Dat is een zelfstandige en onafhankelijke stichting die is opgericht door het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. De stichting verzamelt op een veilige en verantwoorde manier alle informatie over de duurzame plannen van de bedrijven in de haven en wisselt die uit met netbeheerders en overheidsorganisaties als het CBS, het PBL of het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Netbeheerders krijgen daardoor de informatie die ze nodig hebben om de congestie op het net op te lossen, de infrastructuur uit te breiden en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. De benodigde investeringen daarvoor kosten miljarden euro’s, dus is het zaak het geld doelmatig en efficiënt te besteden. Overheidsorganisaties krijgen een betrouwbaarder beeld van de stand van zaken in de energietransitie en het terugdringen van CO2-uitstoot. Dat maakt de prognoses van nationale planbureaus betrouwbaarder.
Minder bureaucratie
De bedrijven die willen vergroenen moeten tegelijkertijd wel zeker weten dat de stroom ook geleverd kan worden, voordat ze besluiten om over te stappen. Dat weten ze straks dankzij het Data Safe House. Een ander voordeel voor de bedrijven is dat ze al hun informatie straks kunnen delen met één in plaats van diverse loketten. Dat scheelt veel bureaucratische rompslomp. Inmiddels hebben zich al dertien partijen aangesloten bij de stichting en is de eerste informatie uitgewisseld. In principe worden geen namen bekendgemaakt, maar duidelijk is dat het behalve om netbeheerders Stedin (regionaal) en Tennet (landelijk hoogspanningsnet) om de grote bedrijven in de chemie en petrochemie gaat. Containerterminals stoten nu eenmaal relatief weinig CO2 uit.
Lees hier meer over vergroening in de Rotterdamse haven
Zorgen voor infrastructuur
Volgens woordvoerder Sjaak Poppe van het Havenbedrijf Rotterdam is de informatie die het Data Safe House verzamelt van groot belang om de energietransitie in de haven te versnellen. Daarvoor zijn niet alleen windparken op zee, zonnepanelen of fabrieken voor groene waterstof nodig, maar ook kabels, stroomstations en andere infrastructuur. "Het aanbod van groene energie is niet het probleem. De netbeheerders moeten weten welke vraag er vanuit de industrie aan komt om te zorgen dat de benodigde infrastructuur er ook is”, zegt hij.
1 in plaats van 3 kabels
Voor het bouwen van windparken op zee schrijven zich meestal diverse partijen in. "Als bijvoorbeeld drie partijen meedoen aan een tender dan dienen ze bij TenneT allemaal een aanvraag in voor een aansluiting naar land, ook al hebben ze nog niet gewonnen. TenneT moet dan weten dat het geen drie, maar uiteindelijk maar één aansluiting hoeft aan te leggen. Alleen voor de winnaar”, legt Poppe uit. Vervolgens kan TenneT zorgen dat er op tijd een aansluiting is als het windpark groene stroom aan de bedrijven in de haven gaat leveren.
Overal toepasbaar
De Rotterdamse opzet kan ook in andere industriële clusters worden toegepast. Net als in de haven gaan veel bedrijven de komende jaren meer groene stroom en waterstof gebruiken en minder olie, aardgas en kolen. Het stroomnet is in grote delen van het land overbelast. Zo kunnen in Limburg en Noord-Brabant al geen nieuwe bedrijven meer aangesloten worden op het hoogspanningsnet. Op sommige bedrijventerrein kunnen distributiecentra met zonnedaken hun groene stroom niet meer aan het net leveren.
Lees hier meer over het grootste windpark op zee, Hollandse Kust Zuid
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in