Weleens een scheutje azijn in een fles cola gedaan? In de frisdrank zit opgeloste CO2 en als dat mengt met zuur, dan bubbelt het omhoog. Het is precies dit scheikundige trucje dat SeaO2 nabootst. Als we vervolgens proberen te begrijpen hoe het precies werkt, dan ontkomt Ruben Brands er niet aan om het woordenboek met technische kretologie erbij te pakken.
Brands is een van de drie founders van SeaO2. Hij is de marketeer en het uithangbord, Rose Sharifian en David Vermaas zijn de mensen die aan de technologie sleutelen.
Oceaan en atmosfeer in evenwicht
“Onze machine moet je zien als een elektrochemische stack met bipolaire membranen erin. Die delen het water in een zure zijde en een basiszijde. Dit doen we met 100 procent groene energie”, vertelt Brands.
“We hoeven maar 1 procent van het zeewater door de stack te laten gaan. Door het gecreëerde zuur aan de overige 99 procent zeewater toe te voegen verandert de opgeloste CO2 in een gasvorm die wij eruit kunnen halen. Hierna voegen wij ook de gecreëerde base toe. Na dit proces van decarboniseren bevat het water een iets hogere pH-waarde en dat is wat we teruggeven aan de oceaan.”
Maar daarmee is het verhaal nog niet helemaal verteld. De oceaan zal de onttrokken hoeveelheid CO2 namelijk zelf weer aanvullen. Dit is een natuurkundig verschijnsel dat draait om evenwicht. Haal je één ton CO2 uit de zee, dan wordt eenzelfde hoeveelheid door die oceaan weer uit de atmosfeer opgenomen. Dat proces duurt ongeveer 4 tot 12 maanden.
Een betere wereld
SeaO2 is een spin-out van TU Delft en Wetsus, het kenniscentrum voor watertechnologie in Leeuwarden. “Mijn co-founder Rose Sharifian deed daar haar PhD over het filteren van CO2 uit de oceaan. David Vermaas, professor aan de TU Delft, begeleidde haar”, aldus Brands.
Zelf is hij in die periode nog actief als bedrijfsconsultant, een rol waarin er veel duurzame proposities op zijn bureau liggen. “Maar ik wilde meer impact maken en onderdeel worden van de oplossing voor het klimaatprobleem. Dat gevoel werd onder meer aangewakkerd door de geboorte van mijn kinderen”, aldus Brands.
Het is een vriend die hem in 2021 op het onderzoek van Sharifian en Vermaas wijst. Brands stuurt de wetenschappers een LinkedIn-bericht en niet veel later zitten ze samen aan tafel. “Het klikte meteen. De technologie had zich op kleine schaal bewezen, de tijd was rijp om het te commercialiseren. Dat was tweeënhalf jaar geleden, inmiddels zitten we met een team van twaalf mensen en hebben we een prototype draaien.”
Bouw van een pilot-fabriek
Dat prototype staat op de Afsluitdijk, bij REDstack. Dat bedrijf heeft daar een pilotfabriek om energie te produceren door een ingenieus mengproces van zout en zoet water. Voor SeaO2 geldt dit als de ideale plek. Er is water in de buurt en de infrastructuur ligt er al.
Met deze machine kan SeaO2 nu één ton CO2 per jaar uit de oceaan vissen. Dat is voor zo’n jong bedrijf al een prestatie van formaat, maar stelt op wereldniveau nog weinig voor. Ter vergelijking: wereldwijd ligt de uitstoot van koolstofdioxide op zo’n 40 gigaton (12 nullen).
“We bouwen nu aan een nieuwe pilotfabriek met een capaciteit van 250 ton per jaar. Zo groeien we door naar 2,5 kiloton in 2026, 25 kiloton een jaar later en megatonschaal in 2030. Tussen 2040 en 2050 gaat het om minimaal één gigaton. Dan gaan we echt impact maken.”
Waarom richt SeaO2 zich eigenlijk op de oceaan en filter het de CO2 niet rechtstreeks uit de atmosfeer? Daar is een logische verklaring voor. “Water kent een veel hogere CO2-dichtheid dan lucht. Het proces kost minder energie. Daarnaast hoeven we geen chemisch goedje te gebruiken, zoals bij direct air capture wel het geval is.”
De verdienmodellen
Het opschalen van de technologie is niet de enige uitdaging van Brands en zijn team. Minimaal net zo belangrijk is het antwoord op de vraag hoe zij hier geld aan gaan verdienen. SeaO2 wedt in dit stadium nog op meerdere paarden.
Zo verkoopt de start-up al carbon credits, soort CO2-couponnen. Bedrijven die al emissies reduceren zetten die in om hun eigen, overgebleven uitstoot te compenseren. Klarna en Ledgy nemen dit product al van SeaO2 af. Daarnaast ziet Brands een verdienmodel in bedrijven die CO2 nodig hebben.
“Dan kun je bijvoorbeeld denken aan de glastuinbouw en frisdrankproducenten. Maar ook rederijen zijn een potentiële afnemer, waarbij de CO2 wordt gebruikt om synthetische brandstof mee te maken. Deze sector staat nog helemaal aan het begin van een grote verduurzamingsslag.”
Verder is SeaO2 in het bezit van één patent, maar daar komen er waarschijnlijk nog meer bij. Het bedrijf kan die in de toekomst commercialiseren door de technologie aan andere partijen te verkopen.
En dan is er nog een partnership met Paebbl, een Rotterdams bedrijf dat CO2 omzet in steenpoeder. Dat wordt gebruikt als duurzame grondstof voor beton.
Funding opgehaald
Tot nu toe waren er subsidies en betaalden de founders verder alles uit eigen zak. Komende maand verwacht Brands een financieringsdeal bekend te kunnen maken.
Over de deal zelf wil hij nog niks zeggen, behalve dat het om een bedrag van zes nullen gaat. “Voor mij staat vast dat dit een enorme industrie gaat worden. Ik beschouw andere partijen ook niet als concurrenten, we hebben iedereen keihard nodig om het klimaat te redden.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op MT/Sprout.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in