Over deze vragen gingen Joke Boonstra (lid van de raad van bestuur van het Erasmus MC), Michel van Schaik (directeur gezondheidszorg van Rabobank) en Niels van Tent (partner bij Ebbinge) met elkaar in gesprek in een webinar.
“Duurzaamheid is de komende jaren hét onderwerp in de boardrooms van de zorg. En in de huidige vorm is de zorg niet toekomstbestendig”, begint Van Schaik. “In het verleden ging toekomstbestendigheid over geld. Inmiddels hebben we het over mensen. Maar ook onderwerpen als vergrijzing, mentale gezondheid van jongeren en klimaatverandering gaan steeds meer spelen. Als je naar de toekomst kijkt, kun je niet anders concluderen dan dat we op een fundamenteel andere manier moeten nadenken over gezondheid en gezondheidszorg.”
Eerder spraken bestuurders en toezichthouders al over het rekenen met de echte prijs. Hoe kunnen ze hier aan bijdragen?
Circulariteit in het ziekenhuis
“Dat er iets moet veranderen is evident”, zegt Boonstra. “De conclusies van het onlangs verschenen IPCC-rapport zijn benauwend. Als grote sector hebben we een belangrijke rol te spelen.” Ook onder zorgprofessionals leeft het onderwerp, merkt Boonstra. Mensen op de werkvloer kaarten verspilling aan en stellen vragen over het gebruik van materialen. “Door vaste procedures van verplegers en artsen gebruiken we eigenlijk meer steriele gereedschappen dan nodig is. Zonde, want deze kan je maar één keer gebruiken. Een deel van de milieuwinst is al te behalen met het doorbreken van routines en het veranderen van gedrag.”
Een andere werkgroep analyseerde het plasticgebruik in het ziekenhuis. Boonstra: “In sommige materialen zitten meerdere soorten plastics, wat recycling lastig maakt. Als we onze circulariteit willen verbeteren, moeten we toe naar materialen van één soort plastic. De TU Delft helpt ons weer bij dit soort innovaties.”
Boonstra merkt dat de bereidheid van medewerkers om aan dit soort vraagstukken bij te dragen groot is. “Daarbij zijn we natuurlijk ook een onderwijsinstelling. We zijn bij uitstek in staat om nieuwe studenten in duurzaamheid te onderwijzen. Vanaf dit jaar krijgen studenten dus ook les in dat onderwerp.”
Het kabinet is van plan de komende jaren ruim zes miljard euro extra uit te geven aan klimaatbeleid. Hoe reageert het bedrijfsleven?
Plaszak
Duurzame innovaties hoeven overigens geen technische hoogstandjes te zijn. Speciale filters in leidingen van ziekenhuizen vangen medicijnresten af die vrijkomen op de wc. Dit voorkomt vervuiling van het riool of oppervlakte water. Maar wat doe je als de patiënt naar huis gaat en daar plast? “Daarvoor hebben we nu de plaszak”, zegt Boonstra. “Deze kunnen mensen inleveren zodat wij de medicijnresten kunnen verwerken. De pilot is zeer succesvol: 85 procent van de patiënten werkt hier graag aan mee.”
“De plaszak is een innovatie die voorkomt uit de spoorwegen, toen de Sprinters geen wc meer kregen”, haakt Van Schaik aan. “En op die sectoroverstijgende manier kunnen we de zorg verder verduurzamen.” Daarbij spelen banken volgens Van Schaik een belangrijke rol. “Klop niet alleen aan als je geld nodig hebt, maar gebruik de bank voor kennis en het vinden van gesprekspartners. Het wiel hoeft niet telkens opnieuw te worden uitgevonden.”
Kansen door corona
Door de coronapandemie ziet Van Schaik ook veel kansen voor zorg op afstand. Dit scheelt reisverkeer, en daarmee indirecte CO2-uitstoot. “De gewenning is dat dokters en patiënten elkaar in de ogen willen kijken, maar het is strikt genomen niet altijd noodzakelijk of beter.”
Boonstra beaamt dit. “Jarenlang was de standaard dat dokters slechtnieuwsgesprekken in de spreekkamer voerden. Nu zien we dat patiënten liever thuis zitten, omringd door geliefden. Het leert ons om op een nieuwe manier naar situaties te kijken.”
Rol van bestuurders
Van Tent vraagt zich af wat de verduurzaming van de zorg dan van bestuurders en toezichthouders vereist. Boonstra: “Ten eerste, als dit niet op de agenda staat van je zorginstelling, moet je jezelf achter de oren krabben. Stel de goede vragen, verdiep je in het onderwerp, en zoek uit wat je CO2-afdruk nu is.”
Van Schaik: “Toezichthouders zijn verantwoordelijk voor wie er in het bestuur komt. Aan hun de taak om bestuurders te vinden die willen bijdragen aan langetermijnverandering. Voor het runnen van business-as-usual zijn andere mensen geschikt dan voor het transformeren van een sector.” Ook denkt Van Schaik dat bestuurders het lef moeten hebben om soms in te zien dat een instelling niet langer meer nodig is. “Dit klinkt misschien radicaal, maar als blijkt dat een verlieslijdende instelling overbodig is, bijvoorbeeld doordat zorg op afstand beter is, dan moet je die knoop durven door te hakken. Dat is de open mind die we nodig hebben.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in