Een onderzoek van Sweett Group, een Brits ingenieursbureau, toont dat aan. In het onderzoek heeft Sweett gekeken naar de kosten voor het ontwikkelen en gebruik van drie verschillende type gebouwen: een kantoor, een middelbare school en een gezondheidskliniek. Hierbij heeft het bureau zich gebaseerd op kostengegevens van werkelijke projecten.
Voor elk van de drie casussen keek Sweett naar de kosten voor verschillende ambitieniveaus op het gebied van duurzaamheid. Hierbij hanteerde het bureau de bekende BREEAM-certificering. Het onderzoek vergelijkt een eventueel hogere voorinvestering voor duurzame maatregelen met de lagere gebruikskosten voor energie en water.
Terugverdientijd
Het onderzoek laat zien dat het meenemen van duurzaamheidsmaatregelen tijdens het ontwerp en de ontwikkeling van projecten de meerprijs significant kan drukken. Bij de lagere ambitieniveaus van BREEAM zijn duurzame alternatieven vaak niet duurder, waardoor de investering gelijk kan blijven.
Bij de hoogste BREEAM-scores (Excellent, Outstanding) liggen de ontwikkelingskosten typisch gezien tot twee procent hoger. Maar de lagere kosten voor energie en water leiden tot een terugverdientijd van twee tot vijf jaar.
Specifieke maatregelen die het onderzoek noemt om de duurzaamheid van gebouwen te verbeteren zijn het opvangen van regenwater, aparte ruimtes voor recycling, en isolatiemateriaal met een lage milieu-impact.
Bron: Edie | Foto: Dennis Hill via Flickr.com
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in