Dit concludeert Bert Blocken, hoogleraar bouwfysica aan de Technische Universiteit Eindhoven. Het Bahrein World Trade Center werd in 2008 opgeleverd in de hoofdstad Manama. De bouwkosten van de wolkenkrabber zijn geschat op $150 mln. Het gebouw bestaat uit twee torens, die met elkaar verbonden zijn door drie bruggen. Aan elk van deze bruggen is een windturbine bevestigd die is gericht op de veronderstelde windrichting.
Blocken deelde zijn conclusie in de eerste Massive Open Online Course (MOOC) van de TU/Eindhoven. In deze gratis online colleges leren internationale studenten aërodynamica toe te passen in gebouwen en sport.
Ontwerpfout
De architect bedacht dat wanneer de gebouwen samen een trechter vormen, de tussenhangende windturbines optimaal zouden werken. Om optimaal wind te vangen, bouwde hij de twee toren met de punt naar elkaar toe. Volgens Blocken is sprake van een ontwerpfout. Door middel van windtunnelmetingen en computersimulaties berekende de hoogleraar dat de torens in omgekeerde stand, dus met de punt en de turbines naar achteren geplaatst, jaarlijks 14 procent meer windenergie hadden kunnen opbrengen.
Theoretisch gezien had het gebouw daarmee jaarlijks 31 procent meer energie kunnen opwekken. Al erkent de hoogleraar dat die vergelijking niet helemaal zuiver is. Zo'n constructie is volgens Blocken constructief en financieel gezien moeilijk haalbaar.
Volgens Blocken is de ontwerpfout bij het Bahrain WTC niet uniek. Ook bij de bouw van de in 2010 voltooide Strata Tower in London zijn fouten gemaakt. De bevestigde windturbines draaien hier vrijwel nooit, en als ze draaien maken zij veel lawaai. Om toekomstige fouten te voorkomen leidt hij nu een werkgroep voor beter onderzoek naar windmolens in de bebouwde omgeving en het opstellen van richtlijnen.
Bron: Technische Universiteit Eindhoven | Foto: Shayanshaukat via Wikimedia Commons
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in