De twee bedrijven investeren de komende jaren 50 miljoen euro in het project en hopen dat op termijn 265 Nederlandse melkveehouderijen gaan meedoen. De zeventien pilotboeren worden intensief begeleid en de investeringen die zij nodig hebben voor de reductie van broeikasgassen worden betaald door Nestlé en Vreugdenhil. Wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR) gaan het project nauwkeurig monitoren en opgedane kennis delen. Met gelijksoortige projecten van Nestlé in Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk werd eerder al op meer dan 220 melkveehouderijen een forse vermindering van de CO2-uitstoot behaald. Daarom gaan in meer Europese landen dit soort initiatieven van start.
Methaan uit scheten en boeren
Van alle methaan in Nederland is volgens de WUR 70 procent afkomstig van de veehouderij, vooral van de scheten en boeren van koeien en andere herkauwers zoals geiten en schapen. Methaan is als broeikasgas 28 keer zo sterk als CO2 en zorgt dus voor snellere opwarming van de aarde. In 2021 werd volgens het CBS 18,7 miljoen ton CO2-equivalenten aan methaan uitgestoten.
Krachtvoer beperken
Hoe kunnen veehouders die uitstoot verminderen? Dat gaan ze de komende jaren uitzoeken. Wel is al duidelijk dat ze met aangepast voer en voeradditieven een groot deel van uitstoot kunnen beperken. Zo heeft krachtvoer een grote CO2-voetafdruk, bijna 1.400 CO2-equivalenten per kilo. Een alternatief daarvoor kunnen reststromen zijn uit landbouw en industrie, zoals bierborstel. Dat is een restproduct van het bierbrouwen. Verschillende veevoederbedrijven leveren dit al. “In eerste instantie wisten ze niet wat ze daar mee moesten, maar dat is een heel mooi eiwitproduct voor melkvee", zegt Tim van Noord, een van de deelnemende boeren "Binnen dit project willen we meer van dit soort reststromen gaan benutten. Het is een zoektocht om te zien hoe we die zo optimaal kunnen inzetten."
Geld om maatregelen uit te voeren
Hij heeft een melkveebedrijf met 120 koeien in het Gelderse Hellouw en is consultant bij adviesbureau PPP-Agro. Hij nam het bedrijf over van zijn vader, die het weer van zijn opa overnam, en hij wil het bedrijf weer doorgeven aan zijn kinderen. Hij levert zijn melk aan Vreugdenhil en Nestlé, studeerde in Wageningen en spart graag met wetenschappers aan de keukentafel. “Het mooie aan dit project is dat er ook budget is om concrete dingen uit te voeren”, zegt Van Noord. “Ook de invalshoek is zo anders. Nu wordt vanuit Nestlé en Vreugdenhil de vraag gesteld: we willen hiermee aan de gang, wie doet er mee? Als je meedoet en je wilt je aanpassen, dan hebben we daar budget voor. Dat is zo anders dan zeggen: hé, melkveesector, jullie doen dit en dat verkeerd en jullie moeten zus en zo. Dat roept een hoop weerstand op. Dit brengt juist energie.”
Boeren en scheten
De deelnemers in de pilotgroep hebben een WhatsApp-groep waarin ze elkaar tips en advies geven. Samen met de andere melkveehouders en de WUR zoekt Van Noord naar mogelijkheden om de methaanuitstoot van hun bedrijven te verminderen. Die komt voor een derde uit de mest en voor twee derde uit de koe. Mest op een goede manier gebruiken levert dus veel winst op. Van het methaan die de koe zelf uitstoot komt 60 procent uit scheten en 40 procent uit de maag, dus door het laten van boeren. Dat kun je terugbrengen door aanpassingen in het rantsoen en het dieet, bijvoorbeeld door koeien jonger gemaaid gras te laten eten. Dat remt de uitstoot, maar dan moet je vaker maaien, wat meer diesel kost. De universiteit berekent dan het beste evenwicht in deze aanpak.
