Het handboek voor de verwarde eter, staat op de kaft van je boek. Waar komt die verwarring vandaan?
“De voedselketen zit complex in elkaar. Ik werk inmiddels 15 jaar in de voedselindustrie en blijf me verbazen. Ik begin het boek met een boerderij in Ivoorkust waar eieren worden uitgebroed. De jonge kippen gaan naar pluimveehouders, waar ze worden grootgebracht om vervolgens te worden geslacht. De eieren die op die bewuste boerderij in West-Afrika worden uitgebroed, komen uit België. Blijkbaar is er een verdienmodel te vinden in eieren leggen aan de andere kant van de wereld, die op het vliegtuig zetten, laten uitbroeden in een hightech boerderij, waarna de kuikens worden grootgebracht bij lokale boeren en eindigen als vlees.
Dus ja, het hele mondiale voedselsysteem is ingewikkeld. Ik hoop dat mensen zich er niet door laten ontmoedigen. Zo van: het is te complex, dus laat maar zitten. Met mijn boek geef ik handvatten en concrete tips hoe we als eters betere keuzes kunnen maken.”
De titel van je boek is Boter, kaas en havermelk. Zie je die verwarring ook bij de stadse, havermelkdrinkende burger?
“Zeker. Ik kom zelf ook dat circuit. Veel beelden en aannames die de havermelkelite heeft, kloppen niet. Biologisch eten is altijd duurzamer en door voor havermelk te kiezen doe ik veel dingen goed, is de gedachte. Aan de andere kant wordt intensieve landbouw vaak en ten onrechte weggezet als iets slechts. Ik denk dat veel mensen de beste bedoelingen hebben, maar dat het nogal eens ontbreekt aan kennis. Ik beschrijf mijn eigen leertraject door de voedselketen vanuit de stad, vanuit de havermelkelite. Door informatie te delen, hoop ik dat mensen zinvollere keuzes maken dan enkel havermelk in de koffie te doen.”
Joris Lohman
Joris Lohman (1985) is politicoloog en oprichter van Food Hub, de onderwijsinstelling die bedrijven en overheden helpt om de veranderende wereld van voedsel en landbouw beter te begrijpen en te veranderen. In 2022 kwam zijn documentaire The Future of Food uit die hij maakte met journalist en moleculair bioloog Hidde Boersma en regisseur Karsten de Vreugd. Sinds 2023 maken Boersma, de Vreugd en Lohman de wekelijkse podcast Eten is Weten.
In je boek beschrijf je tovenaars en profeten. De tovenaars zijn (tech)optimisten die ons een weg uit de problemen willen innoveren. Daartegenover staan de profeten, die gedragsverandering prediken om de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Minder vlees eten, minder vliegen, minder consumeren. Het gekibbel tussen de twee groepen staat een duurzamer voedselsysteem in de weg, schrijf je. Kun je dat toelichten?
“De intensivering van de landbouw vind ik een mooi voorbeeld. Er zijn mensen die pleiten voor intensiveren en mensen die juist wijzen naar een kleinschalige en natuurinclusieve manier van boeren. Het is een continue clash, een debat dat almaar wordt gevoerd op X en in de Tweede Kamer. Inmiddels is het een soort cultuurstrijd geworden. Dat schiet niet op en leidt tot vertraging. We blijven hangen in één thema, terwijl we op meerdere knoppen zouden moeten drukken. Het tegengaan van voedselverspilling is bijvoorbeeld ook belangrijk. Net als de overgang naar een meer plantaardig dieet.”
Waarom blijven we dan zo hangen in dat ineffectieve frame van tovenaars en profeten?
“Ik denk dat het heel menselijk is om te denken in of-of, zwart-wit en goed-slecht. De eerste stap is dat we ons daar bewust van zijn. Dat geldt voor iedereen die in voedselindustrie werkt, maar ook voor de media. Een debat met een voor- en tegenstander is onderdeel van de talkshowcultuur. Ik weet niet goed hoe je dat doorbreekt. Onlangs heb ik een podcastaflevering gemaakt naar aanleiding van een uitzending van Zembla. Die ging over glyfosaat en bevatte frames. Dat begint al met de benaming. Je kan glyfosaat een gif of een bestrijdingsmiddel noemen. Feit is dat frames overal zijn. Daar moeten we ons bewust van zijn. Ik merk dat het gewaardeerd wordt als er een midden of genuanceerd geluid is.”
