De chemische warmtepomp van de Vlaamse start-up Caloritum neemt restwarmte van 75 tot 150 graden Celcius op en geeft bruikbare warmte af bij temperaturen tot 220 graden. Dankzij een uit de natuur afgekeken chemisch proces verbruikt de warmtepomp nauwelijks stroom.
Ongeveer de helft van de restwarmte die door fabrieken en energiecentrales wordt uitgestoten, is zo op te waarderen tot bruikbare proceswarmte. Slechts 2 procent van de energie die de chemische warmtepomp gebruikt is elektrisch. Verder gebruikt de pomp alleen afvalwarmte.
Warmtegedreven warmtepomp
In de warmtepomp wordt de restwarmte gebruikt om water uit een fosfaatverbinding te stoken. De ontwaterde verbinding wordt in een ander compartiment vervolgens weer blootgesteld aan water. Daarbij wordt de chemische reactiewarmte toegevoegd aan de warmte die het materiaal al had.
De warmtepomp kan zo ongeveer 90 graden Celcius toevoegen aan de temperatuur van de ingaande stroom. Omdat de machine warmtegedreven is, en nauwelijks elektriciteit gebruikt, zijn de operationele kosten laag. Een tweede voordeel van het proces is dat de ontwaterde fosfaatverbinding ook is op te slaan of te vervoeren.
De Universiteit Gent en spin-off Caloritum hebben het systeem gepatenteerd. Tijdens een evenement van de Britse Royal Society of Chemistry hebben de start-up en de Universiteit samen een Emerging Technology Award gewonnen.
Bron: RSC, Caloritum | Foto: Walmart, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in