Het is een mooie dinsdagochtend in Noord-Brabant. De zon schijnt en de lucht is strakblauw. Boven mij trakteren vogels op een heus fluitconcert. Ik heb afgesproken in Boxtel. Het is de plek waar Herenboeren dik tien jaar geleden begon, vertelt oprichter Geert van der Veer.
“Ik ben opgeleid als boer. Tijdens de studie stelde ik mezelf meer dan eens de vraag: waarom leren we het landschap aanpassen aan ons bedrijf in plaats van andersom? Als je het over People, Planet en Profit hebt, dan miste ik tijdens mijn opleiding die P van Planet. Toen ik later bij land- en tuinbouworganisatie LTO werkte, merkte ik dat ook People en Profit niet in balans zijn. Boeren krijgen te weinig betaald voor hun producten. Daardoor gaan ze zoveel mogelijk produceren voor een zo laag mogelijke prijs. Dat gaat ten koste van de bodemkwaliteit, de biodiversiteit en het klimaat. En uiteindelijk van ons allemaal.”
Hij is heel duidelijk: boeren zijn niet de boeman. “Zij zijn slechts een onderdeel van de voedselketen. Uiteindelijk doen zij wat de markt van hen vraagt. Zolang wij ons consumptiepatroon niet aanpassen, kunnen boeren geen kant op. Tussen de eindgebruiker en de boer zit een hele keten. Als die niet gaat bewegen, gebeurt er helemaal niks. Dat we met Herenboeren boerderijen opzetten, is niet omdat er toevallig een markt voor is. Het gaat over een systeemverandering, een beweging die het anders wil. Duurzamer, gezonder en eerlijker.”
Hoe werkt een Herenboerderij?
Een Herenboerderij is een coöperatie met zo'n 250 huishoudens. Er zijn meerdere boeren in dienst die als agrarisch bedrijfsleider de boerderij aansturen. De aangesloten huishoudens kunnen wekelijks boodschappen afhalen op de boerderij. Het kost 2.000 tot 2.500 euro om mede-eigenaar te worden, naast een wekelijkse bijdrage om de lopende kosten te dekken.
Samen
Het idee slaat aan, onder andere bij Philomeen Duinisveld. Ze is voorzitter en mede-oprichter van Herenboeren Landmeerse Loop in het Brabantse Boekel. “Ik ben ingestapt omdat ik beter voor de natuur wil zorgen”, zegt ze. “Ik kom oorspronkelijk uit Noord-Groningen en heb geen familie in de buurt wonen. Met de Herenboerderij heb ik er voor mijn gevoel een soort familie bijgekregen. Ik ken de mensen, spreek ze vaak en bouw een band met ze op. Dat sociale aspect vind ik heel waardevol. Ik vind de boerderij zo’n fijne plek dat ik altijd langer blijf dan gepland.”
Samen doen staat centraal bij Herenboeren. Samen bepalen wat er wordt geteeld, samen op het land werken, samen oogsten. Maar ook: samen de kosten en de bijbehorende financiële risico’s dragen. “We hebben gekozen voor een cost-sharing model in plaats van een model waar winst maken de boventoon voert”, legt Van der Veer uit. “We weten in de jaarvergadering precies welk budget beschikbaar is voor het volgende jaar. We maken geen winst, maar spelen altijd quitte. Dat maakt dat er geen economische prikkel is bij de beslissingen die we nemen. Waarden zoals biodiversiteit en het sociale aspect gaan niet ten koste van economisch gewin.”
Pionieren
Dat wordt niet altijd begrepen, merkt hij. “Ik ben in gesprek met banken over financiering. Het alarm gaat af omdat we geen winst maken. In de ogen van geldverstrekkers is continuïteit een bedrijf dat winst maakt. Wanneer je als eigenaren de kosten dekt, is de kasstroom veel stabieler dan wanneer je van marktwerking afhankelijk bent. Dat blijkt een lastig verhaal om over te brengen op financiers. In die zin is het echt pionieren.”
Varkens
Een ander voorbeeld zijn de varkens. Diverse Herenboerderijen willen de dieren houden en buiten laten rondlopen. “Maar daar blijkt helemaal geen wet- en regelgeving voor te zijn. De wetgeving rondom varkenshouderij is een stallenbesluit. Dat begint met varken: staldier. Terwijl varkens van nature graven en wroeten. De hele beredenering van varken als buitendier is wel mogelijk, maar simpelweg nooit uitgewerkt omdat het in de praktijk toch niet voorkwam. Dat zijn dingen waar we tegenaan lopen”, aldus Van der Veer.