Wondermiddel DSM
“Maar met een aangepast rantsoen kun je de methaanuitstoot misschien van 40 naar 30 procent terugbrengen, maar dan houdt het wel op”, zegt Van Noord. Daarom willen de boeren aan de slag met het veevoederadditief Bovaer van DSM, dat de methaanvorming in de pens van koeien remt en de uitstoot tot wel 30 procent of meer kan verminderen. FrieslandCampina en DSM zijn dit jaar al een pilot begonnen om met Bovaer de broeikasgassen van tweehonderd melkveebedrijven te verminderen. Ook in dit project kunnen de boeren dat middel door hun voer mengen en vergoeden Nestlé en Vreugdenhil de extra kosten. “Hiermee kun je 12 procent van je totale CO2-emissie reduceren. Dat lijkt niet zo heel veel, maar dat zijn substantiële stappen”, zegt hij.
Kennis bij elkaar brengen
Ook voor Nestlé en Vreugdenhil zijn voer en voeradditieven speerpunten om de uitstoot van methaan en CO2 terug te dringen. “Koeien hebben eiwitten nodig om gezond te blijven, maar vanuit de wetenschap wordt gezegd dat we koeien eigenlijk iets te veel eiwitten voeren. Dat zorgt voor een hoge footprint. Daarom hebben we ook de grote veevoerbedrijven bij dit project betrokken. Die moeten voor ons met die melkveehouder gaan sparren. Hoe ziet het rantsoen eruit en hoe kunnen we dat verbeteren? Wij willen helpen om dat ook financieel haalbaar te maken”, zegt Klaas Cuperus, duurzaamheidsmanager bij Nestlé. “Er is ontzettend veel kennis, ook bij veevoerbedrijven, maar die komt tot nu toe niet bij elkaar en komt niet bij de boer.”
Klaver zaaien
Een andere manier voor een veehouder om zijn uitstoot te verlagen is het inzaaien van grasklaver. Dat bindt stikstof uit de lucht, waardoor minder kunstmest nodig is. Bij die productie wordt veel CO2 uitgestoten, dus zo wordt de footprint van melk kleiner. Bovendien vinden de koeien het lekker. Klaver inzaaien zorgt volgens de WUR voor 30 procent minder stikstofuitstoot en 10 procent minder CO2-uitstoot. In het project gaat het met name om vragen als wat het juiste zaai- en maaimoment is en hoe groot deel van het land hiervoor omgeploegd en ingezaaid moet worden. “Voorheen zou je zeggen: ik ploeg mijn hele land om. Nu doe je dat beperkt, zodat je de grond niet omwoelt. Daardoor komt er minder CO2 vrij en behoud je de bodemstructuur”, zegt Cuperus. De meerkosten voor het zaaien van klaver betalen Nestlé en Vreugdenhil.
Meer insecten
Van de andere kant levert het boeren een besparing op omdat ze minder kunstmest hoeven te gebruiken. “Dit najaar zijn vijftien van de zeventien pilotbedrijven begonnen met het inzaaien van grasklaver”, zegt Van Noord. “Die kosten zijn betaald vanuit het project. Dat verschilt van 400 tot 500 tot wel 1.000 euro per hectare. Zelf waren we al langer met klaver bezig en dat aandeel hebben we nu uitgebreid. Daardoor krijg je ook meer biodiversiteit. Als je door een perceel loopt zie je zoveel meer insecten dan op een perceel zonder klaver. Er zit ook een financieel voordeel aan omdat je minder kunstmest hoeft aan te kopen, maar dat voordeel pak je pas in de komende jaren. Om nu al een stap te kunnen zetten is er dit budget.”
Maatwerk per boer
Aan het project kunnen alle type melkveehouderijen meedoen. De pilotgroep bestaat uit zowel extensieve als intensieve boerenbedrijven op verschillende grondsoorten zoals klei, veen en zand. Van bedrijven die 12.000 liter per koe produceren tot bedrijven die 7.000 liter per koe produceren. “We zeggen dus niet dat alle intensieve boeren weg moeten. Iedereen moet de gelegenheid krijgen te blijven boeren”, zegt Cuperus. Door die verschillen per bedrijf is maatwerk nodig. Met behulp van de WUR wordt een nulmeting gedaan, een analyse gemaakt en krijgt elke boer een op maat gemaakt advies om zijn bedrijf toekomstbestendig te maken, een soort menukaart. Belangrijk is ook dat de boeren zelf de regie houden. Die weten zelf het best wat werkt en wat past bij hun bedrijfsvoering en kiezen uit de menukaart de maatregelen die ze willen toepassen. Het project gaat uit van het learning by doing principe. Cuperus: “Het mag ook best een keer fout gaan. Misschien vallen oplossingen in de praktijk anders uit. Bij dit project herstellen we het ook als het misgaat. Het risico ligt hiermee veel minder bij de boer.”
