In de stad waar ik mocht stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen, zocht ik tevergeefs naar een partij met twee lijsttrekkers. Het komt door een interview in NRC Handelsblad, met twee vrolijke CEO's die gezamenlijk DSM aanvoeren; Geraldine Matchett en Dimitri Vreeze. DSM is een bedrijf met een omzet van 9 miljard euro, 21.000 werknemers en een hoofdkantoor in Heerlen. DSM vond zichzelf al een keer opnieuw uit, door de zware chemie in te ruilen voor producten met een relatie tot gezondheid en voeding. En op 'niet eetbare' materialen als thermoplastisch elastomeer, dat in medische jassen zit. Maar die tak stoten ze af, lees ik, en de focus gaat naar voeding.
Door dat verhaal zocht ik nog even verder naar duo-leiderschap. In de Nederlandse politiek bleef het fenomeen beperkt tot een eenmalige exercitie, ook nog uit nood geboren. In 1994 won het duo Ina Brouwer/Mohamed Rabbae een ledenverkiezing van Paul Rosenmöller/Leonie Sipkes. Naar buiten was het motto dat GroenLinks nu voor twee telde, maar iedereen wist dat de partij vooral de voormalige bloedgroepen PPR/PSP/CPN, waar ze uit was voortgekomen, zoveel mogelijk tevreden wilde stellen. Het leidde in de praktijk tot ongemak, wekte soms op de lachspieren en uiteindelijk tot zetelverlies. Het experiment is daarna nooit meer herhaald. Uit de voetbalwereld herinner ik me de twee bondscoaches die een tijdje tegelijk het Zweedse nationale team mochten leiden: Tommy Söderberg en Lars Lagerbäck. Voor de neutrale toeschouwers altijd geestig om te zien hoe ze tijdens de wedstrijden communiceerden, maar meerwaarde leverde het niet op. De resultaten waren wisselvallig als altijd bij de Zweden.
In NRC, dat voor de gelegenheid ook twee interviewers op de Co-CEO's had afgestuurd, maakt het duo een sympathieke indruk, maar mijn twijfel nemen ze niet weg. In Amerika is het duo-leiderschap iets wijdverbreider dan in Europa, maar ik hoop dat het hier geen vaste voet aan de grond krijgt. Het begint al bij de foto bij het verhaal, waar ze keurig in het gelid naast elkaar staan. De associatie die blijft hangen is toch eerder Peppi en Kokkie, dan leiderschap nieuwe stijl. Natuurlijk moest de nieuwe leider van DSM in de onmogelijk grote schoenen van Feike Sijbesma stappen, maar nu lijkt het of niemand een harde keus durfde te maken. Geraldine heeft het tijdens het interview steeds over Dimi en Dimitri zegt dat ze het eerste jaar moesten wennen, maar nu hun 'groove' hebben gevonden. Dagelijks contact is niet nodig: ze 'weten intuïtief wat business as usual is.' Het is een grote goed nieuwsshow met als uitsmijter: 'Ik denk dat we zo complementair zijn dat het gewoon goed werkt.' En ook nooit meer lonely at the top.
Natuurlijk kan het zo zijn dat het met dit duo goed werkt, maar toch denk ik dat het geen navolging krijgt. Een heldere bestuursstijl met één leider aan de top die uiteindelijk knopen doorhakt, die serieuze kritiek om zich heen verzamelt, vol vertrouwen delegeert aan specialisten en professionals de ruimte gunt alsof het echte mensen zijn, is nastrevenswaardiger. Bedrijven die het zo aanpakken komen tot de beste besluitvorming. Een beproefd recept dat alleen werkt als idee en uitvoering complementair zijn. Veel belangrijker dan zoeken naar duo-leiders die elkaar aanvullen.
Paul van Liempt
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in