Slechts enkele uren rijden van de toeristische Spaanse kustplaatsen als Malaga en Torremolinos doemt op de hoogvlakten van Granada, Guadix, Los Véléz, Almanzora en Murcia een hele andere wereld op. Hier geen luxe hotelcomplexen, waterparken, casino’s, restaurants, winkelcentra, maar tot waar het oog rijkt indrukwekkende kale geel-oranje rotspartijen. Boeren worstelen in deze woestijnachtige omstandigheden al generaties lang om het hoofd boven water te houden.
Eén van die boerderijen op de Andalusische altiplano is van de familie Martinez Raya. In de regio Guadix bezitten ze 200 hectare aan grond. Geen grote rechthoekige percelen, zoals in Nederland, maar een lappendeken van stukjes grond waarop ze een variatie aan producten verbouwd, zoals olijven, amandelen, tomaten, paprika’s. Boeren in dit gebied is zwaar, zegt Fran, als we in zijn auto langs de gewassen rijden. Als twintiger aan hem de zware taak om het werk van zijn ouders en voorouders te kunnen voortzetten.
Onvoorspelbaar
De steeds onvoorspelbaardere weersomstandigheden maken het zwaar. Gemiddeld valt er in de regio jaarlijks slechts 200 millimeter regen. Ter vergelijking: in Nederland valt gemiddeld genomen meer dan vier keer zoveel regen. Die lange droge periodes worden nu en dan afgewisseld met heftige stormen. Zo was er vorige maand nog zo’n storm met regen en hagel die flink wat schade aan de tomaten en paprika’s heeft veroorzaakt. De gaten zijn duidelijk zichtbaar. De heftige neerslag heeft in de grond daarnaast diepe geulen uitgesneden. Fran: “Als boer hier kun je bijna niet verder dan een dag vooruit kijken. Elke dag kunnen de omstandigheden je dwingen tot een andere aanpak. Dat maakt het ook weer heel interessant. Elke dag leer ik nieuwe dingen.”
Steeds meer collega-boeren van Fran kiezen echter eieren voor hun geld. De grillige omstandigheden en onzekere inkomsten zijn voor hen de reden om het boerenleven de rug toe te keren en de regio te verlaten.
Om die ontwikkeling een halt toe te roepen is in 2015 in de regio het samenwerkingsverband AlVelAl opgericht. Gezamenlijk streven ze naar een manier van boeren die duurzaam is en landschapsherstel bevordert. Op hun beurt worden zij weer met kennis en kunde ondersteund door de internationale organisatie Commonland. De stichting heeft een systeem voor landschapsherstel ontwikkeld die naast Spanje ook in Afrika en Australië wordt toegepast. Boeren worden daarin aangemoedigd om op een duurzame en biologische manier hun gewassen te telen. Daarnaast worden ook acties ondernomen om de afzet te vergroten. Bij de grote toeristische trekpleisters aan de costa, maar ook lokaal liggen daar genoeg kansen.
Toerisme
In die laatste schakel in de supplychain kan de toeristische sector een belangrijke rol spelen. Het was voor TUI Care Foundation een belangrijke reden om dit project de komende drie jaar te ondersteunen, financieel, maar ook met kennis en mankracht, aldus Elise Allart, Executive Director Programmes & Operations.
TUI Care Foundation is sinds 2016 de corporate foundation van TUI Group. Doel is om met behulp van toerisme voor een positieve impact in een vakantiegebied te zorgen; op het gebied van milieu, maar ook op sociaal gebied.
Allart: “Het Alvelal-project heeft veel parallellen met een project dat TUI Care Foundation vorig jaar gestart is op Kreta.” Om toeristen kennis te laten maken met lokale producten en producenten, en om de positie van lokale wijn- en olijfboeren op de markt te versterken, startte de organisatie het project ‘TUI Cares for Crete – First steps towards a sustainable food destination’. In dit project worden de belangrijkste factoren van het Griekse eiland – toerisme en landbouw – aan elkaar gekoppeld. “Het project is zeer succesvol. Ik heb goede hoop dat we met dit project ook zo’n succes bereiken. Cruciaal voor onze deelname was de samenwerking met een betrouwbare partner. Met de door Commonland geïnitieerde organisatie hebben we die gevonden in AlVelAl.”