Wat is regeneratieve landbouw?
Bij regeneratieve landbouw wordt de bodem en al het bodemleven versterkt en duurzaam beheerd in plaats van uitgeput en verstoord. Doel is de biodiversiteit te versterken en de achteruitgang te keren. Een derde van de bovengrond in de wereld is al aangetast door pesticiden, overbemesting, uitdroging, bodemuitputting of verlies van planten en insecten. Om deze trend te keren, helpt Nestlé boeren om geen of minder pesticiden te gebruiken en technieken toe te passen zoals permanente bodembedekking, gewasrotatie en verminderde grondbewerking, onder meer in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Dat levert gezondere bodems op. In 2025 wil Nestlé 20 procent van zijn belangrijkste ingrediënten kopen van regeneratieve landbouwbedrijven en in 2030 al 50 procent. Met het project voor de Nederlandse melkveehouders willen Nestlé en Vreugdenhil de bodem- en waterkwaliteit verbeteren, de biodiversiteit vergroten en landbouwprocessen optimaliseren.
Tweederde uitstoot van boeren
Nestlé is ‘s werelds grootste voedingsmiddelenproducent, met wel 2.000 bekende merken. Het beseft dat klimaatverandering enerzijds een risico vormt voor de toekomst van voedsel en dat anderzijds de voedselproductie en -consumptie een belangrijke bron van broeikasgasemissies zijn die datzelfde klimaat veranderen. Het project voor regeneratieve landbouw is onderdeel van een grotere aanpak van klimaatverandering. Het bedrijf wil zijn uitstoot tegen 2030 halveren en in 2050 naar nul terugbrengen. Dat betekent dat de uitstoot van boer tot winkel drastisch moet dalen. Daarvoor is verduurzaming nodig door middel van regeneratieve landbouw. Nu is 70 procent van de uitstoot van Nestlé namelijk afkomstig van de agrarische producten die het bedrijf gebruikt. De helft daarvan van zuivel. Die producten koopt het van 500.000 boeren waarmee het rechtstreeks samenwerkt en nog eens 4,5 miljoen boeren via leveranciers van over de hele wereld. Speerpunten in de verduurzaming zijn onder meer gezonde bodems, netto-nul emissie van melkveebedrijven en duurzame inkoop van cacao en koffie.
Boeren beschermen natuur
Vreugdenhil Dairy Foods is producent van melkpoeder, bijvoorbeeld voor kindervoeding. Ruim 850 melkveehouders leveren hiervoor melk aan het bedrijf. Zeven op de tien van die boeren deden in 2021 al aan weidevogelbeheer, slootkantenbeheer en de aanleg of bescherming van andere landschapselementen om de biodiversiteit op hun land te vergroten. Het bedrijf wil in 2050 CO2-neutraal zijn. In Nederland doet inmiddels ruim 94 procent van de melkveehouders die aan Vreugdenhil leveren mee aan het duurzaamheidsprogramma van het bedrijf.
Voortouw nemen in verandering
Cuperus: “De hoofddoelstelling van ons project is om de komende jaren de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Daar willen wij als Nestlé het voortouw in nemen. We zijn een groot voedingsmiddelenbedrijf en we moeten gewoon onze verantwoordelijkheid nemen. We hebben nog niet alle antwoorden, maar we kunnen wel de start maken om verandering in gang te zetten. We hebben een behoorlijk budget vrijgemaakt om het voor de melkveehouder mogelijk te maken de eerste stappen te zetten in de transitie naar een duurzame vorm van landbouw.”
Lees hier meer over regeneratieve landbouw:
- Investeerdersfamilie gaat regeneratief boeren
- Nescafé investeert miljard euro in klimaatbestendige koffieproductie
- Nieuw boeren: Schevichoven voorbeeld van klimaatvriendelijke boerderij met winst
- Kan Grounded Afrika behoeden voor uitputting landbouwgronden?
- Methaanremmers DSM goedgekeurd door EU: 'Revolutie in de zuivelmarkt'
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in