Op de academische nieuwswebsite The Conversation stelt het duo Laura Nielsen en Henrik Palmer Olsen, beide hoogleraar aan de Universiteit van Kopenhagen, dat de grote internationale klimaatconferenties hun doel hebben gemist. ‘De tientallen jaren waarin op mondiale schaal bestuurd werd vanuit het ‘vervuiler-betaalt-principe’ hebben weinig opgeleverd,’ aldus Nielsen en Olsen.
Deze multilaterale verdragen zijn volgens de hoogleraren niet efficiënt genoeg gebleken, omdat deze altijd afgezwakt werden door landen die niet op willen draaien voor de bijkomende kosten.
Consumententaks
Het heffen van een CO2-taks aan de consumerende kant van het spectrum omzeilt dit probleem. De heffing kan zonder internationaal overleg per land worden ingevoerd en vermindert zo de vervuilende export van alle (buitenlandse) producten.
Als voorbeeld noemt het tweetal China, de grootste uitstoter van CO2 ter wereld, dat doorgaans tegenstribbelt in klimaatonderhandelingen. Geëxporteerde goederen zijn daar echter goed voor een derde van de totale broeikasgasuitstoot. De consument is in het voorstel van de hoogleraren uiteindelijk verantwoordelijk voor deze emissies en dient daar dan ook voor te betalen.
Verzet
Met hun voorstel rekenen Nielsen en Olsen op verzet, aangezien het heffen van een CO2-belasting in eigen land verregaande gevolgen kan hebben voor het buitenland. Toch achten de hoogleraren de belasting op producten met een grote CO2-voetafdruk noodzakelijk: “Hoewel het idee als politiek incorrect kan worden beschouwd, zou dit zomaar de enige haalbare, pragmatische uitkomst kunnen zijn voor de klimatologische uitdagingen waar de wereld voorstaat.”
De hoogleraren gaan niet in op de vraag hoe per product de CO2-uitstoot bepaald kan worden.
Bron: The Conversation | Foto: dé.wé. via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in