De nieuwe methode, die eerder succesvol bleek bij de toepassing op erwten, bestaat uit een droge scheiding, gevolgd door natte fractionering. Bij de droge scheiding wordt de quinoa voorzichtig gemalen, waarna de lichtere eiwitrijke fractie met lucht wordt gesepareerd.
Daarna worden een kleine hoeveelheid water en keukenzout toegevoegd aan de natte fractionering om het eiwit op te lossen. Via ultrafiltratie, waarbij de vloeistof onder druk door een semipermeabel membraan wordt geperst, wordt het water verwijderd en het eiwit geconcentreerd.
Grote hoeveelheden water
Bij de traditionele methode om eiwit uit quinoa te winnen, wordt quinoa gemalen en vervolgens ontvet met de stoffen hexaan en natronloog. Daarna wordt het eiwit met behulp van zoutzuur geconcentreerd, waarna het wordt gewassen, geneutraliseerd en gevriesdroogd.
Dit levert een eiwitisolaat op met een eiwitgehalte van meer dan 90 procent. Nadeel van de methode is volgens de onderzoekers het gebruik van verschillende chemicaliën en van grote hoeveelheden water, die weer moeten worden verwijderd door te drogen.
Helft minder water nodig
Met de nieuwe, mildere methode verkrijgen de onderzoekers naar eigen zeggen een eiwitfractie met bijna 60 procent eiwit op de droge stof. Daarnaast is slechts 80 milliliter water nodig op 40 gram quinoabloem. “Dat is meer dan de helft minder dan met de gebruikelijke methode. Daardoor is veel minder energie nodig voor het drogen”, zegt Geraldine Avila Ruiz, assistent in opleiding bij Wageningen UR Food & Biobased Research.
Maarten Schutyser, universitair hoofddocent bij het Laboratory of Food Process Engineering van Wageningen UR: “De eiwitfractie is minder zuiver dan een traditioneel eiwitconcentraat, maar wel natuurlijker vanwege de milde bewerking. Dat sluit goed aan bij de stijgende vraag vanuit de industrie naar meer natuurlijke ingrediënten.”
Duurzame eiwitten
Wageningen UR is op zoek naar industriële partners om de technologie op te schalen en op pilot-schaal te testen. De quinoa-eiwitten die met de nieuwe technologie zijn verkregen, zijn volgens de onderzoekers geschikt voor sportvoeding, vleesvervangers en andere eiwitrijke producten.
Door de procesomstandigheden te variëren, kunnen de onderzoekers voor verschillende toepassingen een quinoa-eiwit op maat ontwikkelen. “Voor sportvoeding is bijvoorbeeld een hoger eiwitgehalte belangrijk, terwijl een eiwitfractie die nog vezels bevat prima geschikt is voor vleesvangers”, zeggen de onderzoekers.
Bron: Wageningen UR | Foto: public domain
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in