Het doel van de wedstrijd is om een materiaal te vinden dat qua look, textuur en functie vergelijkbaar is met dierlijk wol. Bovendien moet een groot kledingmerk het materiaal willen gebruiken voor een collectie die ook in de winkels komt te liggen.
Om in aanmerking te komen, moeten deelnemers online een vragenformulier invullen en een proefstukje veganistische wol opsturen naar PETA’s kantoor in Norfolk, een plaats aan de Engelse kust. Dat kan tot 28 juli 2023.
Met de wedstrijd wil PETA de schapen beter beschermen, het gebruik van duurzaam wol in de kledingindustrie op lange termijn mogelijk maken, en de klimaatimpact van schapenveehouderij verminderen. Dat zegt PETA’s Vice President Tracy Reiman in een persbericht.
Mishandelde schapen
Wol oogsten is meer dan alleen schapen scheren. Het gaat er gewelddadig aan toe. Dat bleek uit 14 video’s van 117 bedrijven uit de wolindustrie die PETA de afgelopen jaren verzamelde en publiek maakte.
Op de beelden is te zien hoe schapen worden mishandeld door arbeiders. Ze worden geschopt en verminkt – ook wel ‘mulesing’ genoemd. Mulesing is het verwijderen van de staart en stukjes huid rond het achterste van een schaap, om vliegen af te weren en zo infecties te voorkomen. Dit gebeurt zonder verdoving.
Lees ook: Schapen onder zonnepanelen maken meer en betere wol
Wollen trui slecht voor het milieu
Schapen worden doorgaans ingezet voor begrazing en dat is niet per se slecht voor het milieu. Ze eten gras, woelen de grond om met hun hoeven en bemesten het land. Dat bevordert de biodiversiteit in graslanden en een gezonde bodem kan meer CO2 opslaan.
Dit werkt overigens alleen als schapen zich ook verplaatsen. Overbegrazing heeft namelijk het tegenovergestelde effect: het put de bodem uit. Schapen stoten ook broeikasgassen uit – zelfs meer dan koeien. Tot dertig procent van de opwarming van de aarde komt door de methaanuitstoot van al het vee.
Wassen in chemicaliën
Daarnaast heeft het verwerkingsproces van wol een enorme impact op het milieu. Na het scheren moet wol worden gesorteerd en gewassen in baden met chemicaliën. Puur wol is namelijk erg vies en er zit nog lanoline in, overtollig vet van de huid van de schapen.
De wol die overblijft wordt ‘gekaard’, zodat alle haren in dezelfde richting komen te liggen. Dan wordt de wol behandeld met chemicaliën voor de kleur en andere stofeigenschappen. Het totaalproces kost veel water en energie en schadelijke chemicaliën vervuilen het milieu.
Duurzaam wol uit Nederland bestaat nog niet
In Nederland produceren schaapsoorten zoals de Texelaar en de Dassenkop 1,2 tot 1,5 miljoen kilo wol per jaar van. Die schapen worden gehouden voor vlees en melk. De wol is slechts een bijproduct en levert financieel weinig op. Daardoor belandt 95 procent van dit woloverschot in de verbrandingsoven.
Voor de kledingmarkt is Nederlands wol te kriebelig en stug. Zachte truien worden gemaakt van hele fijne vezels, het liefst rond de 10 micron. In Nederland ligt de gemiddelde dikte hoger. Voor de stevigheid van de trui moeten de vezels bovendien lang zijn en ook dat is bij lokale schapen doorgaans niet het geval. Daarom geven kledingmerken de voorkeur aan soorten verder weg, zoals merinoschapen in Australië en Nieuw-Zeeland
Lees ook: Ode aan de Hollandse wol
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in