Wat is je visie op een duurzame toekomst?
“Ik heb environmental sciences gestudeerd in Wageningen. Toen ik die studie in 1995 begon was duurzaamheid nog echt niet zo populair als nu. En toen we vijf jaar geleden begonnen met Satelligence moesten we nog aan iedereen uitleggen waarom het zo belangrijk is wat wij doen. Maar dat is veranderd, inmiddels hebben we het tij mee. Dat betekent dat we nu ook concreet kunnen praten over actie. Voorheen werd er veel gepraat maar weinig gedaan. Dat gaat niet meer nu we het ook echt kunnen meten met data.
Het zaadje voor Satelligence werd geplant toen ik tijdens mijn studie naar Indonesië ging. Daar zag ik hoe bossen gekapt werden om plaats te maken voor allerhande plantages. Logisch, want de mensen daar hebben ook een inkomstenbron nodig. Maar hoe kun je nou duurzaam ontwikkelen met het in acht nemen van de natuur en het beheren daarvan? Daar wilde ik iets mee doen, om aan de ene kant bedrijven en belanghebbenden te helpen om minder uit te stoten, en aan de andere kant de biodiversiteit te helpen herstellen. En consumenten vandaag de dag vinden het ook belangrijk om te weten waar hun spullen en eten vandaan komen, en die willen niet dat het milieu vervuild wordt om dat te maken, of dat er regenwoud in de amazone voor wordt gekapt. Sinds 2000 werk ik in de wetenschap en was ik hiermee bezig, maar ik merkte dat wat je had onderzocht te weinig werd gebruikt om impact mee te maken, het bleef vooral in de wetenschap zelf hangen. Dus richtte ik in 2016 Satelligence op. We richten ons op landbouwgrondstoffen, en houden met satellieten in de gaten waar palmolie, soja, cacao en koffie vandaan komt, en of daar niet voor wordt ontbost.”
Hoe geef je leiding?
“We begonnen dit bedrijf met z’n drieën, en dan doe je natuurlijk nog een heleboel zelf. Maar hoe groter we werden, hoe meer ik moest delegeren. Zodat de mensen die veel meer verstand hebben van bepaalde dingen dat werk kunnen oppakken, en we samen vondsten en ervaringen kunnen delen. En ik merk dat het ook wel een reis voor mij is: we groeien supersnel, en zitten nu in een fase dat we ook op c-level mensen willen aannemen. Mijn rol verandert steeds, maar ik blijf wel degene die de koers bepaalt en helpt om bij te sturen waar nodig. Want er kan een heleboel, maar als we alles oppakken is het niet efficiënt. Ik geef vooral veel ruimte aan het team, en ik help bij het stellen van prioriteiten. Bij ons bedrijf werken nu 30 mensen, vooral remote, en we hebben vijf kantoren over de wereld. Wat ik mooi vind om te merken is dat alle medewerkers dezelfde mindset hebben, ze willen echt impact maken om te zorgen voor een betere planeet. Ik hoef ze daarom weinig uit te leggen, want ze weten zelf wel waar we naartoe gaan en wat ze daarvoor moeten doen.”
Welke impact heb je al gemaakt?
“Vijf jaar geleden waren er nauwelijks bedrijven die onze inzichten gebruikten om de bedrijfsvoering te verduurzamen of om te laten zien dat ze goed bezig zijn. Dankzij onze klanten en andere partijen in de sector kunnen we laten zien wat het nut is, en dat slaat aan. Er ontstaat nu een nieuwe situatie waarbij technologie in de bedrijfsprocessen geïntegreerd raakt. Daar ben ik het meest trots op. En nu kunnen de grootste retail- en consumerbrands samen met hun toeleveranciers duurzamer werken. We willen daarom zoveel mogelijk marktpartijen integreren, zodat we alle palmolie, koffie en cacao-arealen kunnen dekken. Maar ook andersom: bedrijven kunnen mooie beloftes doen over compensatie, maar wij kunnen monitoren of dat ook echt gebeurt en de CO2-uitstoot vastgelegd wordt, door bos aan te planten of het te laten staan. We werken daarvoor samen met de Rabobank, waarover we aan hen rapporteren. Dat maakt het CO2-compensatiesysteem ook betrouwbaar. Ook werken we samen met de WUR en gooien wij alle informatie en data open, zodat iedereen over de situatie in de bossen kan leren. Want ik geloof dat je alleen samen grote impact kunt maken.
Inmiddels tracken we 6 miljard hectare tropisch bos. Bij palmolie tracken we al 100 procent van de plantages. Als we zien dat er iets aan de hand is, praten we met de afnemende bedrijven als Modelez of Unilever bijvoorbeeld, waar ze ontbossing moeten stoppen. En als de klant in gesprek gaat met de toeleverancier en vertelt dat hij die palmolie niet wil afnemen, kunnen wij ook tracken of hij echt is gestopt. Maar het kan ook zijn dat die palmolie dan wordt verkocht aan bijvoorbeeld China. Dan verplaats je het probleem alleen maar, daar moeten we scherp op zijn. Hoewel ik merk dat ze ook daar steeds meer focussen op duurzaam verkregen palmolie, omdat ze steeds vaker met toeleveranciers in gesprek gaan. Uiteindelijk gaat die interactie ervoor zorgen dat ze ook in China de juiste beslissingen gaan nemen.”
Wil je meer weten over duurzame landbouw? Lees het dossier of blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in