Je hebt een achtergrond in de geneeskunde. Hoe is je interesse voor duurzaamheid en klimaatverandering gewekt?
“Ik heb een PhD gedaan in global health. Daarbij keek ik niet naar één cel of orgaan, maar naar wereldwijde gezondheidssystemen en welke factoren tot gezonde levens leiden. Ik deed onderzoek naar luchtvervuiling en woongezondheid in Kirgizië, Griekenland, Vietnam en Uganda. Klimaatverandering kwam als thema steeds vaker naar voren. Ik keek bijvoorbeeld naar het koken binnenshuis met hout- of gewasresten. Daar komt veel rook bij vrij en veroorzaakt ook veel boskap en uitstoot. Het is dus zowel ongezond voor mensen in dat huis, als voor de hele omgeving. Ik heb ook twee weken als vrijwilliger gewerkt op een vluchtelingenkamp op Samos, een Grieks eiland vlak bij de Turkse kust. Het was een shock om te zien hoe we als Europa met vluchtelingen omgaan, en dat in onze eigen achtertuin. Ik kwam erachter dat er dat jaar al 20 miljoen klimaatvluchtelingen waren en dat het er alleen maar meer gaan worden. Dat zijn mensen die hun leefomgeving moesten verlaten door droogte en overstromingen. Natuurlijk was niet iedereen op Samos een klimaatvluchteling, maar het heeft me wel bewogen om me in te gaan zetten voor duurzaamheid en een leefbare wereld.
Eigenlijk was de stap om duurzaamheid en de zorg te combineren makkelijk. Ik ken de zorg goed en kan daar relatief veel waarde leveren. In het begin waren er weinig harde data, maar steeds meer studies tonen de milieu-impact van de zorgsector aan. 7 procent van onze nationale CO2-uitstoot is afkomstig van de zorg, net als 13 procent van alle grondstoffen, 7 procent van het landgebruik, en 7 procent van het zoetwatergebruik. Dat is echt wel substantieel.”
Hoe is vervolgens de Groene Zorg Alliantie ontstaan?
“Ik krijg als voorzitter alle eer, maar het zijn echt vereende krachten. Ongeveer drie jaar geleden ontstonden er groepjes van artsen die zich met duurzaamheid bezighielden, en met een aantal zorgprofessionals dachten we toen: die moeten we eens samenbrengen voor een netwerkavond om kennis uit te wisselen. Daar kwamen zestien groepen op af. Uiteindelijk is daar de Groene Zorg Alliantie uit ontstaan. In het begin was het best kneuterig, maar inmiddels zijn we uitgegroeid tot een netwerk van tweehonderd groepjes, ook wel commissies en green teams genoemd, met duizenden zorgprofessionals. Het gaat dan om landelijke groepen van bijvoorbeeld oogartsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen, maar ook om lokale teams in ziekenhuizen. Heel erg divers dus. Samen willen we de transitie naar een gezonde aarde versnellen, en ook gezondheid als argument benadrukken in de klimaatdiscussie.”
Nederland heeft de ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn. Dat geldt dus ook voor de gezondheidszorg. Acht jij dat haalbaar?
“Het wordt spannend, want veel dingen in de zorg gaan traag. Ook zie je dat er mooie duurzaamheidswetgeving is die vervolgens niet voor de zorg geldt, terwijl die drijfveer juist nodig is om te veranderen. Er lopen inmiddels veel mooie initiatieven. Je kunt dan denken aan wasbare operatiejassen en herbruikbare eendenbekken (een gynaecologisch instrument, red.). Maar uiteindelijk zijn dat kruimels als je kijkt naar het geheel. Uit ons onderzoek onder leiding van het Radboudumc blijkt dat een bepaalde soort hartoperatie gepaard gaat met 27 kilo afval. We hebben dus eigenlijk 26 jaar om die afvalberg terug te brengen naar nul.
We hebben al veel stappen gezet op het gebied van bewustzijn. Zo heeft de Groene Zorg Alliantie zich ervoor hard gemaakt dat planetary health als thema in alle zorgopleidingen terechtkomt. Met succes, het staat nu als afspraak in de Green Deal Duurzame Zorg. Maar dat is slechts het startpunt. Circulair zijn in 2050 is een holle kreet als er niet ook versneld wordt. CO2-neutraal zijn in 2050 is denk ik voor veel zorginstellingen haalbaar. Maar voor een volledig circulair zorgsysteem moeten we echt nog versnellen.”
Klopt het dat duurzame zorg op gespannen voet kan staan met de beste en meest betaalbare zorg?
“Heel vaak gaan die zaken juist hand in hand. Uit een recente studie van Harvard bleek bijvoorbeeld dat het volgen van een Planetary Health Diet (met veel groenten, fruit, volkoren granen en minder vlees, zuivel en ultrabewerkte producten, red.) zowel voor de gezondheid als voor de aarde goed is. Als je dat dieet volgt, heb je een 30 procent lagere kans om te overlijden door onder meer obesitas, hart- en vaatziekten en verschillende soorten kanker. Ook leidt het tot een 29 procent lagere uitstoot van broeikasgassen en ruim 50 procent minder landgebruik voor de productie van voeding. Hetzelfde geldt voor lichaamsbeweging en schone lucht. Dat hoeven wij natuurlijk niet alleen als zorgverleners te doen, dat is gemeenschapsgezondheid. Het zijn goedkope, maar lastige maatregelen aangezien je de cultuur en het gedrag van mensen moet veranderen.
