Voor bewijs dat klimaatverandering geen toekomstmuziek meer is, maar nú al volop om zich heen grijpt, hoef je niet ver over de grens te kijken. Pijnlijke beelden van rouwende Spanjaarden en huishoudens die met handen in het haar staan toe te kijken hoe hun verwoeste woning wordt leeggeschept, vertellen het hele verhaal. In de regio Valencia richtten overstromingen gigantische schade aan en zijn inmiddels al ruim tweehonderd mensen omgekomen. En de teller loopt nog, laat defensieminister Margarita Robles weten.
Des te gewichtiger het rapport dat World Weather Attribution (WWA) gisteren publiceerde. Het WWA is een wereldwijd samenwerkingsverband van onderzoekers van verschillende instellingen, zoals het Nederlandse KNMI, die met onderzoek de link tussen klimaatverandering en extreem weer onderzoekt. Ter ‘ere’ van het tienjarig bestaan van het WWA, blikt de organisatie terug op de afgelopen twintig jaar. Wat kunnen we leren van extreme weersomstandigheden in die tijd?
#1: Door klimaatverandering worden extreme weersomstandigheden frequenter en intenser
Wrang genoeg fronsen weinig mensen bij deze conclusie nog een wenkbrauw. Toch is hij onverminderd belangrijk. Doordat klimaatstudies met de loop der jaren zijn verbeterd, valt met steeds meer klem vast te stellen dat klimaatverandering leidt tot extremere weersomstandigheden, waaronder hittegolven, hevige regenbuien, orkanen en droogte. Niet alleen neemt de intensiteit van extreem weer toe, ook komen zulke omstandigheden simpelweg vaker voor. Uit de analyses van het WWA blijkt dat de tien dodelijkste natuurrampen sinds 2004 nóg extremer waren door de invloed van klimaatverandering. Het gevolg: minstens 570.000 doden wereldwijd. En dat, zo benadrukt het WWA, al bij een opwarming van 1,3 graden Celsius. Bij een opwarming tussen de 2,6 en 3,1 graden – zoals verwacht volgens een recent studie door de VN – zal de schade nog veel groter zijn.
#2: Rekenmodellen onderschatten vaak de impact van klimaatverandering op extreme weersomstandigheden
In de afgelopen tien jaar heeft het WWA zo’n tachtig attributiestudies uitgevoerd. Ofwel: onderzoek naar de invloed van klimaatverandering op extreem weer. De kwaliteit van die studies is volgens de organisatie enorm verbeterd, en de link tussen de twee fenomenen kan dan ook steeds vaker worden aangetoond. Toch ontbreken er vaak data of is de kwaliteit van zulke meetgegevens slecht, waardoor analysemogelijkheden beperkt zijn. Ook blijkt dat de modellen die gebruikt worden, de impact van klimaatverandering op extreem weer vaak onderschatten.
Dit gebeurt met name in Europa, meent het WWA. Daar kwam het voor dat rekenmodellen de waargenomen temperatuur tijdens hittegolven onderschatten. Aangezien het klimaat een zeer complex systeem is dat veel tijd en kennis vergt om goed na te bootsen in simulatiemodellen, is het op zichzelf geen gek gegeven dat de modellen soms onderpresteren. Wel is het zorgelijk dat dit betekent dat toekomstige schade mogelijk erger is dan we nu verwachten.
#3: Klimaatadaptatie, met name in kwetsbare gebieden, is essentieel om mensenlevens te beschermen
Vanzelfsprekend is het van groot belang om de uitstoot van CO2 zo snel mogelijk te beperken, om ervoor te zorgen dat klimaatverandering wordt afgeremd. Maar, zo stelt het WWA, we moeten er ook voor zorgen dat de samenleving steeds meer worden ingericht om de gevolgen van klimaatverandering, waaronder dus extreme weersomstandigheden, aan te kunnen. Op die manier hoeft niet achteraf gehandeld te worden om schade te repareren, maar kan schade worden voorkomen en kunnen mensenlevens worden gered. Het gaat dan om zaken als hittebestendige gebouwen, dijken tegen overstromingen, en een landbouwsysteem dat langdurige droogte aankan. Met name in kwetsbare gebieden, waar extreem weer relatief snel ontwrichtend werkt, is dat essentieel.
#4: Op sommige plekken loopt klimaatadaptatie al tegen grenzen aan
Op sommige plekken die vaak het slachtoffer zijn van natuurrampen wordt al wel gewerkt aan klimaatadaptatie. Maar op die plekken lopen mensen steeds vaker tegen grenzen aan van wat realistisch is, meent het WWA. Zo waren sommige natuurrampen zo heftig dat de onderzoekers zich afvragen: hadden we redelijkerwijs wel kunnen verwachten van mensen dat ze hier op tijd iets aan hadden kunnen doen? Als hele steden worden verwoest, inclusief de veilige zones, is er überhaupt wel een oplossing denkbaar die dit had kunnen voorkomen? Bekende struikelblokken, zoals het bij elkaar rapen van financiering, technologische haalbaarheid en politiek draagvlak, gooien al snel roet in het eten. Tussen de regels door lees je dat het WWA ervoor wil waarschuwen dat we het niet zo ver moeten laten komen dat er niets meer aan adaptatie te doen valt.
#5: We moeten overschakelen van symptoombestrijding naar systeemdenken
Vaak worden natuurrampen behandeld als incidenten. Klimaatadaptatie richt zich voornamelijk op één gebied, bijvoorbeeld het verhogen van dijken tegen overstromingen. Voor de toekomst is dat geen verstandige aanpak, concludeert het WWA. Het komt namelijk steeds vaker voor dat extreme weersomstandigheden elkaar snel opvolgen (wat heftigere gevolgen heeft dan wanneer ze gespreid plaatsvinden), of elkaar zelfs aanwakkeren. In dat laatste geval leidt de ene natuurramp tot de andere, zoals een bosbrand die een gebied vatbaarder maakt voor overstromingen. Het advies is daarom om niet per incident te handelen, maar om maatregelen te treffen die breder effect sorteren. Als voorbeeld noemt het WWA ‘regentuinen’ die zowel zorgen dat regenwater goed kan wegstromen, als een verkoelende werking hebben op het omliggende gebied.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in