First things first: wat betekent ultrasnel laden eigenlijk? De term wordt namelijk op verschillende manieren gebruikt en aanbieders van laadoplossingen bestempelen hun eigen producten maar al te graag als ‘ultrasnel’. Grofweg kun je het opladen van je elektrische auto opdelen in drie categorieën. Ten eerste: conventioneel (en langzaam) laden. Dat doe je thuis, op werk of een andere locatie waar je meerdere uren verblijft. Met een capaciteit van 3,7 tot 22 kilowatt duurt het namelijk uren voordat de batterij van je elektrische auto opgeladen is.
De tweede categorie is snelladen. Dat doe je vooral onderweg en dat gaat (zoals de term al doet vermoeden) een stuk sneller. Tegenwoordig hebben veel snelladers een laadvermogen van rond de 150 kW. Hoe snel je elektrische auto er daadwerkelijk oplaadt, hangt van het maximale laadvermogen van je auto af. Om een voorbeeld te geven: de batterij van een Audi e-tron kan van 10 naar 80 procent opgeladen worden in 24 minuten (bron: EV database). Andere (oudere) elektrische modellen doen daar soms wel drie kwartier over.
Ultrasnel laden
En dan is er ultrasnel laden. In verschillende wetenschappelijke papers wordt dit omschreven als laden met een capaciteit van 350 kW of hoger. In theorie betekent dat 100 kilometer bijladen in minder dan 3 minuten. En dat is een belangrijke ontwikkeling. Het aantal elektrische auto’s op de weg neemt namelijk rap toe, waardoor een snelle doorloop bij laadstations steeds belangrijker wordt.
Dat ultrasnel laden er komt, is een feit. Laadpunten met een capaciteit van 350 kW zijn er namelijk al. Sterker nog, het eerste ultrasnelle laadpunt van Nederland werd in 2018 al geplaatst. En de laadpunten van het Europese laadnetwerk Ionity, een joint venture van verschillende automerken, kunnen ook een laadsnelheid van 350 kW leveren. Om dat te doen, zijn de laadstations zelfs uitgerust met vloeistof gekoelde kabels, stelt Ionity op zijn website.
Toch is ultrasnel laden nog niet mogelijk. Hoe zit dat? Het heeft met de elektrische auto’s te maken die momenteel op de markt zijn. Die kunnen een laadcapaciteit van 350 kW simpelweg nog niet aan. Veel elektrische modellen kun je al wel opladen via een 350 kW-laadpunt, maar dan wel met de maximale laadsnelheid van de auto in kwestie. Als je elektrische auto een laadvermogen van maximaal 80 kW aankan, zal hij dus op maximaal 80 kW opladen. De Porsche Taycan staat momenteel te boek als de elektrische auto die de hoogste laadsnelheid aankan: 270 kW.
Nieuwe generatie batterijen
Door ultrasnelle laadpunten nu al te plaatsen, sorteren aanbieders dus vooral voor op de toekomst. Er wordt namelijk hard gewerkt aan batterijen die wél ultrasnel opgeladen kunnen worden. Door de Israëlische startup StoreDot bijvoorbeeld. Die wil in 2032 een batterij op de markt brengen die binnen 2 minuten 160 kilometer bijlaadt. In 2024 moet hetzelfde aantal kilometers binnen vijf minuten bijgeladen zijn.
Hoe de startup dat voor elkaar wilt boksen, blijft vooralsnog een beetje vaag. Maar op de website van StoreDot is te lezen dat het een alternatief heeft ontwikkeld voor de traditionele anode van li-ion batterijen. Het gaat om een anode van ‘gepatenteerde, bio-geïnspireerde nanodeeltjes die de diffusie van ionen versnellen’. Meerdere automerken hebben in ieder geval vertrouwen in de technologie. Volvo Cars, Daimler, VinFast en Ola Electric investeerden al in de startup.
Elektriciteitsnet ontlasten
Maar als batterijen ultrasnel laden eenmaal aankunnen, zijn nog niet alle beren van de weg. Het elektriciteitsnet moet de laadsnelheid namelijk ook aankunnen. En dat kan op veel plekken een probleempje worden. Ultrasnel laden staat immers gelijk aan veel vermogen in een (heel) kort tijdsbestek. Als meerdere elektrische auto’s daar tegelijkertijd om vragen, kan het elektriciteitsnet snel overbelast raken.
Ultrasnel laden zal daarom hoogstwaarschijnlijk altijd gepaard gaan met een vorm van energieopslag, als buffer tussen de elektrische auto en het elektriciteitsnet. De opslagen energie kan dan gebruikt worden om een batterij ultrasnel op te laden. De elektriciteit van het net wordt ondertussen gebruikt om het opslagmedium op een normaler tempo bij te laden.
Ook daar werken verschillende bedrijven aan, zoals FreeWire Technologies. Dit bedrijf, dat onlangs investeringen ophaalde bij Blackrock en BP Ventures, biedt laadpunten aan compleet met batterijopslag. Daardoor wordt het elektriciteitsnet ontlast en de kosten voor netverzwaring vermeden.
Goedkoper?
Het lijkt nog een aantal jaar te duren voordat elektrische auto’s ultrasnel kunnen laden. En als ze dat eenmaal kunnen, moet de laadinfrastructuur en het elektriciteitsnet er ook nog op voorbereid worden. Met andere woorden: ultrasnel laden laat nog even op zich wachten. Maar de kans is groot dat er de aankomende jaren fors op ingezet wordt. Het kan namelijk ook goedkoper zijn, berekende het Amerikaanse onderzoeksbureau Atlas Public Policy onlangs. De reden? Hoe hoger de laadsnelheid, hoe meer klanten je dagelijks per laadpunt kan bedienen.
Atlas Public Policy berekende dat het 39 miljard dollar kost om 500.000 snelladers van 150 kW te realiseren. Bij een laadsnelheid van 350 kW zijn er minder laadpunten nodig om hetzelfde aantal klanten te bedienen en bedraagt de investering ‘slechts’ 14 miljard dollar.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in