatprogramma ook pilots en demo’s waar we naartoe werken. En je moet een beetje lef hebben. Want soms moet je ook gewoon de hete kolen uit het vuur halen. Het is soms nodig anderen een spiegel voor te houden.”
Impact
“De Rotterdamse industrie staat voor één vijfde van de nationale reductieopgave. Dat is heel veel. Maar met vereende kracht zetten we flinke stappen die ons naar het eindresultaat brengen. Een voorbeeld van zo’n stap is het Rotterdams Klimaatakkoord. Daarin hebben we vastgelegd op welke manier we dat doel willen bereiken. Elke maand hebben we overleg over alle projecten die daarbinnen uitgevoerd worden en wat er nodig is om ze verder te brengen. Een ander concreet project is H-Vision, waarin de industrie aardgas vervangt door waterstof gemaakt van procesgassen wat zorgt voor 2,7 Megaton CO2-reductie. Wij proberen dat naar uitvoering te brengen. En een derde voorbeeld is het Fieldlab elektrificatie wat een testomgeving is voor elektrische apparaten voor de industrie.”
“Wij richten ons op 2030, dan willen we 55 procent CO2-reductie halen. En dat is al over 8,5 jaar. Als directeur van het Klimaatprogramma probeer ik overzicht te houden op al die zaken die nodig zijn om de transitie te laten slagen. Er zijn veel hobbels op de weg. Technieken zijn nog niet uitontwikkeld, innovaties zijn risicovoller en duurder dan bestaande technieken, de juist energie-infrastructuur is er nog niet, er zijn niet genoeg elektromonteurs. Dat zijn allemaal problemen waar bedrijven tegenaan lopen, en daarvoor gaan we naar de overheid en netbeheerders, naar de wetenschap met een onderzoeksvraag. Als Deltalinqs investeren we niet zelf. Mijn taak is om de transitie te faciliteren en te stimuleren, zodat er geïnvesteerd wordt. We moeten nu naar de uitvoering. De plannen die zijn er, nu moeten we het gaan doen.”