Oxfam Novib reageert daarmee op de beleidsverklaring voor duurzame energie die de Europese Commissie begin juni heeft gepubliceerd. In de verklaring werden diverse negatieve gevolgen van biobrandstoffen, waaronder de sociale impact, onbesproken gelaten.
"Het woord voedsel wordt niet eens vermeld in de verklaring, laat staan voedselzekerheid," zegt Marc-Olivier Herman, expert biobrandstoffen bij Oxfam International in Brussel. "Er worden criteria vermeld over de milieu-impact, maar niets over de sociale impact.”
Europese subsidies
In oktober 2008 bepaalde het Europese Parlement dat 10 procent van alle transportbrandstof in 2020 biobrandstof moet zijn. Deze maatregel kwam onder vuur te liggen omdat biobrandstoffen volgens deskundigen leiden tot ontbossing, hogere voedselprijzen en soms zelfs méér in plaats van minder CO2-uitstoot. Uit een berekening van de Britse non-profit organisatie ActionAid blijkt dat biobrandstoffen gemiddeld 81 tot 167 procent meer uitstoten dan fossiele brandstoffen.
Desalniettemin houdt het parlement vast aan deze doelstelling. "De Commissie wil het beleid al vastleggen voor 2030 zonder eerst gekeken te hebben wat de impact van het beleid tot dusver is", zegt Marc-Olivier Herman.
"De Commissie wil te snel gaan. En dat doet ze om de investeerders tevreden te stellen. Sinds 2009 is de industrie rond biobrandstoffen erg snel aan het groeien dankzij Europese subsidies. Die mensen willen zekerheid en willen weten wat er binnen tien jaar te gebeuren staat. En het is een industrie met bijzonder veel lobbyisten hier in Brussel."
De commissie wil te snel gaan.
Pure waanzin
Bovendien zijn traditionele oliebedrijven niet lang geleden ook begonnen met te investeren in biobrandstoffen. Zowel Shell als BP hebben vorig jaar contracten gesloten met Braziliaanse producenten van suikerriet voor de productie van bio-ethanol. "Dergelijke bedrijven willen niet achterblijven op de markt en hebben ook veel lobbymacht in Brussel," zegt Herman.
"Wie wordt er beter van? Niet het klimaat, noch het milieu. De Europese boeren wel, omdat de prijs van hun producten door de grote vraag hoog blijft. En de biobrandstoffenindustrie, wier succes mede te verklaren is door Europese subsidies. Iedereen lobbyt en bekijkt het probleem vanuit zijn eigen rationeel standpunt, maar het eindresultaat is pure waanzin."
Wie wordt er beter van? Niet het klimaat, noch het milieu.
Vorige week bevestigde de G20 het belang van voedselzekerheid nog door te stellen dat de landbouwproductie moet stijgen.
In een eerder interview legde Klaas Hellingwerf, professor in microbiologie, uit hoe vierde generatie biobrandstoffen een oplossing kunnen bieden voor het CO2-probleem. Het voordeel: uit CO2 worden biobrandstoffen gevormd, waarbij het enige bijproduct zuurstof is. Het enige wat hiervoor nodig is, is zuurstof. Er is dus ook geen landbouwgrond meer nodig bij de productie.
Bron: Trouw
Foto: AndiH
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in