Hugo de Jonge zette stevig in met zijn pessimistische voorspelling voor 2024. Hij verwacht ‘een forse dip’ in de woningbouw, schreef hij in een brief aan de Tweede Kamer. Krapte op de arbeidsmarkt, tekort aan bouwmaterialen en de rentestijging bieden slechte vooruitzichten, meent hij. En dan had hij het nog niet eens over de natuurwet die volgens De Telegraaf Nederland helemaal ‘op slot zet.’
Op nos.nl las ik dat portefeuillehouder Natuur bij LTO Nederland Edwin Michiels zich ook grote zorgen maakte: ‘Het zou tot een nieuwe stikstofcrisis kunnen leiden.’ In Nieuwsuur zei minister van Natuur en Stikstof Christianne van der Wal eerst braaf dat het ‘ontzettend belangrijk is de natuur te herstellen’, wat een aanloopje bleek voor het echte statement dat ze wilde maken. Namelijk dat ze vreest voor een specifiek element uit die natuurherstelwet, het zogenaamde verslechteringsverbod. Het verbod dat betekent dat projecten zoals de bouw van woningen of de aanleg van wegen geen negatieve invloed mogen hebben op natuurgebieden. Hetzelfde verbod dat ervoor zorgt dat projecten met teveel stikstofneerslag in Natura 2000-gebieden geen vergunning krijgen. Van der Wal in Nieuwsuur: ‘En kijk naar de situatie waar we nu in zitten. De vergunningverlening loopt vast.’
Of het nog niet ingewikkeld genoeg is worden de messen geslepen op de departementen Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Hugo de Jonge) versus Infrastructuur en Waterstaat (Mark Harbers). Daar gaat het om de strijd tussen ruimte voor de bouw van nieuwe woningen en het zoeken naar nieuwe gebieden om drinkwater te winnen. Begin april sloeg het RIVM alarm, met de oproep tot ‘snelle actie om drinkwatertekort in 2030 te voorkomen.’ Met als aansporing: ‘de Rijksoverheid moet regie voeren bij tegengestelde belangen. ’Juist nu, in complexe tijden, ontbreekt het aan die regie, omdat het spelletje van pleisters en banden plakken niet meer werkt.
Op nationaal niveau regie voeren is lastig, laat staan op Europese schaal. Daarom is het oplossingsgerichte boek The Brussels Effect van de Fins-Amerikaanse hoogleraar Anu Bradford een echte aanrader. Ze kijkt naar wat overheid én bedrijven kunnen doen, vanuit het oogpunt van een ijzersterke, grote Europese interne markt. De door de EU gestelde regels zijn de strengste ter wereld. Bedrijven die, begrijpelijk, wereldwijd van een gelijk speelveld houden, zorgen dat hun producten en diensten overal aan die strenge eisen voldoen. Dan hebben ze sowieso toegang tot de gigantische Europese markt en hoeven ze voor alle andere markten geen aparte, dure productielijnen op te zetten.
In de Witteveenlezing aan Tilburg University in 2019 merkte EU-correspondent en columnist voor NRC Caroline de Gruyter het al op. ‘Anu Bradford, hoogleraar aan Columbia Law School, noemt Europa consequent een economische supermacht. Ze begrijpt niet waarom we dat zelf altijd debunken. Europa is een van de grootste markten ter wereld: 500 miljoen burgers. Bedrijven over de hele wereld willen producten of diensten in Europa verkopen. Maar om speelgoed of wijn in Europa te verkopen, moeten ze wel aan onze regels voldoen. Die zijn streng. Die bedrijven smeken hun eigen regeringen om onze wetgeving over te nemen. Anders moeten ze aan meerdere regelsystemen voldoen. Daar worden ze knettergek van.’
Europa is, in een vijandiger geopolitieke wereld, machtiger dan het voorheen dacht. Het mag niet tot zelfgenoegzaamheid leiden, waarschuwt Bradford in NRC: ‘Macht brengt ook meer verantwoordelijkheid.’ En vooruit denkend: ‘Regels maken is niet voldoende (…), je hebt ook investeringen nodig.’
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in