Voordat De Ruiter in 1994 zijn eigen kantoor startte, werkte hij voor toonaangevende architectenbureaus in Canada, Australië en Nederland. Zijn eigen architectenbureau ontstond uit het gedachtegoed van zijn promotieonderzoek de "The Chameleon Skin”, dat stelt dat gebouwen energie moeten produceren in plaats van consumeren. Hij studeerde aan de Technische Universiteit in Delft.
Visie
“Als je het heel plat slaat gaat duurzaamheid over intelligentie: dat je met dezelfde middelen iets beters maakt. Dat vind ik de meest positieve benaming van duurzaamheid, daar kan niemand op tegen zijn.
Het is natuurlijk evident dat duurzaamheid noodzakelijk is. Het was vijfentwintig jaar geleden al noodzakelijk; toen ik erin stapte. Ik werkte bij een architectenbureau en merkte dat het alleen maar over mooi of lelijk ging. Ik miste iets. Daarom besloot ik in 1992 te promoveren op energiezuinige gebouwen. Mijn promotor vond "The Chameleon Skin” een mooi idee en zei: ga maar wat gebouwen maken, dan kun je daarop promoveren. Eigenlijk ben ik nog steeds met mijn promotieonderzoek bezig. Het idee dat gebouwen energie produceren in plaats van consumeren, was het startpunt. Later kwam daarbij dat gebouwen niet alleen energie moeten geven in technische zin, maar ook in menselijke zin. Dat je begint met een fijn gebouw voor mensen: waar ze gezond in kunnen leven en waar ze energie van krijgen, waarbij je zo min mogelijk materiaal en energie gebruikt en probeert om de biodiversiteit zoveel mogelijk te versterken.
Ik vind dat architectuur alleen maar goed is als het ook verantwoord is. Dan zijn zowel de buitenkant als binnenkant mooi. Mijn visie van duurzaamheid is dat je met elkaar een betere wereld verzint.”
Leiderschap
“Bij het idee leider krijg ik altijd het gevoel dat je met een vorm van macht naar iets toewerkt. We zijn juist het omgekeerde daarvan. Bij ons gaat het meer om verleiden: intelligente oplossingen aandragen zodat je de opdrachtgever meekrijgt. Dat je mensen moet overtuigen dat het ook aantrekkelijk is om te investeren in duurzaamheid. Dat je er energie van krijgt als persoon, maar dat er ook financiële componenten zijn als blijkt dat je slimmer met elkaar tot iets kan komen. Bijvoorbeeld door met minder materiaal een gebouw te maken, wat ook goedkoper is.
Inspireren zie ik ook als een vorm van leiderschap. Je krijgt mensen mee doordat je een mooi gebouw maakt dat dan heel erg duurzaam blijkt te zijn. Heel veel mensen koppelen dat niet aan elkaar. Die denken dat het twee verschillende dingen zijn. We promoten ook onderzoek heel erg, om onze opdrachtgevers te verleiden om steeds duurzamer te worden en bewustwording te creëren. Zo zijn we als bureau heel erg met kennisdeling bezig. Als we winst maken stoppen we een deel daarvan weer terug in onderzoek zodat we ook weten dat het klopt. Het gaat dus heel erg over verleiden, inspireren en intelligent samenwerken.”
Impact
“Wij zijn een succesvol architectenbureau door heel erg trouw aan duurzaamheid te zijn. Mensen zien daardoor dat het kan. Onze impact is dat wij mensen echt inspireren. Bijvoorbeeld het TNT gebouw uit 2007: een heel groot gebouw dat energieneutraal moest zijn. Dat bleek alleen maar te kunnen door een atrium te bouwen. We hebben de lift verstopt en een trap toegevoegd, zodat mensen gaan lopen. Dat is gezond en energiezuinig. En dat bleek een succesvol model. Nu hebben alle gebouwen van formaat een atrium en een trap. Dat idee is dus ontstaan in 2007 vanuit een duurzame uitvraag. Heel veel mensen weten niet eens dat een atrium-model super energiezuinig is. En als je trap toevoegt is dat ook goed voor de gezondheid.”