Mest
Die varkens willen ze bij Herenboeren niet eens houden voor het vlees. “Varkens zijn opruimers. Ze eten reststromen en dode dieren op om ze vervolgens weer uit te scheiden in nutriënten. Het idee is dat ze die functie ook op de boerderijen gaan vervullen. Dingen opeten, de grond omwroeten en mest produceren. Als je in dat soort kringlopen gaat denken, zijn dieren hartstikke nuttig. Net als veel planten, bomen en kruiden, trouwens.”
Op haar Herenboerderij in Boekel zou Duinisveld graag op korte termijn varkens houden. “Onze aardappeloogst is mislukt en we denken erover om alvast drie dieren aan te schaffen, dat mag hobbymatig, om de restaardappelen uit de grond te halen. Zo hebben we minder kans om de schimmel Phytophthora aan te trekken. Met onze dierenwerkgroep vragen we ons niet af hoeveel vlees we willen eten, maar wat voor werk de varkens kunnen doen en hoeveel poep onze grond nodig heeft om gezond te zijn. We zitten op best wel arme zandgrond met veel stenen erin. Met onze aanpak wordt vlees het bijproduct van mest in plaats van andersom.”
Voedselstrategie
De burgerbeweging is gestart om het contact met de natuur te herstellen. Dat is belangrijk, zegt Van der Veer. “De afstand is zó groot gemaakt. Veel mensen hebben geen idee waar hun voedsel vandaan komt en hoe het groeit. Ondertussen vergrijst de beroepsgroep. Nederlandse boeren zijn gemiddeld tegen de 60 jaar. Van hen heeft een derde geen bedrijfsopvolger. Als oplossing voor het stikstofprobleem moeten boeren maar worden uitgekocht. Dat gaat niet werken. Het ontbreekt aan een duidelijke voedselstrategie.”
Die voedselstrategie gaat wat hem betreft veel verder dan alleen de manier van boeren. “Hoe we als consument met eten omgaan, speelt een grote rol. Wat ligt er op ons bord? Vinden we prijs de belangrijkste component als we in de supermarkt staan? Het gaat veel verder dan een landbouwtechniek. Omdat we bij Herenboeren die rechtstreekse verbinding met de eigenaren hebben, kunnen we andere stappen zetten richting duurzaamheid. Wat wij doen, kun je niet zomaar implementeren in de gangbare landbouw. Dat kan alleen als het systeem meegaat. Dat moeten we echt erkennen. We hebben een andere werkwijze nodig om de boeren in staat te stellen om te verduurzamen.”
Uitnodigen
Bij Herenboeren nodigen ze boeren dan ook uit om samen te werken. “We gaan gangbare boeren niet vertellen dat het op onze manier moet. Ons concept is ook niet dé oplossing. Er zal altijd een markt zijn voor de gangbare landbouw. Wie in Amsterdam op negenhoog woont, gaat op zaterdag niet ver rijden om ergens de boodschappen op te halen. De gemaksfactor blijft. Herenboeren is toch een redelijke bubbel. Redelijk wit, redelijk hoog opgeleid en idem dito salaris. We zijn meer dan eens bestempeld als elitair. Dat kan ik me best voorstellen. Aan de andere kant proberen we iets nieuws en steken we onze nek uit. Deze beweging gelooft dat de voedselketen op de schop moet. Dat doen we graag samen, ook met boeren. We staan ervoor open om kennis te delen en vertellen graag wat we de afgelopen jaren geleerd hebben.”
Appgroepen
Op de 22 boerderijen van Herenboeren werken in totaal al meer dan veertig boeren in loondienst. Zij houden toezicht en wisselen kennis uit. In appgroepen gaan berichten over en weer, ziet Duinisveld. “Dan gaat het over machines, schimmels en plagen. Het gaat maar door, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. De boeren bezoeken elkaars locatie om te kijken wat daar gebeurt en hoe collega’s bepaalde uitdagingen aanpakken. De boeren hebben goed contact met elkaar. Dankzij het netwerk staan ze er niet alleen voor. Dat wens ik alle landbouwers toe. Dat agrariërs met gelijkgestemden werken en er samen wat van maken.”
Meer in deze serie:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in