Waarom heb je Teachers for Climate opgericht?
“Voor mijn roman Vogelkinderen, die zich afspeelt in het jaar 2143 en waarin mensen kunnen praten en samenwerken met dieren, deed ik onderzoek naar wat ons nu eigenlijk drijft in het leven. Ik kwam eigenlijk snel al uit op een open deur: we willen gewoon gelukkig zijn. En geluk heeft veel te maken met een veilige leefomgeving waar we deel van uitmaken, gezien worden en ertoe doen. Het uitkomen van Vogelkinderen viel toevallig samen met de eerste Nederlandse demonstraties van Youth for Climate (een wereldwijde scholierenorganisatie die zich inzet voor het klimaat, red.). Deze ‘klimaatspijbelaars’ kregen veel kritiek. Vreemd, vonden een paar collega’s en ik. We roepen als docenten namelijk dat jongeren betrokken moeten zijn bij de wereld, maar ze worden terug naar de schoolbanken gestuurd als ze dat ook echt doen. Toen zijn we achter ze gaan staan. Letterlijk! We liepen achter ze aan bij hun klimaatmars. Dat was de start van Teachers for Climate.
Dat was natuurlijk hartstikke leuk, maar het voelde ook hypocriet. Want eigenlijk was die oproep van de jeugd een hulpkreet. Ze vroegen om verandering. Toen zijn we kritisch naar het onderwijscurriculum gaan kijken. Kinderen willen namelijk middelen om voorbereid te zijn op de toekomst. Ze vragen om kennis over klimaatverandering, willen emoties kwijt en zoeken handelingsperspectief. Maar dat zat allemaal niet in ons onderwijs.”
Wat is er op duurzaamheidsgebied volgens jou mis met het onderwijs?
“We moeten op zoek gaan naar een nieuw verhaal. Bij ons ontstond het besef: er bestaat geen objectief onderwijs. Al het onderwijs berust op subjectieve keuzes. Waarom geven we wel biologie en geen psychologie, waarom is Duits verplicht en Spaans niet, waarom doceren we wel groei-economie en geen circulaire economie? Alles berust op keuzes die ooit gemaakt zijn of nu gemaakt worden. De verhalen van nu zijn vooruitgangsdenken, economische groei, vrijheid, meetbaarheid, meer is beter, mens boven natuur. Een transformatie in gang zetten is daarom beginnen bij het creëren van een nieuw verhaal. Geen mensgericht, maar ecocentrisch verhaal. Dat vraagt dat je samen nadenkt over nieuwe normen en waarden.”
Wat voor initiatieven neemt Teachers for Climate om dat nieuwe verhaal vorm te geven?
“We merken dat docenten heel erg behoefte hebben aan ondersteuning. Ze willen graag iets met duurzaamheid doen in de klas, maar voelen zich een eenling. Zodra ze zich bij Teachers for Climate aansluiten, ontmoeten ze gelijkgestemden. Dat is heel fijn voor ze.
Een van de mooiste dingen die we organiseren is de Duurzame Docent-verkiezing. Daarbij zetten we docenten die pionieren op het gebied van duurzaam onderwijs in het zonnetje. Het begon als een klein initiatief waarbij we zulke docenten een bloemetje gaven, en is nu uitgegroeid tot een landelijk evenement in Pakhuis de Zwijger met een inhoudelijk debat vooraf. Het is mooi om te zien dat we daarbij al zo’n schaalvergroting hebben kunnen maken.
Ook geven we masterclasses aan docenten om ze te ondersteunen en te professionaliseren. We helpen docenten met emoties in de klas en de koppeling van klimaatthema’s aan exameneisen. Schaarste kun je bijvoorbeeld heel makkelijk koppelen aan de kerndoelen van het vak economie. Denk bijvoorbeeld aan schaarste van landbouwgrond, water of energiebronnen. Daar helpen we ze bij.”
Onlangs werd het landelijke Klimaatexamen georganiseerd. Een schoolexamen-achtige toets, open voor iedereen, om aandacht te vragen voor klimaatverandering.
Lachend: “Zeker, ik heb eraan meegedaan en ben geslaagd!”
Een ludieke actie natuurlijk, maar zou zoiets volgens jou een officieel onderdeel van de schoolexamens moeten worden?
