In discussies die het nieuws beheersen over MeToo en het extra belasten van vermogens, valt op hoe de oude reflex van verwerven en verdedigen weer opspeelde. Een reflex die hoort bij het eten-of-gegeten-worden model. Je hebt macht verworven en wil die met alle mogelijk middelen verdedigen. Vlak voor je ten onder dreigt te gaan rest er nog maar één verdedigingsmiddel: 'ik begrijp er niets van, vroeger was dit heel normaal.'
Gedragswetenschappers weten hoe moeilijk het is uit die oude modus te raken. Kijk maar naar politici die eraan gewend zijn hooguit tot de volgende verkiezingen vooruit te kijken. Of CEO's die de ogen vooral nerveus gericht houden op het volgende kwartaal. Ze hebben een plek verworven en verdedigen die plek door het vizier op de korte termijn te richten. En als de lange termijn prevaleert, heeft dat meer met het persoonlijke- dan met het algemene belang te maken. Zoals bij Mark Rutte, die zijn positie vooral aanhoudt, om het record van langstzittende premier te breken.
Nina Nohria en Paul Lawrence, hoogleraren aan de Harvard Business School, schreven het boek 'Driven. How Human Nature Shapes Our Choices.' Om met je bedrijf vooruit te komen, heb je naast verwerven en verdedigen nog twee andere drijfveren nodig: je verbinden met anderen en de behoefte de wereld te begrijpen. Omdat je contact, betekenis en doelen nodig hebt. In vroeger tijden zou het worden afgedaan als soft en onzakelijk, schrijven Paul Polman en Andrew Winston (fans van de hoogleraren) in hun boek Netto Positief. 'Maar in werkelijkheid is het voldoen aan basale menselijke behoeften een krachtig pad naar zakelijk succes.' Wie als bedrijf deze drijfveren op lange termijn nastreeft, zorgt dat het leven van haar werknemers door goed betaalde banen verbetert. Maar helpt vooral bij de zoektocht naar persoonlijke doelen, waardoor iedereen zich met hart en hoofd aan het bedrijf verbonden voelt.
In De Telegraaf las ik een interview met Unilever-bestuurder Hanneke Faber, die als hoogste baas van de voedingstak van de multinational de jacht op duurzame groei grondig onder handen heeft genomen. In het spoor van Paul Polman wil ze de planeet redden, door vooruit te kijken en tegelijk met beide benen op de grond te blijven staan. 'Je moet én langetermijndoelen hebben én elk kwartaal leveren. Dat is goed voor iedereen. (...) Langs de speerpunten minder verspilling, meer plantaardig, gezonder en met minder CO2-uitstoot.'
Provocerend zegt ze: 'Ik zou journalisten ook willen uitdagen: vraag bedrijven naar de kwantitatieve onderbouwing van doelen die ze stellen. We deinzen er niet voor terug het verhaal te vertellen, of het nu lukt of niet.' Nu de politiek nog, waar de papieren werkelijkheid te vaak regeert. Het beste voorbeeld geeft hoogleraar energietechnologie David Smeulders in Trouw: 'Vorig jaar nog betaalde ons land 200 miljoen euro aan de Denen, zodat wij een deel van de groene stroom die in Denemarken werd opgewekt mochten meetellen alsof die uit Nederland kwam.' Je schiet flink tekort, maar voldoet op papier aan de Europese doelstellingen. Kortetermijnmisleiding, hoog tijd voor een echt nieuw elan.
Paul van Liempt
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in