Wie wel eens mosselen eet, weet hoeveel schelpen er uiteindelijk de prullenbak in gaan. Zonde, dacht Sauerwein. Jaarlijks oogsten de mosselboeren van Nederland 55 miljoen kilo schelpdieren, waarvan 20 miljoen kilo afval overblijft. Wat als je daar nou iets nieuws van maakt?
Mosselschelpen, suiker en zeewier
De promovenda onderzocht wat er nodig was om met dat afval te 3D-printen en experimenteerde met verschillende materialen. Uiteindelijk kwam daar een mix uit van gemalen mosselschelpen, suiker en alginaat, een polymeer dat wordt gemaakt uit zeewier.
Een belangrijke voorwaarde voor gebruik in de circulaire economie is dat de materialen zonder kwaliteitsverlies hergebruikt kunnen worden. In dit geval kan de haarclip weer worden opgelost tot een pasta, die weer de 3D printer in kan, door de reactie van alginaat om te keren. Door de mosselschelpen te binden met suiker, wat bij het maken van de vaas gebeurde, was er alleen water nodig om er weer een pasta van te maken.
Lees ook: Met circulariteit komt verantwoordelijkheid, en af en toe een iets hogere prijs
Circulair ontwerpen
Volgens Sauerwein moeten we, naast het gebruiken van biobased materialen, ook met circulaire gedachten gaan ontwerpen. Dat kan door er in het ontwerp al rekening mee te houden hoe iets kan worden hergebruikt. Zo bedacht Sauerwein ook 3D-ontwerpen die multi-inzetbaar zijn: een vaas en lamp worden bijvoorbeeld uit hetzelfde patroon gemaakt. "In het eerste ontwerpproces moet je nadenken over hergebruik. Je hoeft niet helemaal te weten hoe iets hergebruikt zal worden, maar je moet er wel voor zorgen dat dit mogelijk is," schrijft de onderzoekster op de website van TU Delft.
Beeld: TU Delft
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in