1. Garnalen
Garnalen vinden vaak niet de snelste weg naar de consument. Na de vangst wordt het gros van de schaaldieren naar een ander land verscheept, waar ze handmatig worden gepeld. Vervolgens maken ze weer een reis naar het land waar ze uiteindelijk in de schappen komen te liggen. Zo gebeurt het dat garnalen op de Noordzee worden gevangen, in Marokko worden gepeld, om vervolgens terug naar Nederland te worden gebracht voor de verkoop.
Voor de Hollandse garnalen die te koop zijn bij de Albert Heijn is het retourtje Marokko inmiddels verdwenen. Sinds het najaar van 2020 neemt een machine in het Groningse Lauwersoog het pellen van de garnalen voor zijn rekening. Dat scheelt zo’n 90 procent aan transportkilometers en bespaart de nodige uitstoot. Bovendien komt het de versheid ten goede: de Hollandse garnalen liggen niet enkele weken, maar enkele dagen na de vangst al in de winkels. De kortere route verandert zelfs de smaak. Wanneer garnalen in Marokko worden gepeld, zijn conserveermiddelen nodig om de schaaldieren tijdens de lange reis goed te houden. Door die additieven worden garnalen zouter van smaak. Zonder toevoegingen smaken ze zoeter, meer als kreeft.
2. Lederwaren
Jaarlijks komt er zo’n twee miljard vierkante meter aan leer op de markt. Hier worden schoenen, jassen, riemen en tassen van gemaakt. Voor al die lederwaren zijn veel dieren nodig, waarvan de huiden restproducten zijn uit de vleesindustrie. Deze dieren komen overal vandaan: van Europa tot China. Het looien gebeurt in diverse landen. Het productieproces van leer is goedkoper in opkomende economieën zoals India en Pakistan door de lagere lonen en productiekosten. Daarom worden dierenhuiden uit Europa dikwijls naar Azië gebracht om te looien. Vervolgens komt het leer weer terug naar Europa om er schoenen en tassen van te maken.
Een kortere keten is een van de manieren om leer een beetje duurzamer te maken. Zo looit Vitelco Leather leer nog in Nederland, in het Achterhoekse plaatsje Lichtenvoorde. In Europa zijn er veel milieueisen, maar daarbuiten gelden veel minder regels waaraan looierijen zich moeten houden. Hoewel leerlooien geen duurzaam proces is, biedt het Nederlandse initiatief Tannery of the Future looierijen die willen verduurzamen de helpende hand. De non-profitorganisatie heeft een beoordelingsprogramma voor leerlooierijen ontwikkeld om te toetsen waar ze staan op het gebied van milieuvriendelijkheid en waar zij nog kunnen verbeteren. Er wordt onder andere gekeken naar het gebruik van energie, waterconsumptie, chemicaliën en de sociale omstandigheden.
3. Cashewnoten
Tot slot leggen cashewnoten een lange afstand af voordat ze worden verkocht in de winkels. Zo'n 90 procent van alle Afrikaanse cashews wordt eerst naar Azië verscheept om daar gepeld te worden. Dat is een omweg van pakweg 12.000 kilometer. Totaal onnodig, vinden ze bij Johnny Cashew. “Dat omreizen is vooral een kostenkwestie”, zegt medeoprichter Hayo de Freijter. “De arbeidskosten zijn in Azië laag en zeevracht is erg goedkoop. Onderaan de streep is het goedkoper om de hele handel naar Azië te verschepen en daar de cashewnoten te laten pellen.”
Maar erg duurzaam is het niet. Het omvaren zorgt voor extra CO2-uitstoot. Om dit te voorkomen, laat Johnny Cashew hun cashewnoten lokaal pellen in Tanzania. De omreis wordt zo geschrapt. Cashewnoten die breken tijdens het pellen, worden vaak afgekeurd. Jonny Cashew kiest ervoor om deze gewoon te verkopen. “In de zakjes zitten dus ook wat gebroken noten. Dat doet niets af aan de smaak. Natuurlijk zijn er ook stukjes die te klein zijn voor het zakje. Hier willen we ook een oplossing voor vinden, bijvoorbeeld door het te verwerken in vegan ijs gemaakt van cashewnoten,” zegt De Freijter.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in