De bouwsector staat voor flinke uitdagingen. Zo’n 11 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot is toe te schrijven aan de bouw. Voor een groot deel komt dat door de gebruikte materialen. Met name beton, en dan vooral het cement in beton, heeft een forse milieu-impact. Maar ook met isolatiematerialen als glas- en steenwol gaat een aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen gepaard. Om een kans te hebben de opwarming van de aarde tot 1,5 graden te beperken, zal die uitstoot snel omlaag moeten.
Een van de oplossingen is om gebruik te maken van zogeheten biobased materialen. Dat zijn materialen die regeneratief zijn, wat wil zeggen dat ze niet opraken en in theorie eindeloos geproduceerd kunnen worden. Het zijn materialen van natuurlijke komaf, zoals hout, vlas, hennep of de schimmelsoort mycelium. Doordat ze hernieuwbaar zijn, makkelijker gerecycled kunnen worden en bovendien ook CO2 kunnen opslaan, zijn ze een duurzamer alternatief voor materialen als beton, staal of glaswol.
Nationale Aanpak Biobased Bouwen
In 2023 introduceerde het kabinet-Rutte IV de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Het doel: in 2030 moet er 50.000 hectare landbouwgrond gebruikt worden voor het telen van geschikte gewassen als vlas en hennep. Omgerekend is dat ongeveer 2,5 procent van het landbouwareaal in Nederland. Er kwam 200 miljoen euro aan subsidies beschikbaar om de opschaling te stimuleren. Grote bedrijven als Ballast Nedam en BAM gingen met biobased bouwen aan de haal.
Maar voordat we natuurlijke bouwmaterialen tot het gemeengoed kunnen rekenen, zijn er nog legio obstakels te overwinnen. Veel biobased materialen vinden hun oorsprong in de landbouw, een sector die van oudsher weinig raakvlakken heeft met de bouw. De sectoren opereren als losse eilanden, vertelt Nick Boersma, programmamanager bij Vereniging Circulair Friesland. Platgeslagen: “Boeren produceren met name voedsel, bouwers halen hun producten bij de bouwmarkt.”
In theorie kun je prima een link tussen de beide sectoren leggen, maar in de praktijk stuit je volgens Boersma op een kip-ei-probleem. “Ze gaan elkaar een beetje zitten aankijken. Bouwers zijn wel geïnteresseerd in biobased materialen, maar willen vooral dat ze prijsconcurrerend en ruim beschikbaar zijn. Boeren willen de materialen wel telen, maar willen zeker weten dat ze worden gekocht. Waarom zouden ze immers hennep verbouwen als ze voor een ander gewas veel meer betaald krijgen? Bouwers en woningcorporaties nemen sinds kort het initiatief om die impasse te doorbreken.”
In de provincie Friesland is daarom de ‘Fryske Vezelhennepdeal’ gesloten. Een groep woningcorporaties, bouwbedrijven, boeren en ontwikkelaars gaat samenwerken om lokaal geproduceerde vezelhennep te gebruiken bij het isoleren van duizend Friese woningen. Greeninclusive bouwt daarvoor de eerste vezelhennepfabriek in Friesland. De bouw is inmiddels gestart. Naar verwachting zal er zo’n 1.700 ton CO2 worden bespaard, vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van 850 benzineauto’s.
Accelereer jouw duurzame transitie
Zit jij midden in de duurzame transitie (of sta je nog aan het begin) en kun je wel wat inspiratie, hulp en kennis gebruiken? Kom op 1 juli naar Transition2025 in Amsterdam en laaf je aan de kennis en inzichten van pro’s en peers. De eerste sprekers zijn bevestigd, het belooft een wervelende dag te worden.
Bekijk programma

Vezelhennep
Vezelhennep is een gewas dat gebruikt kan worden als isolatiemateriaal in gebouwen. Het groeit binnen honderd dagen en is een eenjarig gewas, wat betekent dat boeren het niet eindeloos op hun akkers hoeven te houden en dus mee kunnen laten gaan in de jaarcycli van andere gewassen.
“Een groot voordeel is dat vezelhennep CO2 opslaat”, vertelt Boersma. “Als je het dus gebruikt als isolatie in gebouwen, kun je eigenlijk CO2 opslaan in die gebouwen. Je kunt er als boer dan koolstofkredieten voor krijgen, wat het een financieel aantrekkelijke keuze maakt. Bovendien slaat vezelhennep ook CO2 op in de bodem, dus het verrijkt ook nog eens de grond.”
Qua prijs is vezelhennep nog iets duurder dan veelgebruikte materialen als glas- en steenwol. “Al kun je daarvan zeggen dat alle maatschappelijke kosten, zoals de CO2- en ammoniakuitstoot, niet zijn meegenomen in de prijs.” Wel is vezelhennep prijsconcurrerend met vlas, een ander gewas dat gebruikt wordt als biobased isolatiemateriaal.
Een bijkomend voordeel van vezelhennep-isolatie is dat de CO2-uitstoot van het transport een stuk lager is. Glas- en steenwol moet van producenten via distributiecentra en bouwmarkten naar de bouwprojecten versleept worden. Vezelhennep kan lokaal geteeld worden, in dit geval in Friesland zelf.
Dichtbevolkt Nederland
Is er in een klein, dichtbevolkt land als Nederland eigenlijk wel genoeg ruimte om al onze huizen met vezelhennep te isoleren? Ja, zegt Boersma resoluut. 50.000 hectare van het totale landbouwareaal is zó'n klein deel, geeft hij aan, dat ruimtegebrek geen probleem zal zijn. “De overheid gaat de komende jaren boeren uitkopen, dus er komt landbouwgrond vrij. Dat is grond nabij Natura 2000-gebieden, dus daar wil je geen stikstof-intensieve productie meer hebben. Dan is het telen van biobased gewassen een hele logische optie.”
Afspraken zoals de Fryske Vezelhennepdeal zie je wel vaker in de bouwsector. Het is bij zulke deals altijd maar de vraag of er daadwerkelijk actie uit voortkomt, of dat het eerder een poging is om als bedrijf sympathie te kweken bij de buitenwereld. Volgens Boersma is daar geen sprake van, en werpt de samenwerking nu al zijn vruchten af, aangezien de Vezelhennepdeal uitgaat van afnamegaranties in plaats van intenties.
“Na het sluiten van de deal waren er allerlei uitvoerders van bouwprojecten die zeiden: wij willen nu wel de eerste zijn. Ze zijn hun plannen gelijk gaan uitvoeren. Voor dit jaar staan er al zo’n vierhonderd woningen op de planning, en de looptijd van de Fryske Vezelhennepdeal is drie jaar. Die duizend woningen gaan we dus makkelijk halen.” En, niet onbelangrijk: omdat de samenwerking zo aansprekend is, krijgen andere biobased materialen misschien hun eigen deals. Boersma: “Er wordt gesproken over een vlasdeal, een rietdeal, een strodeal. Niet alleen in Friesland, maar ook in de rest van het land. Het gaat dus hard.”
Kom 1 juli naar Transition2025 in Amsterdam: De toekomst van duurzaamheid begint hier
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in