Meer dan tweederde van de verwerkte katoen was van duurzame herkomst. Zo'n 50 procent is geproduceerd door boeren die werken volgens de standaarden van het Better Cotton Initiative, tegen 34 procent in 2012. In 2013 was 57.000 ton katoen afkomstig van Better Cotton-gecertificeerde boeren en nog eens 17.000 ton van boeren die het certificaat bijna hebben behaald. Dat blijkt uit het jongste verslag van het BCI.
Standaarden
Het Better Cotton Initiative is in 2005 opgericht door Ikea en het World Wildlife Fund (WWF) om de katoenteelt te verduurzamen. De organisatie begon met 500 boeren in India en Pakistan. Inmiddels zijn meer dan 43.000 boeren aangesloten bij de BCI. Zij gebruiken minder water, pesticiden en kunstmest en krijgen ondersteuning bij de omschakeling naar nieuwe landbouwtechnieken. De BCI-standaarden zijn minder streng dan die voor biologische katoen, maar leveren wel een enorme milieuwinst op.
Katoen is een van de belangrijkste gewassen ter wereld. Bijna de helft van de wereldwijde textielproductie draait om katoen. De teelt van het gewas is heel intensief. Gemiddeld is 10.000 liter water nodig om een kilo katoen te verbouwen, bij minder effectieve productie kan dat zelfs drie keer zoveel zijn. De katoenteelt is verantwoordelijk voor 10 procent van het wereldwijde pesticidengebruik.
Groei
Better Cotton heeft een aandeel van slechts 2 procent in de totale productie. Maar de organisatie streeft ernaar dat duurzame katoen in 2020 voor iedereen beschikbaar en betaalbaar is. Het aandeel moet dan zijn gegroeid naar 30 procent. Daarvoor zijn tenminste 5 miljoen boeren nodig. Vooral in China en de VS is voldoende ruimte voor groei.
Bron: Verslag Better Cotton Initiative, edieWater, TriplePundit | Foto: Mike Beauregard, via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in