De invoering gaat meteen in en wordt stapsgewijs uitgebreid. Vanaf deze week liggen er 130 producten in de winkelschappen waarop de uitstoot staat vermeld. Online zijn 1.100 producten al voorzien van een uitstootstempel. Ook aan diverse recepten wordt de uitstoot gehangen. Daarbij worden vijf categorieën gehanteerd: zeer laag, laag, gemiddeld, hoog en zeer hoog.
CO2-equivalent
De uitstoot wordt vermeld in CO2-equivalent (CO2e). Deze eenheid geeft de totale uitstoot weer van alle broeikasgassen die de atmosfeer verwarmen, denk aan CO2 en methaan. Zo wordt de impact van verschillende producten en gerechten met elkaar vergeleken.
De meetmethode is transparant, zegt duurzaamheidsdirecteur Anita Scholte op Reimer. “We rekenen dit niet zelf uit, maar laten dit doen door onafhankelijke partijen die hierin gespecialiseerd zijn. De methode die wordt gehanteerd, is terug te vinden op onze website. Daar zijn we transparant in. De uitstoot wordt altijd weergegeven per kilogram voedsel, zodat klanten de vergelijking makkelijk en snel kunnen maken.”
Eigen klimaatdoelen
De uitstoot geeft niet alleen klanten duidelijkheid. Om de eigen klimaatdoelstellingen te halen, is het ook voor Albert Heijn belangrijk om te weten welke hoeveelheid CO2e het bedrijf uitstoot. Vervolgens worden per productcategorie verbeteringen doorgevoerd die de uitstoot stap voor stap verlagen. De supermarktketen wil zijn CO2e-uitstoot in 2030 met 45 procent hebben teruggebracht ten opzichte van 2018.
Terra
Dat doet Albert Heijn onder andere door plantaardige alternatieven aan te bieden onder het huismerk AH Terra. De merklijn werd vorig jaar gelanceerd en bevat inmiddels ruim 250 producten. Veel daarvan zijn ontbijtproducten. Scholte op Reimer: “De dierlijke eiwitinname is tijdens het ontbijt het grootst, niet tijdens de lunch of het avondeten. Daarom zetten we vol in op zuivelalternatieven voor melk, yoghurt en kwark.”
Marketingdirecteur Johan van der Zanden noemt Terra een goede zet. “Het loopt goed. In alle winkels bieden we dit huismerk aan. Wel verschilt het aanbod per vestiging. In de steden is het assortiment groter dan in de dorpen, omdat de lijn daar ook populairder is.”
‘Ego voor eco’
De prijs is volgens Van der Zanden een goed middel om de duurzame keuze te stimuleren. “De consument wil wel veranderen, maar wil er ook niet op achteruitgaan. De klant kiest vaak voor eigenbelang, zeker als het gaat om de portemonnee. Ego voor eco, hoor je wel eens. Dat klopt wel.”
Toch kiest Albert Heijn er niet voor om vleesreclames in de ban te doen, iets wat concurrent Jumbo eerder wel aankondigde. “We blijven stunten met vlees. We willen onze klanten voordeel blijven bieden. Dat verwachten ze ook van ons. Bovendien stunten we ook met niet-vleesproducten. In de barbecuegids zijn naast de dierlijke varianten ook vlees- en visvervangers opgenomen. Als winkel willen we er graag voor iedereen zijn. De vleeseters gaan we niet buitensluiten, want dat is een heel grote groep waar we juist impact kunnen maken. We willen hen meenemen in de transitie door informatie te delen over de milieu-impact van hun boodschappen”, aldus Van der Zanden.
Duurzaamheidsclaims
Over die informatie was de afgelopen tijd veel te doen. Recent kreeg Albert Heijn nog een tik op de vingers van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het ging onder andere om de claim ‘meest duurzame supermarkt’. Volgens ACM was onvoldoende duidelijk dat het om de beleving van consumenten ging en niet om concrete duurzaamheidsinspanningen. Ook gebruikte Albert Heijn de claim ‘samen met onze telers/onze boeren werken wij aan een duurzamere toekomst’. Er werd naar de website verwezen voor meer informatie, maar ACM beoordeelde dat als onvolledig.
Hoe kijkt Van der Zanden daarnaar? “In het eerste oordeel kan ik me goed vinden. In het merendeel van de supermarkten zijn die claims al verwijderd, maar niet overal. Die hebben we gemist en halen we alsnog weg. Het tweede oordeel vind ik een lastiger verhaal. Op onze website hebben we goed uitgelegd wat we bedoelen met de claim ‘samen met onze telers/onze boeren werken wij aan een duurzamere toekomst’. Dan gaat bijvoorbeeld over het herstellen van de biodiversiteit en het neerleggen van zonnepanelen bij de boer om duurzame energie op te wekken. In de winkel is de ruimte beperkt, wat het ingewikkeld maakt om daar het hele verhaal te vertellen. Als bedrijf zijn we aan het verduurzamen en we willen graag vertellen wat we doen. Wat nu gebeurt, is dat we onder een vergrootglas komen te liggen. Onze bedoelingen zijn goed, maar we worden nu eerder afgestraft dan aangemoedigd. Ik snap dat we greenwashing tegen moeten gaan. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik hoop alleen niet dat dit tot greenhushing leidt: het fenomeen dat bedrijven niet meer communiceren over hun duurzaamheidsdoelstellingen uit angst om kritiek krijgen. Dat zou zonde zijn, want juist communicatie is belangrijk om consumenten die duurzamere keuze te laten maken.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in