Het eten van vlees zorgt voor veel CO2-uitstoot en het heeft een grotere negatieve impact op het milieu dan groente en fruit. De Wageningen Universiteit publiceert daarom een onderzoek naar welke manier van het beprijzen van vlees kan leiden tot economische-, sociale- (volksgezondheid en dierenwelzijn) en ecologische (minder landgebruik, betere biodiversiteit) duurzaamheid. Bovendien moet geen van de doelen ten koste gaan van de ander.
Uit het onderzoek, dat is gebaseerd op bestaande onderzoeksresultaten en is aangevuld met onderzoek naar draagvlak in de sector, blijkt dat een mix van verschillende maatregelen het meest succesvol is om te zorgen voor verduurzaming. Een heffing- en terugsluissysteem naar de veehouders kan daarvoor zorgen. Dan heft de overheid bijvoorbeeld geld op vlees en vloeit dat geld vervolgens terug naar de veehouder die het weer kan inzetten om te verduurzamen. De heffing die op deze manier naar de veehouder wordt teruggesluisd, scoort volgens het onderzoek het beste op alle duurzaamheidsdoelen.
True price: de oplossing voor de te lage prijs van voeding
Vleestaks
Ook helpt het als duurzaam vlees goedkoper wordt, zodat daar onderscheid in komt en de consument eerder voor duurzaam kiest. Een vleestaks, btw-verhoging op al het vlees, zorgt voor minder vleesverkoop, wat uiteindelijk ook duurzamer is. “Als vlees tien procent duurder wordt, daalt de consumptie met tien procent,” licht onderzoeker Willy Baltussen toe. “Bovendien kan het snel door de overheid worden ingevoerd, omdat de wetgeving met betrekking tot btw al bestaat. Maar in de praktijk is het lastig, want wat gebeurt er met het btw bedrag van een pizza waar vijf procent salami op zit?”
Een consumententaks verlaagt de vleesconsumptie, maar er is gevaar dat het vlees dat niet verkocht wordt alsnog naar het buitenland wordt geëxporteerd. Een belasting op het houden of slachten van dieren verhoogt de motivatie om te verduurzamen bij veehouders niet.
En om doeltreffend te zijn, moeten naast de heffing ook ketenafspraken (zoals het Beter Leven-keurmerk) en duurzame subsidies worden ingezet. Daarnaast is samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven belangrijk: als de overheid duidelijk aangeeft wat de stippen op de horizon zijn, kan de sector naar aanleiding daarvan de doelen stellen. Baltussen: “Het is uiteindelijk aan de beleidsmakers om te besluiten wat er wordt ingevoerd.”
Het is 2050: een terugblik op hoe we onze planeet, de bevolking en het voedsel hebben gered
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in