“Ja. Het is de grootste opgave waar we als mensheid nu voor staan. Dus het is heel dom om er niks over te doceren. De Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) is nu samen met de overheid de kerndoelen voor het onderwijs aan het herzien, maar ze zijn heel bang om politiek te worden. En dat terwijl klimaatverandering geen politiek probleem is, het is een wetenschappelijk probleem. Het is zo ongeveer de meest exacte wetenschap van heel het onderwijs. Economie, iets wat mensen eigenlijk zelf hebben bedacht, zien we dan als heiligdom, terwijl mensen klimaatverandering in twijfel gaan trekken. Dat vind ik heel vreemd.”
Er zijn mensen die vinden dat duurzaamheid niet in het onderwijs thuishoort en die het thema afdoen als propaganda. Deze opvattingen komen ook in de klas terecht, wat tot frictie kan leiden. Hoe kunnen docenten met deze weerstand omgaan?
“De grootste angst van docenten is om weggezet te worden als subjectief of politiek getint. Dat is ook de reden waarom duurzaamheid lang gemeden is binnen het onderwijs. Het thema is ook gewoon met succes gepolitiseerd. De eerste stap die je daarom als docent moet maken is je baseren op de wetenschap. En onze eerste masterclass aan docenten is simpelweg: klimaatverandering, hoe zit dat in elkaar? Er zijn namelijk docenten die bang zijn om het onderwerp in de klas aan te halen, omdat ze er zelf onvoldoende van weten. Als leerlingen dan bijvoorbeeld het broeikaseffect wegzetten als onzin, hebben ze niet genoeg kennis om dat te weerspreken.
Een ander belangrijk punt is dat je als docent ook gewoon moet erkennen dat klimaatverandering emoties oproept. Het is een groot, angstaanjagend vraagstuk. Als ik lees dat de Golfstroom deze eeuw mogelijk stilvalt door klimaatverandering, komt er bij mij ook een hoop naar boven. Ook dát nog, denk ik dan. Ik wist wel van de temperatuurstijging en afname van de biodiversiteit, komt dit er óók nog eens bij. Ik krijg dan gewoon zin om de krant weg te smijten. In de klas wordt er ook zo gereageerd. Als je dat benoemt als docent, ontstaat er ruimte om met zulke emoties te dealen. Maar ja, dat is natuurlijk wel erg lastig.”
Tegen welke struikelblokken loop je als initiatiefnemer van Teachers for Climate wel eens aan?
“In het begin kreeg ik de vraag: wil je dat Teachers for Climate wordt gezien als Mark en een paar vrienden, of wil je dat het een zelfstandige, professionele organisatie wordt. Ik wil dat laatste. Ik zie mijn rol in dit project namelijk als iets tijdelijks en wil me ook op andere dingen kunnen gaan focussen. Maar het is moeilijk om te bepalen hoe je zoiets dan gaat organiseren. In het begin was het goed te overzien, maar nu de groep vrijwilligers hard groeit, is het moeilijk om iedereen erbij te blijven betrekken en zichtbaar te maken.
We hebben het al even over politiek gehad, dat was in het begin ook lastig. We kregen veel kritiek. In 2019 heeft De Telegraaf twee journalisten al mijn contacten laten uitpluizen om te proberen aan te tonen dat de klimaatbeweging zich via docenten infiltreerde in het onderwijs. Er zijn uiteindelijk zelfs Kamervragen over gesteld. Gelukkig is de relatie inmiddels hersteld en hebben ze me gevraagd een opinieartikel te schrijven over Extinction Rebellion. Nou, prima! Inmiddels denken we mee met docenten, schoolleiders, docentenopleidingen, koepelorganisaties, en zelfs met de SLO en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. We zijn dus gewoon uitgegroeid tot een expertiseorganisatie.”
Lees ook:
- Changemaker Hanneke van de Vijfeijke (IKEA): ‘Er is grote bereidheid onder consumenten om tweedehands te kopen’
- Changemaker Sacha Göddeke-Mulder (NS): 'Als je elke dag met de trein reist, weet je dat we niet zo vaak stilstaan'
- Changemaker Mirjam Schmüll opent deuren in de circulaire bouw: ‘Wanneer een weg doodloopt, ben ik altijd bezig met wat er wél kan’
De Changemaker-serie wordt mede mogelijk gemaakt door Vattenfall en Vlerick Business School.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in