Wat betreft medische handelingen maak je voortdurend een afweging tussen betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid. Ik denk dat duurzaamheid ook heel belangrijk is om daar aan toe te voegen. Er zijn veel voorbeelden van het verduurzamen van de handelingen zonder dat de kwaliteit van zorg daar slechter van wordt. Maar soms zul je pijnlijke vragen moeten stellen. Gaan we nu iemand opereren die geen goede levensverwachting heeft, alleen maar om dat leven met drie maanden te rekken? Of, in het geval van milieuvervuilende medicatie, leidt de behandeling voor één persoon er misschien toe dat het leven van meerdere personen elders slechter wordt? Het zijn gevoelige vragen die we lang uit de weg zijn gegaan, maar die goed zijn om te stellen.”
In andere sectoren is er naast enthousiasme ook veel weerstand tegen verduurzaming. Hoe is dat binnen de gezondheidszorg?
“In het begin was er wel een groep artsen die verduurzaming niet beschouwde als onze taak. Laat dat maar aan Shell over, zeiden ze. Maar we proberen al onze stappen te onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek, en eigenlijk kun je er dan niet meer omheen. In de meest toonaangevende vakbladen staat dat klimaatverandering de grootste bedreiging voor de volksgezondheid is. En we hebben er ook bij de artsenfederatie KNMG voor gepleit om een gedragscode toe te voegen waarin staat dat je je als arts bewust bent van de relatie tussen een duurzame leefomgeving en de gezondheid. Die gedragscode is er nu. Dat is fantastisch, want dan kunnen we tegen de zuurpruimen zeggen: kijk, de artsenfederatie vindt dat verduurzaming wél onze taak is.”
Tegen welke struikelblokken loop je aan?
“Veel van het duurzaamheidswerk moet in onze vrije tijd gebeuren. Zorgprofessionals zijn mensen met veel energie, maar met weinig tijd. Daar zou vanuit de bestuurders van zorginstellingen meer aandacht voor moeten komen, door wat meer ruimte te bieden. Dat gebeurt al wel meer, maar nog niet genoeg.
En ik had het al even over het bewustzijn van de relatie tussen klimaatverandering en gezondheid. Daar is zo lang een gebrek aan geweest, dat veel protocollen in de zorg zijn opgesteld zonder rekening te houden met duurzaamheidseisen. Het gaat bijvoorbeeld over infectiepreventie, of de kans op besmetting van 0,01 naar 0,001 gebracht kan worden. Er wordt dan niet gekeken naar de onzichtbare gezondheidsschade via de uitstoot van broeikasgassen en vervuiling. Dus we moeten hard strijden om ervoor te zorgen dat duurzaamheid wordt meegenomen in alle afwegingen. Als je rekening wil houden met de kosten, dan horen de milieukosten daar toch ook bij? Dat gebeurt nog niet voldoende.”
Het politieke klimaat verandert en duurzaamheid staat bij het aanstaande kabinet niet bovenaan het lijstje. Voorzie je problemen binnen jouw werkveld?
“Ik denk dat het spannend is, omdat een groot deel van Nederland de relatie tussen klimaatverandering en gezondheid nog niet kent. Mensen denken al snel dat klimaatbeleid betekent dat hen dingen wordt ontnomen. Ze mogen iets niet meer doen of het lijkt duurder te worden. Ik hoop dat wij ze kunnen laten zien dat stevig klimaatbeleid ons als mensheid juist kansen geeft. Kansen voor onze gezondheid, en dat het niet alleen geld kost maar ook oplevert.
Klimaatverandering is al zo dichtbij. Ik heb tijdens mijn huisartsenvisite eens een zeventigjarige vrouw langs gehad die drie dagen in haar garage had doorgebracht omdat het in de zomer te heet was in haar huis. En, weet je, zij stemt ook, en haar kinderen en kleinkinderen ook. We moeten duidelijk maken dat klimaatbeleid helpt om dit soort negatieve gezondheidsrisico’s te beperken. Als zorgverleners hebben we bij uitstek de rol om dat verhaal te vertellen. En dat wordt tijdens de aankomende kabinetsperiode nog belangrijker dan daarvoor.”
Met wie zou je nog eens willen samenwerken?
“Ik vind het een leuke vraag, maar ik kan niet zo snel iemand bedenken. We werken al met heel veel partijen samen. Ik ben er dankbaar voor hoe erg we als jonge, energieke club omarmd zijn door het zorgveld en daarbuiten. We werken samen met de CEO’s van grote zorgverzekeraars, hebben met de minister (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, red.) gesproken en hebben bij het Zorginstituut Nederland mee kunnen denken over verschillende zaken. Het fijne aan de Nederlandse cultuur is dat de hiërarchie beperkt genoeg is dat je iedereen kunt aanschrijven. In andere landen is dat iets lastiger, denk ik. Daar krijg je misschien te horen: hoe dúrf je als jonge arts een doorgewinterde politicus te benaderen? In Nederland krijg je gewoon een mail terug van de minister. Dat is leuk en geeft energie om samenwerkingen te blijven opzoeken.”
Lees ook:
- Changemaker Christian de Jong (Bever): ‘Het succes van onze duurzame initiatieven gaat verder dan alleen het financiële aspect’
- Changemaker Vincent van der Holst redt broeken en mensenlevens: ‘Toen ik met het idee kwam, zag ik iedereen met hun ogen rollen’
- Changemakers Tansel en Yasin Kiliç (Niyata Energy): ‘We kunnen elkaar hard toespreken en twee minuten later zijn we gewoon weer relaxed’
De Changemaker-serie wordt mede mogelijk gemaakt door Vattenfall en Vlerick Business School.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in