Deadlines van duurzaamheidsdoelen blijken vaak moeilijk te halen voor bedrijven. Unilever en de Deense rederij Maersk lopen echter ruim voor op hun schema’s voor 2020.
Voor Unilever stonden de afgelopen jaren in het teken van afval. Het levensmiddelenconcern had zich ten doel gesteld in 2020 geen afval meer te storten op vuilstortplaatsen. Het bedrijf maakte gisteren bekend dat 130 van de 252 fabrieken dit doel nu al hebben bereikt, dus is de deadline vervroegd naar 2015. De afvalreductie leverde Unilever in 2012 een besparing op van ongeveer €70 mln.
In 2010 stelde Unilever zich ten doel de waarde van het bedrijf te verdubbelen en tegelijkertijd de milieu-impact te halveren. Met het halen van de afvaldoelen en een stijging van de omzet van €40 mrd in 2010 naar €51 mrd in 2012, is Unilever goed op weg.
CO2-uitstoot
Maersk Line, de marktleider in zeecontainervervoer, loopt evenzeer voor op zijn schema. De rederij heeft de mijlpaal van 25 procent CO2-reductie ten opzichte van 2007 nu, acht jaar voor de oorspronkelijke deadline, bereikt. Het target voor 2020 is nu verhoogd naar 40 procent CO2-reductie.
“Maersk Line is een voorstander van internationale CO2-regels voor de scheepvaart,” zegt Morten Engelstoft, COO van Maersk, “De reductie van CO2-emissie is een voordeel voor ons bedrijf, geen bedreiging.”
Containervervoer per schip is de meest energie-efficiënte manier van transport, maar veroorzaakt toch 3 tot 4 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Met ongeveer 90 procent van het wereldwijde containervervoer per schip in handen, heeft Maersk dus een grote impact op de wereldwijde uitstoot van CO2.
Engelstoft: “We zien dat onze klanten steeds klimaatbewuster worden, dus als wij onze CO2-uitstoot verminderen, verbeteren we de relaties met onze klanten.”
Bron: Environmental leader, Mearsk Line
Foto: cfarivar
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in