Dat blijkt uit onderzoek door Partners for Innovation in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO).
De wereldwijde energievraag groeit tot 2035 met ruim 40 procent in de OESO-landen en met 95 procent in de niet-OESO-landen. Vooral de vraag uit India en China blijft toenemen. Als onderdeel van de energiemix groeit ook de vraag naar bio-energie. Van 20 procent in 2020 tot zelfs 40 tot 60 procent in 2035, met name in Azië. De markt voor biobased plastics verdrievoudigt in 2020.
Hoog niveau
De markt biedt kansen voor Nederland, omdat de kennis op het gebied van agro-food en chemie ruimschoots aanwezig is, stelt het rapport. Nederland bezit een hoog innovatieniveau en een sterke exportpositie. De sectoren kunnen zich meten met de concurrerende markten van Duitsland, Denemarken en Groot-Brittannië.
Nederland loopt voorop in innovatietechnieken in de landbouw en is leidend als het gaat om afvalverwerking en recycling. Op het gebied van afvalverwerking doet Nederland het van die vier landen het beste. Voor de verwerking van afval tot brandstof en meststoffen loopt Denemarken echter voorop.
Voor een concurrerende positie op de biobased markt hebben de landbouwsector en de chemische industrie veel sterke kanten, maar ook zwakten. Het leggen van verbanden tussen de innovatieve en concurrerende agrofood-sector en de sterke, maar minder duurzaam vernieuwende chemische industrie, zou prioriteit moeten krijgen.
Verbeteringen
In de chemische industrie, de olie- en gassector en de metaal zijn nog grote verbeteringen mogelijk. De industrie is energie- en materiaalintensief en efficiëntie heeft geen prioriteit. Nederlandse innovatie beperkt zich tot transport, voedsel en de drankenindustrie, stelt het rapport.
Vergeleken met Denemarken, Duitsland en Groot-Brittannië loopt Nederland achter waar het gaat om patentaanvragen voor groene innovatieproducten. Van de OESO-landen slaagt Denemarken daarin het beste. Het land verwerft iets minder dan 150 groene patenten per jaar. Duitsland staat op de vierde plaats, op ruime afstand gevolgd door Nederland en Groot-Brittannië. Nederland krijgt er iets meer dan 80 per jaar en doet het beter dan Groot-Brittannië, dat er precies 80 binnenhaalt.
Concurrerend
Als Nederland erin slaagt concurrerender te worden, liggen er vooral kansen bij de ontwikkeling van tweede en derde generatie biobrandstoffen, fabricage en distributie van houtpellets, en duurzaam ketenbeheer voor biomassa.
Volgens de onderzoekers zijn bedrijven die hun netwerk internationaal willen uitbreiden, gebaat bij meer financiering voor project- en bedrijfsontwikkeling. Daarnaast kunnen de publieke en de private sector meer informatie uitwisselen. Met name bij ambassades ontbreken een duidelijk inzicht in de markt en een overzicht van betrouwbare mogelijke partners. Terwijl Nederlandse ondernemingen juist grote behoefte hebben aan informatie over de verschillende sectoren en de mogelijkheden.
Bron: International market opportunities Biobased Economy | Foto: Essent
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in