Tegelijkertijd beschrijf je dat bedrijven, milieuorganisaties, banken, boeren en Ngo’s het meer eens dan oneens zijn. Leg eens uit.
“Laat ik pesticiden weer als voorbeeld nemen. Soms wordt het beeld geschetst dat er een strijd gaande is tussen boeren die ze wel en boeren die ze niet gebruiken. Wat mij betreft moeten we het meer hebben over het nut van pesticiden, waarom het wordt gebruikt en wat de voor- en nadelen zijn. Dan ontstaat er een interessant gesprek. Ook biologische boeren snappen dat gewassen beschermd moeten worden tegen plagen. Zij gebruiken er alleen andere middelen voor. Ik wil maar zeggen: de tegenstelling is vaak niet zo groot als die lijkt.”
Partijen die er dezelfde mening op nahouden, kunnen samenwerken. Gebeurt dat al genoeg?
“In het boek leg ik uit waarom de voedselketen functioneert zoals die functioneert. Meerdere spelers willen een stuk van de marge, waardoor prijs en goedkoop produceren voorop komen te staan. Het systeem is niet ingericht op samenwerken en elkaar beter maken. Dat is negatief. Toch zie ik dat er al vanaf de jaren 60 en 70 wordt nagedacht over duurzaamheid. Dat komt terecht in beleid, kijk naar de CSRD. De boerenvraagstukken van dit moment zijn eigenlijk het resultaat van duurzaamheidsdoelen die in beleid zijn gegoten. Daar moet de boer aan voldoen, maar dat lukt niet omdat er te weinig ruimte is om te veranderen. Daarom hebben we boze boeren. Voor de planeet gaat het de goede kant op. De vraag is hoe we het gaan organiseren. Het is echt niet allemaal goed en halleluja, maar we bewegen. De boerenprotesten zijn een signaal dat we de volgende fase in de transitie hebben bereikt. Dat zorgt voor chaos.”
Jij bent afgestudeerd politicoloog. Welke rol hebben overheden in het verduurzamen van het voedselsysteem?
“In de praktijk zit de overheid vaak achteraan door dingen die in de markt al gebeuren, vast te leggen in beleid. We kijken vaak naar de overheid als een orgaan dat richting moet geven, maar wat zij doen is pas achteraf kijken hoe iets dat voor een kleine groep werkt, kan werken voor iedereen. Heel veel meer moeten we er denk ik niet van verwachten. Dat neemt overigens niet weg dat het een belangrijke rol is. De Green Deal met al zijn niet-functionerende onderdelen is grootschalig neergezet en geldt voor de hele Europese Unie. Dat heeft effect.
De overheid kan natuurlijk meer doen. We weten dat als er een vleestaks komt, de vleesconsumptie daalt. Alleen zijn overheden daar niet vooruitstrevend in, terwijl het leiderschap van politieke personen veel in gang kan zetten. In het boek haal ik Sicco Mansholt aan. De Europese commissaris wordt soms neergezet als iemand die alleen de landbouw heeft opgeschaald, terwijl hij meer heeft gedaan. Hij heeft een beeld geschetst over hoe het voedselsysteem eruit zou moeten zien en een plan gemaakt. Uiteindelijk is dat niet uitgepakt zoals hij wilde, maar hij had er wel duidelijke ideeën over. Dat soort mensen zijn wel nodig in de transitie om echt wat voor elkaar te krijgen. Ik moet zeggen dat ik ze nog niet rond zie lopen in Den Haag. Het wordt tijd dat zo’n politicus weer eens voorbijkomt en een duw geeft aan de transitie.”
Ben je hoopvol over de toekomst?
“Ja, dat ben ik. Er worden stappen gezet in wetgeving. Ondernemers komen met duurzamere voedseloplossingen en bouwen daar bedrijven omheen. En hoewel de wereldwijde vleesconsumptie nog altijd niet afneemt, heb ik het idee dat het bewustzijn van de consument toch verandert. Er zijn genoeg signalen dat we de juiste kant opgaan. We hoeven niet bang te zijn dat het hele voedselsysteem in elkaar stort. Toch zijn er nog heel wat verbeteringsslagen te maken. De voedselproductie- en consumptie kan beter, gezonder en duurzamer. We zijn nog lang niet klaar.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in