Een groeiende wereldbevolking in combinatie met een alsmaar luider protesterend klimaat vraagt om een duurzamer dieet. Peulvruchten kunnen hierin een glansrol spelen. Ze groeien op diverse bodemsoorten en hebben minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig ten opzichte van granen. Ook trekken peulvruchten stikstofbindende bacteriën aan. Deze bodembacteriën zetten stikstof uit de lucht om in bouwstenen voor de plant. Tegelijkertijd geeft de plant voedingsstoffen af aan de bodem. Dat zijn goede eigenschappen. Maar welke bonen doen er nog een schepje bovenop en zijn de beste keuze voor het klimaat? We schotelen een paar opties voor.
Lupine
Lupine is een vlinderbloemige plant waarvan meer dan honderd soorten bestaan. De witte, gele en blauwe lupine worden het meest gegeten. Ze zitten bomvol voedzame ingrediënten zoals vezels, ijzer, calcium, zink en vitamine B. Lupine is eiwitrijk met 42 gram eiwitten per 100 gram. Dat is vergelijkbaar met soja, ware het niet dat lupine minder vet bevat.
Van de lupineplant zijn de bonen en de zaden eetbaar. Het kan worden verwerkt in verschillende ingrediënten, zoals meel. Lupinemeel is glutenvrij en daarom populair in glutenvrije baksels zoals brood en taart. De eiwitten kunnen goed worden gebruikt in vleesvervangers. Langzaam maar zeker vindt lupine ook zijn weg naar zuivelvervangers. Zo heeft supermarktketen Albert Heijn lupine drink in het assortiment opgenomen (die we in een grijs verleden recenseerde).
Hoewel lupine een kansrijk gewas is, wordt het nog niet omarmd door voedselproducenten. De focus ligt vooralsnog op de goedkopere soja uit Argentinië en Brazilië. Lupine kan daarentegen goed groeien in Europa. De belangrijkste teeltgebieden liggen in Duitsland en Frankrijk. In Nederland wordt het op kleine schaal verbouwd. Doordat de vraag vanuit de voedselindustrie laag is, zijn er niet veel boeren die zich wagen aan de lupineteelt. De teelt van peulvruchten wordt niet extra gestimuleerd door de Nederlandse overheid. Vanuit financieel oogpunt is het dan ook niet gek dat er wordt gekozen voor gewassen die meer opbrengen zoals aardappels en tarwe.
Veldboon
In deze lijst mag de veldboon niet ontbreken. Het wordt ook wel de Nederlandse vervanger van soja genoemd. Het gewas gedijt goed in het Nederlandse klimaat. Ze worden al vroeg in het seizoen geteeld en hebben dus niet zo’n last van de steeds drogere zomers. En dan levert de plant ook nog een hoge opbrengst per hectare op.
Ook voor de veldboon geldt dat de vraag vanuit de voedselindustrie nog aan de lage kant is. Toch neemt het areaal in Nederland toe. In 2010 stond de teller op ruim 3.000 hectare. Dat is in 2023 gegroeid naar 4.340 hectare, met het grootste aandeel in Zeeland. Van de opbrengst eindigt zo’n 95 procent in veevoer.
Dat is zonde, want veldbonen bevatten veel eiwitten, ijzer en magnesium. Een andere goede eigenschap is dat de veldboon een neutrale, romige smaak heeft. Dat maakt het een goed ingrediënt in vlees- en zuivelvervangers. Agrarische coöperatie Royal Cosun is al druk aan het experimenteren. “Yoghurt, ijs, mayonaise en kaas: het is allemaal mogelijk met veldbonen”, vertelde Cosun Protein-directeur Thijs Bosch eerder.
Kidneyboon
Veel vezels, ijzer, magnesium, vitamine B: de kidneyboon heeft het allemaal. En met 24 gram eiwitten per 100 gram zit het met de proteïne ook wel goed.
De kidneyboon komt oorspronkelijk uit Canada en Zuid-Amerika, maar bonenproducent Hak ontdekte dat de peulvrucht het ook goed doet in Nederland. Het bedrijf doet verschillende proeven met het doel om meer ‘exotische’ bonen op eigen bodem te telen. Zo hoeven gewassen niet de halve wereld over te reizen. De vlinderbloemige planten nemen hier stikstof op en zijn ook nog eens goed voor de biodiversiteit. De teelt van de kidneybonen is een succes: de kidneybonen van Hak komen nu voor 100 procent van Nederlandse bodem.
Bean Deal
Om peulvruchten populairder te
maken bij telers en afnemers, is de Bean Deal in het leven geroepen. Het is een
samenwerking tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) en 56 partners. Doel is om Nederland meer zelfvoorzienend en
minder afhankelijk van het buitenland te maken als het gaat om eiwitrijke
gewassen. Omdat er in peulvruchten veel plantaardige eiwitten zitten, zijn ze onmisbaar voor de eiwittransitie.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in