De Sustainability Base van NASA die gisteren geopend werd bevat zoveel duurzame snufjes dat het bekroond is met een LEED-Platinum certificering. De nieuwe werkplek van NASA is ontworpen door niemand minder dan Bill McDonough, bekend van het cradle-to-cradle concept.
De LEED-Platinum certificering is onder andere behaald door gebruik te maken van dezelfde ‘closed loop’ processen die gebruikt worden in de ruimtevaart. Het gebouw is ontworpen als een proeftuin van NASA’s innovatieve cultuur door veel van zijn eigen technieken aan te passen om bij te kunnen dragen aan de duurzame prestaties van het gebouw. Het gebouw in Californië is dan ook bedoeld als toonbeeld van duurzaam bouwen.
Overal aan gedacht
PV-zonnecellen, een kleine windturbine, geothermische energie en een Bloom Energy brandstofcel voorzien in de energiebehoefte op het terrein. Daarvoor is het gebouw gepositioneerd om optimaal gebruik te maken van de baan van de zon, alsook de overheersende windrichting komend van de baai van San Francisco.
NASA’s Sustainability Base is ook intelligent. Het past zijn prestaties automatisch in real-time aan op invloeden van zonlicht, temperatuur, wind en bezetting. Deze intelligentie is afkomstig van NASA-technieken die oorspronkelijk ontwikkeld waren voor zijn Aviation Safety Program. Het gebouw is opgedeeld in vele verschillende zones die met sensoren in de gaten gehouden worden. Zij sturen hun metingen in real-time door naar een centrale computer die het klimaat regelt. De software bepaalt vervolgens de optimale strategie aan de hand van opgegeven doelen en beperkingen.
De software gebruikt daarvoor ontelbare parameters, zoals weersverwachtingen, de hoeveelheid zonnewarmte, de warmte-afgifte van lichamen en laptops en er wordt zelfs gekeken naar de agenda’s van medewerkers om de dichtheid van mensen tijdens vergaderingen te voorspellen.
Een met de natuur
En dat is slechts het begin van de rij duurzame maatregelen. Er zijn werkplekken buiten, er is genoeg uitzicht op de natuur, natuurlijke belichting en beschutting, en frisse lucht. Het interieur is gemaakt van niet-toxische, gerecyclede de materialen. Zo zijn de vloeren van wit eiken gemaakt afkomstig van een oude windtunnel in de buurt.
Om het gebouw heen is gebruik gemaakt van ‘xeriscaping’, een landschap ontwerp methode om behoefte aan irrigatie te minimaliseren, door gebruik te maken van inheemse Californische planten. Maar ook van ‘bioswales’, elementen in het landschap die vervuilingen uit het regenwater filteren en bodem erosie tegengaan.
International Space Station
Daarnaast wordt maar 10 procent water gebruikt in vergelijking met vergelijkbare gebouwen. Dit komt door het gebruik van een zeer efficiënt recyclingsysteem voor afvalwater dat is afgeleid van het systeem dat wordt gebruikt in het International Space Station (ISS).
Door de vormgeving van het gebouw kan het zonlicht zelfs tot in het midden van het gebouw doordringen, waardoor kunstmatige belichting slechts 40 dagen per jaar nodig is. Door het gebouw te verpakken met een exoskelet wordt er genoeg natuurlijke schaduw en een koude luchtstroom gecreëerd. Ook maakt dit skelet het gebouw goed bestand tegen aardbevingen die nog wel eens in het gebied voor kunnen komen.
Zodra de prestaties van alle technieken bewezen zijn wil NASA deze naar de markt brengen.
Bron: sustainable businesses
Foto: William McDonough & Partners
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in