In de afgelopen zes jaar is het aantal huizen met het zuinige energielabel A, B en C toegenomen met 600.000 tot een totaal van 3,1 miljoen woningen. Het aantal huizen met de laagste beoordelingen E, F en G is met 700.000 gedaald tot 2,5 miljoen huizen. Dit staat in het rapport van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en onderzoeksbureau RIGO.
Dat vertaalt zich in het gas- en stroomverbruik van consumenten. De dalende trend van het gemiddelde gasverbruik zet zich voort en het stijgende stroomverbruik is inmiddels afgevlakt. Vooral woningcorporaties hebben een aandeel in deze efficiëntieslag: zij hebben slechte huurwoningen gesloopt en energiebesparende maatregelen toegepast in bestaande woningen.
Warmtevoorziening
Ook staat in tweederde van de Nederlandse huishoudens een zuinige HR-ketel en is sinds 2006 het aantal geïnstalleerde warmtepompen toegenomen met 200 procent. Er zijn nog maar 200.000 (voornamelijk particuliere) woningen die verwarmd worden met gas- of oliekachels. Boilers en geisers maken langzaam plaats voor combiketels en warmtepompboilers. Inmiddels beschikt bijna 1 procent van de Nederlanders over een warmtepomp.
Het overgrote merendeel van Nederlanders beschikt verder over dubbelglas en dakisolatie. Meer dan de helft van de woningen bevat ook nog eens gevel- en vloerisolatie.
Gedrag compenseert onzuinigheid
Onder Nederlanders bestaat een hoge bereidheid om te investeren in energiebesparende maatregelen. Veertig procent van woningeigenaren hebben hier de afgelopen vijf jaar geld aan besteed. Eén op de zes eigenaren denkt de komende twee jaar te investeren in hun woning, waarvan een derde zonnepanelen wil aanschaffen.
Gedrag heeft eveneens een belangrijke invloed op het energieverbruik. Onzuinig gedrag komt namelijk voort uit logische keuzes. Ouderen hebben gemiddeld nu eenmaal behoefte aan een hogere temperatuur en zijn vaker thuis. Gezinnen met kleine kinderen gebruiken vaker het bad. Bewoners compenseren in hun gedrag vaak al de onzuinigheid van hun woning. Bewoners van onzuinige woningen blijken namelijk vaak zuiniger met energie om te springen dan bewoners van zuinige woningen.
De trend is gunstig, maar volgens ECN en RIGO is het niet genoeg om het doel van een klimaatneutrale bebouwde omgeving in 2050 te realiseren. Hiervoor zijn vergaande maatregelen als zonneboilers, zonnepanelen en warmtepompen nodig. De kosten moeten dan wel omlaag om deze opties aantrekkelijker te maken.
Bron: ECN | Foto: DeGoedeWoning
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in