Changemaker Mirjam Schmüll opent deuren in de circulaire bouw: ‘Wanneer een weg doodloopt, ben ik altijd bezig met wat er wél kan’

Volgens Mirjam Schmüll, van huis uit architect en expert op het gebied van circulair bouwen, is de tijd van praten voorbij. Theorieën over circulair bouwen zijn er volop, nu moeten ze worden uitgevoerd. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord, meent Schmüll. Met haar bedrijf Brokkenmákers probeert ze de juiste partijen met elkaar aan tafel te krijgen. Hoe pakt ze dat aan?

Mirjamschmull
“Voor mij is de uitdaging om aan andere mensen te laten zien hoe je anders kunt denken, maar vooral hoe je anders kunt dóen.”

Je bent bij veel verschillende bouwprojecten betrokken. Hoe zou je jouw rol in het verduurzamen van de samenleving omschrijven?

“Ik ben een realistische idealist. Ik wil de vertaling maken van denken naar doen, dat is waar ik de meeste energie van krijg. Als het over circulaire economie gaat, is er al ontzettend veel geschreven aan rapporten en adviezen. Ik wil nú impact maken en circulaire projecten realiseren die zelfstandig voort kunnen bestaan. Met dat idee is Brokkenmákers ontstaan. We bedenken vernieuwende ideeën die bijdragen aan een duurzamere wereld. Dat doen we bij het Merwede Lab (een groene, autovrije en geheel gasloze wijk in Utrecht, red.) en de gebouwenmarktplaats (het hoogwaardig hergebruiken van grote bouwdelen, red.). Ons eerste project heette Van Dom tot Steengoed, en richtte zich op het circulair inzetten van de brokstukken en ornamenten van de Domtoren in Utrecht. Toen de toren gerestaureerd ging worden, dreigde het puin namelijk gebruikt te worden als materiaal onder snelwegen. Maar de Domtoren is een pronkstuk van Utrecht, met een enorme cultuurhistorische waarde. De materialen zijn honderden jaren oud. Die gooi je toch niet zomaar onder de snelweg?! Het staat wat mij betreft symbool voor onze omgang met materialen en producten in het algemeen.”

Het lijkt een groot pijnpunt in de wereld van het circulair bouwen: hoogwaardige materialen krijgen een laagwaardig tweede leven. Waarom is dat eigenlijk zo, als we weten dat er ook hoogwaardigere toepassingen zijn?

“Er is op dit moment nog niet voldoende incentive om hoogwaardige toepassingen te zoeken voor het hergebruik van materialen. We moeten naast financieel rendement gaan sturen op meerdere waarden, zoals materiaalwaarde of klimaatwaarde in CO2, maar ook de cultuurhistorische waarde zoals bij Van Dom tot Steengoed. Daar konden we voorkomen dat het restauratiemateriaal van de Dom laagwaardig onder de snelweg zou verdwijnen door te sturen op materiaalwaarde, belevingswaarde en cultuurhistorische waarde. Wij vonden dat de Domtoren als icoon uit het verleden veel beter een aanjager kan zijn voor de circulaire economie van de toekomst. Er zijn veel dingen waarvan je je afvraagt: hoe is dit ooit zo gekomen? Ik denk dan vaak, en ik mag het van anderen eigenlijk niet zeggen: het kán toch niet zo zijn? Voor mij is de uitdaging om aan andere mensen te laten zien hoe je anders kunt denken, maar vooral hoe je anders kunt dóen.”

Die hunkering naar concrete actie, wordt die gevoed door een ergernis dat alles nog te traag gaat?

“Voor een deel, ja. Het meeste wat we moeten doen, hebben we al bedacht. Waar vooral de kracht in zit, is het dóen, het realiseren, het toepassen van alles wat we al kennen en weten. We moeten niet meer in pilotprojecten denken, maar kijken naar hoe we al het geleerde schaalbaar een herhaalbaar kunnen maken.”

In het Grondstoffenakkoord is afgesproken om te streven naar een volledig circulaire bouwsector in 2050. Waar staan we nu?

“We staan nog redelijk aan het begin. Circulair betekent dat we op een compleet andere manier gebouwen moeten gaan ontwerpen. De manier waarop we dat nu doen, is door te beginnen met een tabula rasa, een wit vel papier. We ontwerpen en bouwen een nieuw gebouw en kijken daarna pas hoe we dat gebouw in de toekomst kunnen hergebruiken. Maar daardoor maak je ook pas in de toekomst impact, niet nu. We hebben een beperkt carbon budget en kunnen niet voor eeuwig CO2 blijven uitstoten. Ik denk dus dat we ons moeten concentreren op de bestaande gebouwde omgeving. Hoe kunnen we binnen onze huidige koolstofbudget maximaal gebruikmaken van onze grote, bestaande bouwdelen voor renovatie en het ontwikkelen van nieuwbouw? Dat moeten we in gedachten houden bij het ontwerpen van gebouwen. Mijn filosofie is: kijk eerst naar wat je al hebt, zorg daarna dat je dat aanvult met biobased materialen en overweeg daarna pas nieuwe materialen. Volgens mij is dat de enige manier om binnen ons koolstofbudget te blijven. Er zijn al goede voorbeelden van die manier van denken, maar nog niet genoeg.”

