Hoe zorg jij voor verduurzaming?
“Met BOAS redden we gebruikte spijkerbroeken van de verbrandingsovens en verkopen die als vintagebroeken op onze webshop en in onze winkel in Amsterdam. 90 procent van de winst die we daarbij maken, doneren we aan goede doelen. De kledingindustrie is verantwoordelijk voor ongeveer 10 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Daarmee is het een van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Binnen die industrie is denim een stof die veel water kost, veel CO2-uitstoot en waar veel land voor nodig is. Er wordt veel met die stof geproduceerd, dus hoe langer je die producten kunt gebruiken, repareren en upcyclen, hoe beter. Maar helaas belandt er nog te veel in de verbrandingsoven.
Het redden en verkopen van spijkerbroeken die nog mooi en populair zijn, is natuurlijk makkelijk. Moeilijker is het verkopen van spijkerbroeken met gaten erin. Ik heb een hekel aan spullen weggooien, dus daarom zijn we naar de Amsterdam Fashion Academy gestapt. We gaven alle spijkerbroeken die we niet konden verkopen aan creative designers en zeiden: maak hier maar wat moois mee. Ze hebben er fantastisch mooie producten van gemaakt die wij weer kunnen verkopen. Voor wat eerst dus eigenlijk afval was, hebben we nu op onze webshop een goede prijs gekregen.”
Op jullie webshop gebruiken jullie een veilingmodel. Gedurende de dag worden jullie broeken steeds goedkoper. Is jouw afkeer tegen het weggooien van spullen ook de reden dat jullie voor dat model hebben gekozen?
“Klopt, het is eigenlijk het model dat bloemenveilingen gebruiken. Dat is ontworpen om zo snel mogelijk al je voorraad te kunnen verkopen. Bloemen zijn namelijk niet lang houdbaar, dus willen verkopers daar dezelfde dag nog vanaf. Dat wilden wij ook met vintagekleding voor elkaar krijgen. We willen al onze broeken kwijt, dat is goed voor het milieu en lost bovendien het probleem van een restvoorraad op. Daar hebben veel modewinkels namelijk moeite mee. Bovendien vinden we dat klanten veel beter weten wat een product waard is dan wij, dus daarom mogen ze in feite zelf de prijs bepalen. De eerste persoon die op de koopknop drukt, krijgt de broek voor de prijs die op dat moment geldt.”
Je wil de kledingindustrie verduurzamen en de winst doneren aan goede doelen. In dat geval zou je ervoor kunnen kiezen om bij een bestaand kledingmerk te gaan werken en daar te knokken voor die doelen. In plaats daarvan begon je een eigen bedrijf. Waarom eigenlijk?
“Er wordt bij grote modebedrijven gigantisch veel winst gemaakt die ze niet met de wereld delen. Hun aandeelhouders zullen het nooit goed vinden dat de bedrijven meer dan een fractie van hun winsten doneren aan goede doelen. Daarom kan ik eigenlijk niet meer voor ze werken. Ik heb in het verleden wel voor corporates gewerkt, en ook voor ngo’s als War Child en Save the Children. Het jaarbudget van die ngo’s werd soms binnen een dag bij de corporates bij elkaar verdiend. Ik vroeg me dan altijd af: hoe krijgen we het geld van de ene plek naar de andere? Die vraag heeft me nooit meer losgelaten en daarom ben ik zelf een bedrijf begonnen dat wél als doel heeft om 90 procent van de winst te doneren aan goede doelen.”
Naar welke goede doelen gaat jullie winst?
“Er sterven nog veel te veel mensen in andere delen van de wereld aan voorkombare ziektes. Ziektes die we in Nederland niet meer kennen, omdat we daar vaccinaties of medicatie voor hebben. Een voorbeeld is malaria, waar jaarlijks 600.000 mensen door sterven, terwijl preventie ervan heel makkelijk is. We maken genoeg winst op de wereld om daar wat aan te kunnen doen. Bij BOAS zien we dat dus als laaghangend fruit om mensenlevens te redden.”
BOAS bestaat iets langer dan een jaar. Hoeveel geld hebben jullie al kunnen doneren?
