De wereldbevolking groeit in hoog tempo naar 9 miljard mensen in 2050. Om die groei bij te benen, moet de industrie tegen die tijd minstens 50 procent meer voedsel produceren dan nu. Voor in steden, waar in 2050 naar schatting 70 procent van de wereldbevolking woont, is een constante aanvoer van gezond voedsel noodzakelijk.
Dit zijn bedrijven die hier met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk aan bijdragen:
1. Innovatieve voedselproductie
Voedselproductie gaat gepaard met een grote milieuvoetafdruk. In alle schakels, van teelt en verwerking tot transport en verkoop, vindt verspilling, grondstoffenverbruik en vervuiling plaats. Alternatieven voor oprakende grondstoffen en innovatieve productiemethoden staan centraal om de ecologische voetafdruk van de voedingssector te verlagen.
In de landbouwsector zijn veel kansen weggelegd voor precisielandbouw. Door te werken met camera’s, sensoren, robots, drones en big data, kunnen boeren hun opbrengsten verhogen en hun productie efficiënter maken.
De Global Vegetation Database 3.0 van de Waterwatch Foundation is een voorbeeld van een big data-systeem dat boeren in staat stelt hun voedselproductie te laten floreren, stellen de ontwikkelaars in dit interview.
Ook innovatieve landbouw- en verwerkingstechnologieën dragen bij aan een duurzamere voedselproductie. Zo leidt gebruikt van de in Nederland ontwikkelde Wingssprayer volgens de bedenkers tot 99 procent minder verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen tijdens het spuiten. Voor teelt onder LED-licht in gesloten systemen zijn daarnaast geen bestrijdingsmiddelen en minder water nodig.
Dierenwelzijn is een belangrijk thema. De Leidse biotechstart-up In Ovo is gestart met de bouw van een prototype sorteerapparaat, dat grote aantallen eieren geautomatiseerd sorteert op geslacht. De innovatieve machine moet het doden van eendagshaantjes voorkomen.
2. Meer waarde halen uit voedsel
Van al het geproduceerde voedsel wereldwijd wordt een derde verspild. Om deze hoeveelheid terug te dringen, werken verschillende bedrijven aan oplossingen. Bob Hutten baarde het afgelopen opzien met zijn Verspillingsfabriek in Veghel. Deze fabriek verwerkt reststromen uit de voedselsector tot nieuwe, hoogwaardige producten, zoals soepen en sauzen.
Daarnaast verlengen duurzame coatings en veredeling van bijvoorbeeld sla de houdbaarheid van producten, waardoor verspilling wordt verminderd.
Dat innovatieve veredelingstechnieken kansen bieden, stelde Wageningen University & Research vorig jaar al. Niet alleen om voedselverspilling te verminderen, maar ook om de volledig potentie van een gewas te benutten of gewassen onder hevige weersomstandigheden te laten groeien.
Aardappelverwerker Lamb Weston / Meijer heeft voedselverspilling ook hoog op de agenda staan. De fritesproducent berekende dat er 2 kilo aardappelen nodig zijn om 1 kilo frites te produceren. De reststromen die tijdens het productieproces ontstaan worden door het bedrijf zo hoog mogelijk verwaard.
3. Gezondheid bevorderen
In 2015 maakte de Gezondheidsraad, het belangrijkste adviesorgaan van de minister van Volksgezondheid, nieuwe Richtlijnen goede voeding bekend. Annemieke van Ginkel, directeur van Diëtheek, legde tijdens een interview uit wat die richtlijnen betekenen voor het voeden van de wereld.
Ook bedrijven houden zich met het thema bezig, bijvoorbeeld met 3D-geprint voedsel dat op de behoeften van verschillende patiënten kan worden afgestemd. Daarnaast zoeken zorginstellingen en horeca elkaar op met het doel gezonde voedingsconcepten te ontwikkelen.