De vraag naar woningbouw in Nederland is enorm. Kan duurzaam bouwen samengaan met betaalbaar en snel bouwen?

“Het kost absoluut energie en denkkracht om dat voor elkaar te krijgen. Daar is goede samenwerking voor nodig, en het creëren van eigenaarschap bij verschillende eigenaren. Die kunnen de benodigde innovatiekracht verdelen. Natuurlijk speelt budget ook een rol, maar voor een groot deel gaat dat nu nog om leergeld. We betalen op dit moment meer omdat we aan het leren zijn voor de toekomst. Het wil dus niet zeggen dat alle projecten later ook duurder zullen zijn. Maar het klopt wel dat alles wat je voor het eerst doet, iets meer geld, aandacht en tijd kost. De betaalbaarheid en snelheid kan overigens fors omhoog door niet te denken in vraag naar woningbouw, maar vraag naar woonruimte. Dat is een verdelingsvraagstuk, want we hebben de vierkante meters al.”

Je werkt onder meer aan het project Merwede. Waarom verloopt dat project volgens jou zo succesvol?

“Het is uniek dat alle eigenaren, inclusief de gemeente, zich voor tien jaar hebben gecommitteerd aan gebiedsinnovatie en daar ook gebiedsinnovatie aan hebben gekoppeld. Daardoor kunnen we innovaties realiseren, ongeacht de economische situatie. Ook kunnen we door onze samenwerking slimmer naar de opgave kijken dan wanneer we allemaal alleen te werk zouden gaan. Elk gebouw is natuurlijk anders, maar de procedures lijken wel heel erg op elkaar. Partijen maken bijvoorbeeld vaak gebruik van dezelfde adviseurs. Omdat we zo hecht samenwerken, kunnen we alle afzonderlijke aanvragen bundelen tot een geheel. En zoals ik al zei, we kunnen de inspanningen en kosten verdelen en iedereen laten werken aan zijn eigen specialiteiten.”

Bij vastgoedbeurs Provada won je de Inspiratie Hero Award voor jouw inspanningen als duurzame aanjager. Wat doet het winnen van zo’n prijs met je?

“Het werkt heel motiverend. Wat ik tof vind aan zo’n prijs is dat je gewaardeerd wordt om de dingen die je het liefste doet. Ik doe mijn werk vanuit een passie, een overtuiging dat samenwerking ons verder gaat helpen. En dat je dan gewaardeerd wordt vanuit de partijen die daaraan bijdragen, dat is heel erg leuk. Het helpt ons als beweging ook om te groeien en te versnellen.”

Als je sterk gedreven wordt door passie, loop je ongetwijfeld tegen struikelblokken aan. Welke zijn dat?

Na een poos stilte: “Het is gek, ik moet best even nadenken. Dat komt omdat ik eigenlijk altijd kijk naar wat er wél kan. Als een weg doodloopt, bijvoorbeeld door regelgeving, dan kijken we juist naar manieren om het anders te organiseren. Dat is waar we al onze energie op inzetten. Natuurlijk kom ik obstakels tegen, maar ik ben altijd bezig met het vinden van partners die meewillen in het oplossingsgerichte denken.”

Over welke kwaliteiten beschik je om die mensen ook daadwerkelijk bij elkaar aan tafel te krijgen?

“Ik denk dat het belangrijk is om vanuit het algemeen belang te denken. Dus, wat is het beste voor onze wereld, voor onze toekomst? Daarbij komt dat ik goed alle belangen kan overzien. Ik kan goed in kaart brengen wat iedereen nodig heeft om uiteindelijk de businesscase te halen. En ik kan goed over de grenzen en buiten de kaders denken. Dat verwacht ik eigenlijk ook van iedereen met wie ik samenwerk.”

Daarover gesproken: met wie zou je nog eens willen samenwerken?

“Ik zou graag met grote vastgoedpartijen willen werken aan het hergebruiken van bestaande materialen. Bijvoorbeeld universiteiten, Schiphol, of het Rijksvastgoedbedrijf. Ik denk dat we samen met dat soort partijen echt kunnen versnellen. Als er nu namelijk een gebouw gesloopt wordt, geven we de materialen terug aan de markt en zeggen: succes ermee. En bij nieuwbouw kopen we hetzelfde materiaal weer in en gaan we kijken hoeveel impact we maken. Ik ga het toch weer zeggen: dat kán toch niet zo zijn? Dit moet echt anders! En ik ben er ook van overtuigd dat het veel slimmer en efficiënter kan. Dat kunnen we met die partijen bereiken.”

Meer Changemakers:

De Changemaker-serie wordt mede mogelijk gemaakt door Vattenfall en Vlerick Business School.

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu