1. Stoppen met onnodig gebruik
We produceren op dit moment wereldwijd 430 miljoen ton plastic per jaar. Twee derde van dat plastic is voor kort gebruik bedoeld, en de helft daarvan slechts voor eenmalig gebruik. De VN heeft becijferd dat als we niks aan ons plasticgebruik veranderen, deze hoeveelheid in 2040 is verdubbeld. Het goede nieuws? Ook met de huidige stand van de techniek kunnen we de hoeveelheid plastic die we nodig hebben drastisch verminderen – en de plastic afvalberg met 80 procent verkleinen.
De eerste stap is kritisch kijken naar welk plastic we echt nodig hebben. Plastic wegwerptasjes, wegwerpbekertjes en hotelshampoo in miniflesjes zijn in veel gevallen volstrekt overbodig. Ook kan gedacht worden aan het efficiënter verpakken van producten. Door op die manier afscheid te nemen van plastic producten, kan er in 2040 jaarlijks 9 procent plastic bespaard worden, stelt het onderzoek.
2. Van wegwerp naar hergebruik
Veel plastics worden nu maar één keer heel kort gebruikt, zoals bij voedselverpakkingen. Het terugnemen van verpakkingen en ze extra rondjes mee laten draaien in de economie kan aanzienlijke besparingen opleveren. Dit kan door producten verpakkingsvrij in winkels aan te bieden en klanten zelf hun potjes mee te laten nemen, door plastic flesjes en bakjes terug te nemen en in te zetten op statiegeldsystemen. Van een wegwerpmaatschappij veranderen in een hergebruiksamenleving kan zo’n 21 procent minder plasticgebruik betekenen, schat de VN.
Producten hergebruiken is arbeidsintensiever dan ze simpelweg weggooien. Nieuwe logistieke systemen moeten worden opgezet om plastic in te zamelen, schoon te maken en opnieuw te gebruiken. Daarom stelt de VN voor om arbeid minder te belasten, en grondstoffen juist meer. Dit kan de overgang naar een op hergebruik gebaseerde economie een duw in de rug geven. Ook een speciale belasting op nieuw geproduceerd plastic is een van de aanbevelingen.
3. Recyclen
Maar 6 procent van het nieuw geproduceerde plastic is afkomstig van gerecycled materiaal. Dat heeft veel te maken met hoe plastic producten worden ontworpen. Bij 80 procent van het plastic bedoeld voor kort gebruik is het economisch niet haalbaar om het te recyclen vanwege ongelukkig gekozen materiaalcombinaties, lastig te verwerken verfstoffen of onhandige formaten. Door ontwerpstandaarden gericht op recycling af te spreken, kan dit ondervangen worden.
Om plastic te recyclen, moet het natuurlijk eerst worden opgehaald. Hoog-inkomenslanden scoren daar vrij goed op – maar lang niet overal in de wereld verloopt het inzamelen van afval vlekkeloos. Op het platteland van lage-inkomenslanden wordt gemiddeld maar zo’n 30 procent van het plastic afval opgehaald. Plastic dat niet wordt ingezameld wordt vaak in de buitenlucht verbrandt, met enorme uitstoot van broeikasgassen tot gevolg.
Het inrichten van recycling-infrastructuur is daarom van groot belang. Met name het opzetten van recyclingfaciliteiten in lage-inkomenslanden zou prioriteit moeten hebben, stelt de VN. Op die manier moet het haalbaar zijn om in 2040 20 procent van het plasticafval te vermijden.
4. Vervang plastic door duurzamere materialen
Waarom gebruiken we eigenlijk zoveel plastic? Een belangrijk antwoord op die vraag is: plastic is spotgoedkoop. En dat levert problemen op bij de vervanging ervan. Alternatieven voor plastic zijn vaak duurder – denk aan allerlei vormen van biologisch afbreekbaar plastic, houten lepels of bamboe rietjes. Wel dragen veel alternatieven bij aan lagere broeikasgasemissies. Zacht plastic vervangen door duurzaam geproduceerd papier kan bijvoorbeeld een uitstootreductie van 25 procent opleveren. Daarom zouden overheden via belastingen het gebruik van alternatieven moeten stimuleren. Dit zou 17 procent minder plastic afval kunnen betekenen.
Maar het zomaar vervangen van plastic door andere materialen is géén goed idee. Alternatieven moeten worden getoetst aan het kostenplaatje, het landgebruik dat nodig is voor het winnen van de grondstoffen, de uitstoot van broeikasgassen die gepaard gaat met de productie en de impact op de volksgezondheid. Daarnaast moet het duidelijk zijn wat er na gebruik met het afval moet gebeuren – zo zijn sommige biologisch afbreekbare plastics pas afbreekbaar bij temperaturen hoger dan 50 graden. Dit vraagt om helder beleid rondom het labelen van materialen, zodat het voor gebruiker en afvalverwerker duidelijk is hoe de materialen moeten worden verwerkt.
Meer over plastic:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in