Maar ook buiten de zorg is er behoefte aan gezond eten. De uitdaging is aan de ene kant het tegengaan van ondervoeding in ontwikkelingslanden, en aan de andere kant het terugdringen van obesitas in de rijkere landen. Met Gerda Verburg, coördinator van de Scaling Up Nutrion Movement bespraken we de kansen voor de (Nederlandse) zuivelsector. Die loopt volgens de oud-minister voorop als het gaat om het gezond en duurzaam voeden van een groeiende wereldbevolking. Daarbij staan volgens Verburg de Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties centraal.
Een van de SDG's focust op duurzame en leefbare steden. Lokale en duurzame voedselproductie is daar onderdeel van. In Den Haag wordt hiermee alvast getest. Op het dak en de bovenste etage van een oude Philips-fabriek kweekt UrbanFarmers op duurzame wijze 50 ton groenten en 20 ton vis per jaar.
4. Bedrijfsleven versus de consument?
Verschillende bedrijven zeggen in te spelen op de vraag van de consument. Die zou een groeiende behoefte hebben aan duurzaam geproduceerde voedingsmiddelen. Zo zet FrieslandCampina in op kaas gemaakt van weidemelk, omdat de consument daar volgens toenemende belangstelling voor heeft.
Er zijn echter ook bedrijven die niet op de consument wachten en vooruitlopen op die vraag. Zo zijn er nog maar weinig consumenten die graag een sprinkhanenburger eten, terwijl er al verschillende insectenproducten worden verkocht.
Daarnaast zetten verschillende bedrijven in op bewustwording van de consument. Zo toont groente- en fruitdistributeur Eosta sinds kort de ‘echte prijs’ van groenten en fruit in verschillende vestigingen van Ekoplaza. Zo wil het bedrijf consumenten ervan overtuigen dat biologisch eten niet te duur is, maar gangbaar eten goedkoop.
Wat true pricing nog meer kan verduidelijken, lees je in dit interview met Michel Scholte van True Price.
INFOGRAPHIC: Wat is de 'echte prijs' van een chocoladereep? https://t.co/zPqQcpItgb pic.twitter.com/1tdu6LsvNU
— DrzmBedrijfsleven.nl (@DuurzaamBV) 6 oktober 2016
Verder werken verschillende instanties aan de ordening in de wirwar aan duurzaamheidskeurmerken voor voedingsmiddelen. Ook dat moet het de consument gemakkelijker maken om in de supermarkt duurzame keuzes te maken.
5. De rol van Nederland
Nederlandse boeren en tuinders produceren op een steeds kleiner oppervlak steeds meer voedsel. Een groot deel daarvan, met name groente, fruit, vlees en zuivel, wordt geëxporteerd naar het buitenland. Zo exporteerde Nederland in 2014 € 928 mln aan biologische landbouwproducten. Duitsland, België en Frankrijk zijn de belangrijkste afzetmarkten voor Nederlandse biologische producten.
Tegelijkertijd voert Nederland voedsel in. Dit voedsel is voor het grootste deel afkomstig uit EU-landen. Maar gewassen en grondstoffen worden ook van verder gehaald, zoals soja uit Noord- en Zuid-Amerika en vanille uit Madagaskar. Verschillende partijen onderzoeken of bepaalde gewassen die nu van ver komen, ook in Nederland kunnen worden geteeld. Lokale teelt zou de ecologische voetafdruk als gevolg van transport aanzienlijk kunnen terugdringen.
Behalve voedingsmiddelen exporteert Nederland ook kennis en innovatie. Zo bouwt de Nederlandse kassenbouwexpert Van der Hoeven in het Australische Port Augusta een innovatief glasbouwtuinproject. Een consortium uit de Nederlandse tuinbouwsector levert daarnaast innovatieve kasconcepten in het Midden-Oosten.
Header-foto: Euro Slice, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven) In tekst-foto: Octopus Poultry Safe, Footer-foto: public domain
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in