Zo gaat het innovatiecentrum van Lamb Weston / Meijer zijn fritesproductie verduurzamen

Anton Godschalk is Product Application Leader bij Lamb Weston / Meijer. Al 23 jaar werkt hij bij de Nederlands-Amerikaanse joint-venture. Dat deed hij op locaties in Nederland, Amerika en Engeland. In zijn huidige rol is hij verantwoordelijk voor het testen van nieuwe producten en of zij geschikt zijn om op de markt te brengen. Wanneer deze goed, gezonder en lekker zijn, worden ze opgeschaald tot een volledige productielijn.

Lees ook: Waarom biologische aardappelteelt niet de oplossing is

Vaker testen

Godschalk was vanaf het begin groot voorstander van het nieuwe innovatiecentrum. Daar kan hij namelijk op kleinere schaal nieuwe producten testen. “De slagingskans van nieuwe producten is daardoor vele malen groter”, zegt Godschalk via een videoverbinding. “Want wat je test is niet in één keer goed. Maar je hebt veel minder verspilling als je met tientallen kilo’s test in plaats van tonnen, zoals tot nu toe in de fabriek gebeurt.”

Hij merkt dat innovaties daardoor veel sneller gaan: je kunt immers iedere dag testen in het tempo dat je zelf wilt, in plaats van te moeten inbreken op de productieplanning in de fabriek. “En als er verbeterpunten zijn in de productie, kunnen we die straks in het innovatiecentrum simuleren, daar oplossen en terugbrengen naar de grote lijn. Dat is ook een stuk efficiënter.”

CO2-Neutraal

Voorheen onderzocht de fritesproducent nieuwe producten in een lab in Bergen op Zoom. De keuken, waar de producten werden bereid en getest, zat in Kruiningen, Zeeland. In de nieuwe innovatiefabriek zitten het lab en de keuken straks samen op één plek. En is er ook een pilot- en een batchlijn, waardoor er met kleinere porties van een nieuw product kan worden getest. Die waren er voorheen niet. “We bouwen twee extra stappen in om het productieproces sneller, voorspelbaarder en haalbaarder te maken”, licht Godschalk toe.

Het nieuwe innovatiecentrum wordt bovendien CO2-neutraal: er is geen gasaansluiting meer. Dat is volgens Godschalk heel bijzonder: er is veel gas nodig om stoom te produceren die de aardappel ontdoet van zijn schil. In het innovatiecentrum kan die stoom elektrisch worden opgewekt. En er is een warmtewisselaar voor de bakovens. Als andere fabrieken ook van het gas af zouden afgaan, scheelt dat jaarlijks 30 procent CO2-uitstoot.

Lees ook: Rottende aardappel bron voor nieuw antibioticum?

Zorgen hoge gasprijzen voor versnelling?

Zorgen de enorm hoge gasprijzen ook voor een innovatieboost om eerder van het gas af te kunnen gaan? “Dit plan was al ingezet in 2017, dat was voor corona en Oekraïne”, geeft de productontwikkelaar toe. “Maar doordat we duurzaamheid altijd in onze strategie te verwerken, hebben we telkens de juiste keuze gemaakt. We weten dat duurzaamheid de enige winnende factor is.”

“Onze ambitie is de meest gezonde verwennerij aan onze klanten te bieden en daar zit ook de gedachte achter dat we uiteindelijk naar een andere manier van bereiden toe moeten. Eén met minder CO2-uitstoot. Ook kijkt Lamb Weston / Meijer naar nieuwe producten waarbij de schil om de aardappel blijft zitten. “Dat is geeft meer smaak aan de frites. En je hebt minder voedselverspilling.”

Maar zit de consument daar wel op te wachten? “Als mensen duurzaamheid meer als prioriteit gaan zien, dan gaan deze innovaties vanzelf omarmd worden”, denkt Godschalk. “Vroeger was voedselveiligheid ook een uitdaging, nu is dat vanzelfsprekend. Dat gaat ook gebeuren met duurzaamheid. Want met onze aardappel als natuurproduct zullen we wel zuinig met de aarde moeten blijven omgaan. En de aardappel is een gewas met hoogte voedingswaarde per vierkante meter.” Het innovatiecentrum wordt naar verwachting in mei geopend.