“Heel eerlijk gezegd, maken we op dit moment met BOAS nog geen winst. We zijn dus hard bezig met het aantrekken van financiering. We hebben één grote financier binnengehaald en zijn iets verder in het proces met twee andere. Tot het moment dat we winst maken, moeten we dus creatief zijn met onze manieren om geld te doneren. Daarom ga ik op 7 juni een recordpoging doen om geld op te halen voor de Against Malaria Foundation. Ik ga proberen het record van fietsen zonder handen te verbreken. Ik ben een wielrenner en heb daar mijn fysieke en mentale gezondheid aan te danken. Ik bekeek een lijstje met records en zag dat het record zonder handen fietsen momenteel op 130 kilometer staat. Natuurlijk is dat ver, maar ik denk dat het niet onmogelijk is. Al zeg ik niet dat ik het ga halen, er kan natuurlijk veel misgaan.”
Meer dan 100 kilometer op een racefiets zonder je handen te gebruiken, dat lijkt me niet prettig.
Met een glimlach: “Nee, maar een recordpoging hoeft natuurlijk ook niet prettig te zijn. Ik rijd wel op een gravelfiets, die heeft dikkere banden waardoor je iets stabieler bent. En ik ga het op een afgesloten parcours doen, het mag namelijk niet op de openbare weg. Ik heb dit soort absurde uitdagingen in het verleden vaker gedaan, want ze werken zo goed. Mensen kunnen mij uitlachen, maar geven daarbij wel geld aan een goed doel. Die kans wil ik niet laten liggen.”
Tegen welke struikelblokken loop je als duurzame ondernemer aan?
“Even kort door de bocht: het meest duidelijke struikelblok voor bedrijven die hun winst aan goede doelen willen geven, is dat niemand in ze wil investeren. Als ik naar een investeerder stap en zeg dat ik spijkerbroeken van de afvalstapel wil redden en dat ik daarmee geld kan verdienen, vinden ze dat een leuk idee. Maar het moment dat ik opbreng dat de winst voor 90 procent naar het goede doel gaat, haken ze af. Dus we vissen uit een minuscule vijver aan echte impactinvesteerders of zelfs filantropen. Dat is lastig.
Een ander struikelblok is dat mensen écht in je moeten geloven. In het begin is het natuurlijk alleen nog maar een idee. Toen ik met het idee van BOAS kwam, zag ik iedereen met hun ogen rollen. Heb je Vin weer met zijn gekke plannen, dachten ze. Mensen zijn altijd tegen verandering van de status quo. Ze denken dat iets niet kan omdat het nog nooit gedaan is. Daar zijn we in het begin enorm tegenaan gelopen. Uiteindelijk is het een kwestie van volhouden.”
Met wie zou je nog eens willen samenwerken?
“Het zou voor ons heel mooi zijn om met grote broekenmerken te werken. We zijn nu bijvoorbeeld een samenwerking met MUD Jeans aangegaan. Er is bij kledingmerken een groot probleem met retourzendingen. Die worden nu vaak nog gedumpt en verbrand. Daar moeten we echt vanaf. Binnenkort moet dat ook, omdat regelgeving het niet meer toestaat dat kleding wordt verbrand. Maar er is zoveel mee mogelijk. Ik zou daar graag met die merken samen aan werken.
En wat mijn bedrijf natuurlijk het meest nodig heeft, zijn filantropen die zeggen: wij vinden BOAS een goed idee, we gaan hierin investeren omdat het goed is voor de wereld. Filantropen die bereid zijn om hun geld niet meer terug te zien, omdat ze weten dat ze er levens mee hebben gered. We hopen dat ze inzien dat ze hun geld kunnen vermeerderen voor een goed doel in plaats van de derde Ferrari of een extra nul op de bankrekening.”
Lees ook:
- Changemaker Ellyne Bierman (Reflower): ‘Verse bloemen blijven 10 dagen mooi, kunstbloemen 10 jaar’
- Changemaker Joost de Kluijver (Closing the Loop): ‘Je moet mij vooral in het begin inzetten, maar daarna in een dwangbuis stoppen’
- Changemaker Kadir van Lohuizen legt met zijn camera de wereldwijde voedselketen vast: ‘Beelden zeggen veel’
De Changemaker-serie wordt mede mogelijk gemaakt door Vattenfall en Vlerick Business School.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in