De kracht van het programma ligt volgens Allart in het feit dat de hele keten onder de loep wordt genomen. Ongeveer 1.250 boeren kunnen deelnemen aan agrocafés om meer te leren over regeneratief boeren. Daarnaast worden 130 boeren de komende drie jaar intensief ondersteund met trainingen en workshops om hun kennis van duurzame en regeneratieve landbouw te vergroten om zo de technieken vervolgens zelf te gaan toepassen.
Toepasbaar
De meeste van die technieken zijn volgens boer Fran laagdrempelig en gemakkelijk toepasbaar. Op zijn perceel aan olijfbomen laat hij daarvan een voorbeeld zien. Tussen de olijfbomen plant hij speciale kruiden, geen onkruid, want ze concurreren niet met de groei van de olijfbomen. Fran: “De kruiden zorgen ervoor dat de grond het water veel beter vasthoudt. Dit heeft uiteraard weer een positief effect op de olijfteelt.”
Een ander voorbeeld laat hij zien op een proefperceel vlak naast zijn boerderij. Zijn kleine akker met tomaten en paprika’s heeft hij in tweeën gesplitst. Het ene deel vindt de irrigatie bovengronds plaats. Het andere deel wordt door een irrigatieslang onder de grond van water voorzien. De irrigatiemethode heeft een duidelijk effect op de kwaliteit van het gewas, zo blijkt uit deze proef. De ene helft van de tomaten en paprika’s ziet er aanzienlijk gezonder uit dan de andere helft.
Demo-boerderij
De boerderij van de familie Martinez Raya is een van de zes demo-boerderijen in de regio. Volgens Fran moet het belang van dit soort proefvelden niet onderschat worden. “Veel boeren die hier zitten telen al generaties lang op dezelfde manier. Die laten zich niet zomaar overtuigen dat ze hun teeltmethode moeten aanpassen. Door ze te laten zien wat de effecten zijn, wordt dat gemakkelijker.”
Het telen van een duurzaam en kwalitatief hoogstaand gewas is de eerste uitdaging. Daar vervolgens een afzetmarkt voor vinden om zo ook de inkomenspositie van de boer te verbeteren is de volgende stap. Allart: “Er loopt een aantal initiatieven om dat doel te bereiken. Zo proberen we contacten te leggen met lokale restaurants en hotels. Een aantal sterrenkoks zal de plaatselijke chefs inspireren om nieuwe gerechten met deze producten op de menukaart te zetten. Daarnaast gaat reisorganisatie TUI ook excursies naar de boerderijen op de hoogvlakte organiseren.”
Inkopers
De ondersteunende rol van TUI Care Foundation betekent echter niet dat de TUI-hotels in de regio automatisch de producten van deze boeren zullen afnemen. “Het is aan de inkopers om daar een keuze in te maken. Als TUI Care Foundation faciliteren we een introductie tussen de aanbieders en de toeristische afnemers.” Volgens Allart moeten de boeren met ondersteuning van AlVelAl vooral ook zelf die businesskansen benutten.
Die taak ligt voor een groot deel op de schouders van Leopoldo Perez of ‘Leo’, zoals hij door bekenden en vrienden wordt genoemd. Namens AlVelAl brengt hij de businesskansen voor boeren in beeld en adviseert de agrariërs daarin. Leo: “Een simpel voorbeeld is mijn advies om olijfbomen niet om te hakken. Dat gebeurt nu vaak nog wel. Ze worden dan voor een paar honderd euro als sierproduct aan China verkocht. Ik probeer ze te overtuigen dat dit zakelijk gezien niet verstandig is. Op korte lijkt het een lucratieve deal. Op de lange termijn mis je echter de jarenlange inkomsten van de olijvenoogst. Die levert veel meer op.”
Zelf groeide Leo ook op als boerenzoon op de Altiplano. Net als veel van zijn generatiegenoten verruilde hij het boerenleven voor een leven in de stad om er te beginnen aan een studie economie. Toen AlVelAl hem vroeg om terug te keren naar zijn geboortegrond en voor de associatie aan de slag te gaan, hoefde hij niet lang na te denken. Leo: “Dit is echt een droombaan. Met mijn kennis die ik tijdens mijn studie heb opgedaan en mijn agrarische achtergrond kan ik nu echt iets betekenen voor mijn eigen gemeenschap.”
Lees ook: Hoe verduurzaam je een internationale reisorganisatie?
Fotografie: Ariane Kok
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in