In een smalle loods op een industrieterrein in Hoorn verbouwt Ben Pieterse samen met zijn compagnon verschillende soorten basilicum, peterselie en koriander. Voordat we naar binnen lopen moeten we eerst blauwe schoenhoezen om, en de handen desinfecteren. “Dit is nu nog voldoende bescherming, maar als we dit straks op grote schaal gaan doen moet je waarschijnlijk een heel pak aan”, zegt Pieterse lachend.
Aan ambitie geen gebrek, hij gelooft heilig in zijn lopende band. “Landbouw gaat eigenlijk al vijfhonderd jaar op dezelfde manier. De enige grote verandering was de overstap van paard en wagen naar een trekker”, zegt Pieterse. “De kas is daarin een tussenstap, en wij vonden het hoog tijd om te laten zien dat je ook op een totaal andere manier binnen kunt telen.”
Daarom staan we in een loods en niet in een kas. En in de loods staat een 150 meter lange en 4,5 meter hoge blauwe band, die in de vorm van een slang een aantal keer van laag naar hoog loopt. Op de band is ledverlichting bevestigd, en in de band zitten gaten gevuld met bolletjes substraat van waaruit allerlei verschillende soorten kruiden groeien.
Lopende band
Aan het begin van de band zijn het nog kleine kiemen, maar na een paar keer omlaag en omhoog herken je al het basilicumblad, tot het na 24 dagen als volgroeide plant van de band rolt. Een nieuwe vorm van vertical farming, het telen van planten zonder daglicht, zegt Pieterse. “Het neemt een stuk minder ruimte in beslag dan het telen van kruiden op land. En omdat we de kruiden heel gericht water kunnen geven en we het daarna weer opvangen, blijft 95 procent van het water behouden in het systeem.”
De ledlampen, klimaatbeheersing en het gericht kunnen geven van voedingsstoffen via de installatie zorgen volgens Pieterse voor de perfecte kweekomstandigheden. “Daardoor zijn de kruiden ook veel langer houdbaar. In het plastic bakje van de supermarkt doe je er maximaal vijf dagen mee. Onze kruiden halen zeker tien dagen.” Minder verspilling, maar ook klimaatwinst: de basilicum hoeft niet vanuit Kenia te worden verscheept, maar kan zo vanuit Hoorn met een elektrisch busje naar de supermarkt.
Lees ook: Kleding van landbouwresten: verduurzaamt dit de landbouwindustrie?
Vertical farms als paddenstoelen uit de grond
De vertical farms schieten de laatste jaren in Nederland als paddenstoelen uit de grond. Denk aan Plantlab, dat inmiddels uitbreidt naar Amerika, maar ook het Amsterdamse Growx en Own Greens telen gewassen in hun binnenboerderij, of indoor-farm, zoals ze het zelf noemen. Allemaal willen ze de groeiende wereldbevolking zoveel mogelijk lokaal en duurzaam voeden. Pieterse werkte zelf bij Own Greens voordat hij met Glowfarms begon. Maar wat is nou precies het verschil tussen die vertical farms en zijn Glowfarm? “Dat zit hem in de technologie die wij gebruiken. De machine draait al helemaal automatisch, en weet wanneer er water moet worden gegeven en extra voeding, maar ook de snelheid van de lopende band en verstelbare verlichting, voor als een deel van de plantjes meer of ander licht nodig hebben.”
Uiteindelijk hoopt Pieterse met alle verzamelde data dat de machine, door middel van machine learning, helemaal autonoom kan draaien. “Dan praten we wel over een aantal jaren. Als we meer volume gaan draaien, komt dat ook op gang. Maar het idee is dat je dan ook kunt werken met de input van de consument. Stel, veel vinden dat de basilicum wel wat pittiger mag, kan de machine dat zelf aanpassen zodat het gebeurt.”
Het andere verschil is dat Pieterse en zijn compagnon bewust inzetten op een consumentenmerk. Onder de naam Glow moet er straks koriander, basilicum, Thaise basilicum en peterselie bij een aantal supermarkten. “Andere vertical farms leveren niet onder hun eigen naam. Maar wij hebben er echt voor gekozen om een eigen merk op te zetten.” Volgens Pieterse leent het eigen merk zich beter om het duurzame verhaal te vertellen. Hij bedacht, samen met de verpakker, ook een nieuwe verpakking voor de kruiden. Geen plastic zakje of bakje maar een kartonnen doosje met een kleine plastic laag. Eigenlijk wilde hij helemaal geen plastic meer, maar dat lukt nu nog niet. “Deze verpakking heeft al 90 procent minder plastic dan de reguliere supermarktverpakking. En hopelijk kunnen we in de toekomst helemaal zonder.”
Wat zet je op tafel als je zo duurzaam mogelijk wilt eten? Lees het hier.
Testen met verschillende zaden
De Glowfarm is nu nog kleinschalig: de oprichters hebben drie medewerkers, van wie er één het broertje van De Vries is. Veredelaars sturen nu nog gratis zaden op om mee te testen op de band. “Hier: proef maar,” zegt Pieterse, en hij trekt een blad van de band dat qua vorm doet denken aan eikenbladsla. “Het is mosterdsla. Het lijkt qua smaak een beetje op rucola, maar is een stuk scherper.” En zo testen ze voortdurend andere kruiden en sla soorten, om die op den duur ook weer te kunnen verkopen. Nog niet alle groente lukt, sommige gewassen zijn op dit moment nog niet rendabel om op deze manier te kweken.
“Maar wie weet vinden we daar ook in de toekomst een oplossing voor”, zegt Pieterse. Aan de ambitie en het enthousiasme van Pieterse kan het in ieder geval niet liggen. Hij hoopt met zijn Glowfarms de wereld te veroveren, en de Oatly (van de Zweedse havermelk, red.) van het groenteschap te worden. In juni startte hij een crowdfundingcampagne om marketingbudget op te halen en de ‘farm’ verder uit te breiden. Om echt op te schalen en heel Nederland van kruiden te kunnen voorzien, hebben ze nog wel flink wat geld nodig. Want deze nieuwe high-tech manier van boeren vergt een flinke investering. “Denk aan ongeveer 3 miljoen euro,” zegt Pieterse. Hij is daar al over in gesprek met investeerders. In de prijs voor de consumenten zal het niet terug te zien zijn: de kruiden moeten straks voor 1,49 in de supermarkt liggen, 8 cent goedkoper dan de uit Azië ingevlogen basilicum.
In aanloop naar de EU-doelen verkoopt supermarkt Plus alleen nog maar biologische melk. Lees hier meer.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in