Dat schrijft Dezeen. Ari Jónsson, student aan de Iceland Academy of the Arts, kreeg het idee voor de algenfles naar eigen zeggen nadat hij las over de hoeveelheid plastic die dagelijks wordt geproduceerd. Hij besloot een vervangend materiaal te ontwikkelen.
Na verschillende materialen te onderzoeken op zwakke en sterke eigenschappen, kwam Jónsson uit bij een poedervorm van agar. Dat is een witachtig bindmiddel dat uit de celwanden van bepaalde roodwieren wordt gewonnen.
Algenpoeder en water
Wanneer agarpoeder aan water wordt toegevoegd, ontstaat een geleiachtig materiaal. Door deze substantie te verwarmen en in een flesvormige mal uit te gieten, en deze te koelen met ijskoud water, lukte het de student om van het materiaal een waterfles te vormen.
Volgens Jónsson behoudt de fles zijn vorm zo lang deze is gevuld met water. Zodra de fles leeg is, start deze met afbreken.
Omdat de fles is gemaakt van 100 procent natuurlijke materialen, is het water in de fles veilig om te drinken, stelt de student. Desondanks kan het water ‘na een tijdje’ licht naar de fles gaan smaken.
Bron: Dezeen | Foto: Ed Bierman, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in